Je winkelwagen is momenteel leeg!
11 kledingstukken… 30 combinaties!
Anne Marie van der Veen is ambachtelijk kleermaker. Haar passie? Textiel een tweede leven geven. Ze ontwierp elf kledingstukken die samen een ideale garderobe vormen.
‘Van jongs af aan had ik heel eigen ideeën over kleding. Als tiener van dertien maakte ik al zelf mijn kleren’, vertelt Anne Marie van der Veen. Ook aandacht voor duurzaamheid werd haar met de paplepel ingegoten. ‘Mijn ouders huldigden het standpunt: we hebben de aarde te leen, dus we moeten er zuinig mee omgaan. Bij ons thuis was ‘zuinig’ een manier van leven.’
Hergebruik
Na haar opleiding tot kleermaker richtte Van der Veen haar eigen modevakschool ‘KunstZinnig Textiel’ op om zo (de liefde voor) het vak door te geven. ‘Vaardige handen zijn belangrijk voor goede kwaliteit. Die kennis geef ik graag door.’
Het is haar passie om textiel een tweede leven te geven. ‘Veel van de stoffen die ik hergebruik krijg ik, veel mensen eten me inmiddels te vinden als ze bruikbaar textiel over hebben’, lacht ze: ‘Zelf verzamel ik ook materialen. Dat doe ik bijvoorbeeld via mijn relaties in de confectiebranche. Voor een nieuwe collectie worden vaak wel vijftig verschillende stofstalen gemaakt. Daar wordt er uiteindelijk maar één van gebruikt. Ik gebruik dan dankbaar de ongebruikte stalen en geniet dan van de geweldige kwaliteit van die stoffen.’
Zelf maken
Haar hang naar duurzaamheid bracht Van der Veen in haar woonplaats Zwolle in contact met de duurzaamheidsbeweging. Ik werd geïnspireerd door onder meer trendwatcher Lidewij Edelkoort, mode-ontwerpster Map Renes en Marieke Eyskoot (zie ook het artikel op pagina ..) om praktisch na te gaan denken over oplossingen. Niet bijdragen aan de verspilling in de kledingindustrie betekent voor mij: zelf maken van duurzaam en recycled materiaal.
‘Bij ons thuis was “zuinig” een manier van leven’
Ik heb me toen letterlijk afgevraagd: stel ik koop niets. Wat heb ik dan nodig om genoeg kleding te hebben? Daarbij ben ik natuurlijk uitgegaan van mijn eigen situatie. Soms moet ik er representatief uit zien, voor een lezing of bijeenkomst. Verder geef ik les maar ben ook moeder en huisvrouw. Andere vragen die ik mezelf eerst heb gesteld: wat wil ik laten zien? Hoe wil ik overkomen? En vooral: Waar word ik blij van?
Vervolgens ben ik gaan ontwerpen: zoveel ‘bovenkantjes, zoveel ‘onderkantjes’. Daarna heb ik een stoffenkaart gemaakt, waarbij ik oplette dat alle te gebruiken stoffen goed bij elkaar combineerden. Ik kwam toen uit op 11 kledingstukken en twee paar schoenen. En niet te vergeten: drie tassen. Een clutch, een Big Shopper en een speciale rugzak. De tassen zijn ontworpen door Rina Sikkema. De speciale rugzak heeft ze zo gemaakt dat ik er precies al mijn spullen in kwijt kan als ik onderweg in de trein wil werken. De tassen kunnen volledig gerecycled worden.
De twee paar schoenen vormen qua duurzaamheid de zwakste schakel, want die kon ik niet zelf maken. Ik heb ze geselecteerd op kwaliteit en het feit dat ze langer dan een of twee seizoenen mee moeten gaan.
Dat laatste geldt overigens ook voor al mijn kledingstukken: ik slijt geen kleding, ben niet gevoelig voor modegrillen. Voor mij gaat het vooral om kwaliteit en stijl. Wat doet kleding met je? Als je je goed voelt in een kledingstuk dan laat dat je stralen.
Het groene jasje was het begin, dat heb ik als eerste gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat ik het – in combinatie met de tien andere kledingstukken – minstens vijf seizoenen met plezier zal dragen. Net als de tassen.
Te zien op de foto’s: met 11 kledingstukken maakt Anne Marie van der Veen 30 combinaties: ‘mijn badpak, sportkleding en ondergoed heb ik bij deze 11 kledingstukken niet meegeteld, maar met deze garderobe kan ik in lente en zomer prima uit de voeten. Zodra ik daar tijd voor heb ga ik op deze manier ook mijn nieuwe herfst- en wintergarderobe maken’.