Zelf tuinieren

Tuinieren is eigenlijk geen tuinieren meer. Als het aan de commercie ligt kunnen we volstaan met het starten van de auto en het rijden naar het dichtstbijzijnde tuinparadijs. Je gaat bij de ingang naar binnen en hoeft niet te proberen even wat plantjes te kopen en dan snel door te rollen naar de kassa. Je gaat langs een doolhof van binnenplanten, buitenplanten, de houtafdeling met palen, bielzen en schuttingen, de steenafdeling met alle soorten natuursteen, klinkers, keitjes en tegels, het tuingereedschap, compleet met kleine tractoren, de vijverafdeling, de dierenafdeling, de jacuzzi’s, de terrasverwarmers, de tuinmeubels (die bijna niet meer te onderscheiden zijn van de meubels binnen), de buitenkeukens, de vazen- en pottenafdeling (met potten zo groot dat er een flink kind in kan), de automatische bewatersystemen, de geurkaarsenafdeling, de zijden bloemenhoek, de pot- en tuinaarde. Net als je denkt de uitgang nooit te zullen vinden zie je hem in de verte liggen.
In totaal besteden we in Nederland per jaar zo’n 4 miljard euro aan ons balkon, tuin of dakterras. Ik denk dat het vooral op gaat aan compleet opgemaakte potten. De planten al in volle bloei, zodat ze twee weken na de aanschaf gaan instorten.

Meer geluk voor bijna geen geld? Ga lekker zelf tuinieren!

• IJsheiligen is bijna voorbij; vorstgevoelige planten, eenjarigen, perk- en balkonplanten kunnen volop naar buiten. Ze zijn op een tray voordelig bij tuincentra, voordeelsuper en bouwmarkt.
• Laat de kant-en-klaar opgemaakte potten en manden lekker staan, je hebt vast zelf nog leuke potten of manden die je kunt vullen.
• Koop zo min mogelijk elektrisch tuingereedschap, of laat ze links in de schuur liggen. Duur, gevaarlijk en niet gezellig. Snoei heggen en struiken gewoon met de snoeischaar, maai gras met de handgrasmaaier. Ook goed voor de bloedsomloop en je bespaart op de sportschool.
• Bij de (voordeel)super zijn kruidenplantjes te koop voor € 0,49. Zet ze zelf in leuke potten in (de buurt van) de keuken.
• Haal inspiratie uit de heerlijke tuinverhalen van Annemiek van Deursen in de Genoeg.

Tekst: Marieke Henselmans. Illustratie: Gijs Henselmans