Je winkelwagen is momenteel leeg!
Zelf bloemen zaaien
Op dit moment kun je in het tuincentrum volop potjes met eenjarige bloeiers kopen. Maar waarom zaai je ze niet zelf? Het is ontzettend makkelijk, stukken goedkoper en ook nog eens veel duurzamer.
Ik verbaas me over wat je op dit moment allemaal al kunt kopen in het tuincentrum. Tomatenplantjes waar al rode vruchten aan hangen, margrieten die al volop bloeien. Als je zelf groenten en bloemen teelt, weet je dat de natuur hier een behoorlijk handje geholpen is. Tuinders die al in februari tomaten zaaiden thuis in de vensterbank, hebben nu kleine plantjes waar nog geen bloempje, laat staan vruchtje aan zit. En om die eenjarige margrietjes zo mooi te krijgen, is veel energie en vaak ook gif nodig, blijkt uit een in 2014 verschenen rapport van Greenpeace.
Voor een verhaal over duurzaam tuinieren in OneWorld, sprak ik vorig jaar Kees Kodde van Greenpeace. Hij raadde me aan zelf te zaaien. Dat is goedkoop en bovendien zijn biologische zaden makkelijk verkrijgbaar. Adressen vind je via zaadgoed.nl. Ook tipt hij lokale stekjesmarkten, waar je planten koopt en ruilt. ‘Maar blijf vooral ook naar het tuincentrum gaan en vraag daar naar biologische planten”, zegt Kodde. “De tuinsector loopt in milieuvriendelijkheid mijlenver achter op de voedingssector. Hoe meer druk er is vanuit de consumenten, hoe groter de kans dat er een omslag komt.’
Inmiddels heb ik het advies van Kees Kodde braaf opgevolgd en ben ik helemaal gewonnen voor het zelf opkweken van zomerbloeiers. Nee, nog geen kleurenexplosie in mijn tuin op dit moment. Een enkele primula, een paar boshyacinten en wat longenkruid is waar ik het mee moet doen. Maar ik heb iets anders waar ik volop van geniet: een vensterbank vol aandoenlijke babyplantjes. Kleine zinnia’s op fragiele steeltjes, asters die hun eerste blaadjes ontvouwen en de eerste sprietjes van de lathyrus.
Zelf bloemen kweken doet iedereen op zijn eigen manier. Zelf begin ik in februari met een schema waarin ik de bloemen zet met daarachter het zaaimoment en het moment dat ze naar buiten kunnen. Veel zaai ik voor in bakjes: eerst strooi ik wat zaadjes in een plastic bakje met een dekseltje. Ik gebruik er zaai- en stekgrond voor, omdat je de plantjes daar later makkelijk uit kunt halen. Het dekseltje zorgt voor een goed microklimaat. Als de zaailingen vier blaadjes hebben, zet ik ze ieder apart in een klein potje met potgrond. Plantjes die van warmte houden, blijven nog even op de vensterbank in een onverwarmde kamer. De andere planten gaan overdag naar buiten en mogen ‘s nachts en bij hevige kou nog even binnen staan. Zijn de plantjes stevig, dan kunnen ze naar buiten.
Er zijn bloemen die ik ter plekke zaai. Korenbloemen, vlas en klaprozen bijvoorbeeld omdat je die niet kunt verspenen. Maar ook goudsbloemen, oostindische kers en afrikaantjes omdat die zo makkelijk groeien dat ze het ook zonder couveusetijd op de vensterbank wel redden. Op zaadzakjes vind je doorgaans genoeg informatie, anders heeft het internet op elke vraag wel een antwoord.
Het leuke van veel zelfgezaaide bloemen is dat ze beter groeien als je ervan plukt. Zo heb je de hele zomer gratis kleurige en milieuvriendelijke boeketjes. Van de meeste bloemen heb ik het eerste jaar het zaad gekocht, daarna win ik zelf de zaden. En sommige bloemen, zoals kamille en vergeet-me-nietjes zorgen voor zichzelf: die zaaien zich na de bloei uit. Als je niet te rigoreus schoffelt, kun je hun nakomelingen in het vroege voorjaar voorzichtig uit de grond halen en op de plek zetten waar je ze graag wilt hebben.