Je winkelwagen is momenteel leeg!
Een tuin vol vogels
Is het nodig om vogels te voeren? Nee, maar vogels vrolijken je tuin op en je humeur. Al kunnen ze doorgaans goed voor zichzelf zorgen, wat extra’s is vooral in de wintermaanden van harte welkom.
In het zomernummer 2014 van Genoeg stond het essay ‘De mus als zenmeester’. Het gaat over de liefde voor vogels, over poetsdoeken en huismussen.
Wie naar vogels kijkt, schrijft Ilse Ariëns, heeft geen mindfulnesstraining nodig. Je kunt het complete essay lezen als je de bijlage onderaan dit artikel opent.
Nóg een reden voor een vogelrijke tuin, is een Amerikaans onderzoek van enkele jaren geleden. Huizenkopers bleken meer te willen betalen voor een huis met veel vogels in de tuin.
Vogels voeren kan het hele jaar, maar de meeste mensen beginnen ermee in de herfst, als de temperatuur daalt en de dagen korter worden. Op dat moment liggen de winkelschappen vol vetbollen, strooivoer en pindanetjes. En dan is er natuurlijk de nieuwste voedertrend: potjesvoer. Er zijn glazen potten met vogelpindakaas, vogelhagelslag en andere vette mixen. De pot leg je op de zijkant in een speciaal voederhuisje waarna de vogels hem leeg kunnen pikken.
Ik weet niet hoe het in jouw tuin is, maar in ons tuintje jagen de vogels er makkelijk een vetbol per dag doorheen. Om de kosten binnen de perken te houden, kun je zelf vetbollen maken. Daarvoor smelt je frituurvet en roert daar een gelijke hoeveelheid gemengd vogelzaad doorheen. Als het iets is afgekoeld giet je de substantie in een vorm en je steekt er een ophangdraadje in. Het complete recept vind je op de website van de Vogelbescherming. Heb je de smaak te pakken, maak dan ook eens een decoratief vogelbuffet.
Ze jagen er makkelijk een vetbol per dag doorheen
Helemaal gratis is vogelvoer ‘uit de natuur’. Je kunt je tuin zo inrichten dat vogels er allerlei eten kunnen vinden. Bomen en struiken met bessen zijn populair, denk aan lijsterbes, hulst en klimop. Maar ook zaden van bijvoorbeeld zonnebloem, kaardenbol of teunisbloem. Veel tuinvogels eten insecten, wormen en slakken. Die vinden ze tussen planten, op bloemen, en onder takken en bladeren. Leg dus geen barbecueplein aan, maar maak een groene tuin. Een lijst met geschikte planten vind je hier.