Zomers Zindelijk

De zomervakantie is niet alleen de tijd om tot rust te komen en allerlei leuke dingen te doen met je gezin. Het is ook het ideale moment voor het zindelijk worden van je peuter van ongeveer 2 jaar.

Het is dan makkelijk en leuk, en als het lukt ben je een jaar eerder uit de luiers. Dat is beter voor het milieu en kan een boel geld besparen.

De moderne mythe is dat zindelijk worden vanzelf gaat. Wij willen niet de Chinese tijgermoeder uithangen, maar hebben toch wel heel andere ervaringen. De zomer rond het tweede jaar van een kind is het beste moment om ermee te beginnen.

De moderne mythe is dat zindelijk worden vanzelf gaat.

 1: Zodra kinderen goed kunnen zitten (vóór hun eerste jaar) kun je ze twee of drie keer per dag op het potje zetten.

Liefst op vaste tijden. Zelf deed ik het ’s ochtends direct na het wakker worden, na het middagslaapje en ’s avonds voor het slapen gaan. Uit bed, kleddernatte luier uit en op het potje wennen aan het wakker zijn. Ik gaf ze dan een bekertje drinken en een boekje. Door de jonge leeftijd waren ze nog niet in de ‘nee-fase’. Ze raakten eraan gewend en er zelfs aan gehecht. Het zindelijk worden was in eerste instantie niet het doel, maar het tevreden op het potje leren zitten. Ons potje was een ouderwets exemplaar uit de familie. Met een rugleuninkje en een riempje, waardoor ze lekker tevreden bleven zitten. En als ze toevallig wat in het potje deden kregen ze natuurlijk een pluim.

 

2: Is je kind al 2 jaar of ouder, dan kun je ook zonder deze potjes-voorsprong beginnen met het helpen droog worden.

Zet het kind in elk geval ’s ochtend direct na het wakker worden op het potje. Neem de tijd, sta desnoods iets eerder op. Blijf erbij, lees wat voor, doe een spelletje, maak er iets leuks van. Hebben ze iets gedaan: veel complimenten en eventueel samen het potje naar de wc brengen en legen.

3: Gebruik een paar vakantieweken om er echt voor te gaan.

Leg vrolijk en vriendelijk de bedoeling uit aan je peuter. Je wordt al zo groot! We gaan samen onderbroekjes kopen. De luier gaat (overdag ) uit. Als je moet plassen graag op het potje. Met drie zonen hadden wij een extra troef. Buiten mochten ze tegen de boom. Oudere broer of buurkleuter deed het voor: kijk, tegen de boom plassen is stoer.

4: Bedenk een beloning.

Zelf maakte ik een spaarkaart. Elke plas in het potje of bij de boom was goed voor een sticker, veel complimenten en knuffels. In het begin was ‘op weg naar de boom’ ook al goed. Een volle spaarkaart was goed voor een cadeautje*, pakje Lego of iets naar keuze van de kleine onderbroekenman.

5: Ongelukjes zijn niet erg.

Kan gebeuren, volgende keer beter. Geef zonder veel ophef schone kleren. Grijp niet terug naar de luier, dat is verwarrend en niet nodig. Laat de luier uit, bescherm alleen als het echt nodig is de ondergrond (in de auto, op bezoek). Blijft het kind overdag droog, ga het dan na een maand of twee ook ’s nachts proberen. Zijltje in bed en weer een spaarkaart.

6: Tel uit je winst:

Als je kind rond de leeftijd van tweeënhalf zindelijk wordt in plaats van rond de drieënhalf, scheelt dat bij gebruik van de duurste luiers en doekjes al snel € 1.000.

Marieke Henselmans

*Cadeautip: een zelfgemaakt prentenboek met je peuter in de hoofdrol

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *