Je winkelwagen is momenteel leeg!
Koektrommelgitaar
Heb je de consumptieblues? Speel koektrommelgitaar! De driesnarige cigar box guitar ontstond in de negentiende eeuw onder muzikale Amerikanen die geen nieuw instrument konden betalen. Ze maakten die helemaal van (bijna) gratis materiaal – inclusief snaren van o.a. hordeuren.
Improviseren met wat je voor handen hebt staat bij de bouw van dit instrument voorop.
Werkbeschrijving
Deze versie bevat behalve drie stalen gitaarsnaren alleen gekregen en gevonden onderdelen. De koektrommel kreeg ik gevuld en wel; de rest bleek ik ooit van de straat te hebben geraapt.
Een verkorte werkbeschrijving
met foto’s vind je in Genoeg 109
Nodig voor deze versie:
Materiaal:
- houten balkje van 56 x 26 x 772 mm
- 12 spijkers van 2 mm diameter
- schroefjes
- 3 80 mm schroefogen M6
- 6 moeren M6
- metalen Ikeakasthoekstuk 31 x 41 x 46 mm
- 2 metalen ringetjes van 20 en 13 mm
- dun plankje hout 56 x 64 x 3 mm
- NEMEF-sleutel met baard en stok van 5 mm dikte
- leidingzadel 11 x 67 mm
- koektrommel (215 x 250 x 97 mm van Delacre)
- karton of sappak
- setje stalen gitaarsnaren
- 52 mm M3 boutje
Uiteraard kun je variëren met wat je zelf zoal hebt rondslingeren.
Gereedschap:
- tekenhaak
- kaarsrecht stuk metaal van minimaal 50 cm (lineaal, deurdrempel, etc.)
- kapzaag of ijzerzaag
- scherpe beitel
- houtrasp
- houtschaaf
- kniptang
- ijzervijlen groot, klein, plat, driehoekig en rond
- schuurpapier
- secondenlijm
- boormachine
- boortjes
- schroevendraaier
- watervaste marker
- hamer
- dikke spijker
- plakband
- stemapp(araat)
- 10 mm moersleutel (die gebruik je als stemsleutel)
De hals
Kies voor de hals hout dat kaarsrecht is – kijk er in de lengte langs om te oordelen. Hier is dat ruw eikenhout waarvan de nerf niet netjes recht loopt − niet ideaal vanwege risico op kromtrekken, maar het beste wat ik had. Op de balk teken je twee posities af die samen de mensuur (de maximale trillende snaarlengte) bepalen: die van de brug (waar de snaren op de kast overheen lopen, hier 54 mm vanaf de onderkant) en die van de kam (waarover snaren naar de stemknoppen geleid worden, hier 92 mm vanaf de bovenkant). De mensuur is hier dus 772-54-92 = 626 mm (andere maten zijn ook mogelijk).
Kijk eerst langs de hals of het fretboard voldoende vlak is; werk eventueel bij met schaaf en schuurpapier en controleer de vlakheid met een vlak plaatje (vensterglas, bijvoorbeeld). De fretposities hangen af van de mensuur en kun je uitrekenen met een online fret calculator. Er is hier op 19 frets gerekend; omdat ik vooraf niet wist dat de koektrommel klankkast werd en je al kunt spelen met 12 frets zijn alleen die hier aangebracht. Teken die posities zo precies mogelijk met de tekenhaak af, steeds gerekend vanaf de kam. Teken dan de breedte van het fretboard (hier over de hele lengte 44 mm) tussen de kam en de hoogste fret die je wilt aanbrengen (hier de 19e) netjes af met een recht stuk staal en verwijder met kleine zaagsneden en daarna beitel en houtrasp aan beide zijden overtollig hout (hier 5 mm). Geef daarna de doorsnede van de hals een halfovale vorm die lekker in de hand ligt met beitel, rasp, vijl en schuurpapier en maak vloeiende overgangen bij de kop en voorbij de hoogste fret.
Vijl precies op de afgetekende posities voor kam en frets gleufjes en maak daarin steeds een even diepe zaagsnede (0,5-1 mm). Vijl die vervolgens met de kant van een platte vijl tot netjes rechte v-vormige geulen (kijk langs het hout). Maak de spijkers ruw met schuurpaper om de lijm goed te laten pakken, en lijm ze met secondenlijm elk zo goed mogelijk waterpas in deze geultjes. Als de lijm hard is, knip dan de uitstekende spijkerpunten en -koppen af en vijl de uiteinden precies met de hals gelijk. Vijl ook lijmresten weg. Vijl de scherpe kanten van de fretten af en maak ze aan beide zijden netjes rond zodat je je vingers niet openhaalt bij het spelen. Kijk nu van brug naar kam langs de hals en vijl uit het lood liggende fretten zo recht mogelijk.
Stemknoppen
Haal met zaag, beitel, rasp en vijl bij de kop een laag hout van 11 mm dikte weg over de volle breedte van de hals en maak de aansluiting met de hals holrond met een vijl.
Monteer dan een hoekijzer. Bij dit exemplaar van Ikea is een derde gat met diameter 6 mm uitgeboord in de sleuf tussen de andere gaten. Om de drie gaten voldoende diep op de halskop te laten liggen is een extra plankje onder de kop toegevoegd (foto’s 6-7). Door het grote gat van het hoekijzer teken je op het plankje onder de kop de positie van de schroef af. Boor daar een gaatje en schroef plankje en hoekijzer vast aan de kop met twee vulringen.
Kast en staartstuk
Breng de vorm van het f-gat over op karton en knip die uit.
Teken met de marker rond deze vorm klankgatposities af op de onderkant van de koektrommel. Verwijder het deksel en laat de binnenzijde van de onderkant van de trommel steunen op afvalhout. Beitel met spijker en hamer gaatjes langs de binnenrand van de afgetekende f-vormen (zoals bij een prikblok) en sla als je de hele vorm gehad hebt met schroevendraaier en hamer de randjes tussen de gaatjes door, zodat de ‘f’ eruitkomt.
Maak op dezelfde manier in het midden van de halskant van de trommel tegen de rand een x-vormige set sleuven om een passende opening (hier 56 x 26 mm) voor de hals te maken. Zo ontstaan vier ‘blikflappen’; stans de vouwranden daarin met vijl of schroevendraaier en vouw ze naar binnen.
Dan kan de hals vastgezet worden. Teken de doorsnede van de onderkant van de hals af op een kartonnetje en knip het uit. Schuif de hals in de kast en zorg ervoor dat de onderkant van de hals precies in het midden van de kast eindigt. Zet het leidingzadel (het ‘tunneltje’) midden op het afgetekende kartonnetje en teken de schroefgaten af. Plak het kartonnetje met plakband midden op de ‘brugkant’ van de kast, daar waar aan de binnenzijde de hals tegen de kast aanligt. Klem de gitaar vast op je werkbank en sla op de gemarkeerde plekken op het kartonnetje met een spijker kuiltjes in het blik. Boor dan vanuit die kuiltjes twee gaatjes door het blik in de hals. Schroef het leidingzadel (bevestiging voor een draagkoord) met twee schroefjes door de kast vast. Schroef in de trommel bij het halsgat de hals vast aan de lip blik die naar binnen steekt. Als er dan nog wat beweging in de hals zit ten opzichte van de kast, duw dan aan de buitenzijde tussen het blik en de hals een dun stukje karton of hout (zoals een ijsstokje) om het geheel goed vast te zetten.
Zet de gitaar vervolgens rechtop met de frets naar je toe en teken onderaan de klankkastbovenzijde drie posities af waar de snaren bevestigd gaan worden (de buitenste gaten op 16 mm afstand van het middelste). Klem de gitaar even vast en sla met spijker en hamer drie gaten van binnen naar buiten door de blikrand. Trek dan drie gitaarsnaren (hier lage E, A en G) van buiten naar binnen door de gaten.
Stemmen
Draai op de schroefogen een moer tot halverwege, steek ze door het hoekijzer en bevestig de tweede moer aan het uiteinde. Trek een snaar strak door een schroefoog, buig om, wikkel het snaaruiteinde een of twee keer dusdanig om snaar en oog dat dit straktrekt bij spannen en trek het uiteinde aan. Draai het losse zwiepende uiteinde van een snaar dan in een rolletje. Draai de snaren een beetje op spanning, bevestig het M3-boutje als kam onder de snaren en duw de sleutel voorzichtig (vanwege krassen) onder de snaren op de positie van de brug. Stel met een 10 mm-moersleutel de snaren dan op zoveel spanning dat er een toon uitkomt. Rek de snaren langs de hele lengte met de hand wat uit en draai opnieuw op voldoende spanning – doe dit met de fretkant van de hals van je af (of draag een veiligheidsbril): mocht de snaar knappen, dan zwiept die niet in je gezicht.
Nu kan het ‘ontratelen’ van de frets beginnen: een precies, mogelijk langdurig karweitje waarvoor veel geduld nodig is. Begin bij de eerste fret vanaf de kam en test per snaar voor iedere fret hoe het klinkt. Als je een snaar indrukt vlak voor een fret (gezien vanaf de kam richting de fret) moet je een volle toon horen; hoor je gezoem of geratel dan komt de trillende snaar tegen andere frets richting de brug aan, en moeten te hoge frets bijgevijld worden. Meestal is de volgende fret richting de brug te hoog, maar kijk terwijl je test goed langs de frets dwars op de hals. Soms is het een fret (veel) verderop – en vijl je de verkeerde fret te ver af, dan kunnen alle overgebleven frets ook gaan ratelen en blijf je heel lang bezig.
Als dit klaar is en geen enkele fret meer ratelt kun je de snaarlengte van de gitaar precies afstemmen (intoneren) door de brug (de sleutel) op precies de juiste positie te schuiven. Verschuif die dusdanig dat een bij de 12e fret gefrette snaar een toon van precies een octaaf hoger laat horen (schuin zetten van de sleutel is soms nodig om alle drie de snaren precies goed te intoneren).
Dan kan de gitaar gestemd worden met de moersleutel. Meestal wordt de open stemming G – D – g gebruikt. Druk terwijl je met je ene hand de moersleutel spant de tweede moer of het schroefoog aan met je duim van je andere hand – zodat de snaar niet tordeert of verticaal beweegt maar alleen uitrekt. Zo kun je preciezer stemmen. Nieuwe snaren ontstemmen snel, dus houd de moersleutel bij de hand.
En dan kun je eindelijk gaan spelen. Op youtube vind je vele gratis lessen als je zoekt op cigar box guitar.
Meer bouwuitleg nodig? De Amerikaanse jongen die me inspireerde, legt zijn gitaarversie uit in een filmpje van 20 minuten. Hij kocht alle onderdelen voor nog geen $10 bij de bouwmarkt. De Genoeg-lezer scharrelt ze natuurlijk gewoon bij elkaar.