Maak je eigen insectenhotel

De natuur is in het voorjaar op zijn mooist. De bloemen bloeien en de bijen zoemen. Maak van je tuin een paradijs voor nuttige insecten door zelf een insectenhotel te maken!

Nuttige dieren

Insecten spelen een belangrijke rol in de ecologische kringloop. Ze ruimen afval op, ze bestuiven planten en dienen als voedsel voor vogels. Maar het gaat niet goed met ze, zo bleek uit wetenschappelijk onderzoek in opdracht van Natuurmonumenten. Een belangrijke oorzaak is de intensivering van de landbouw. Ook versnippering van natuurlijke leefgebieden draagt mogelijk bij aan de afname. In je eigen achtertuin kun je deze grotere problemen niet volledig oplossen, maar je kunt wel een kleine bijdrage leveren. Bijvoorbeeld door een insectenhotel te maken: een plek waar bijen, vlinders en andere beestjes kunnen nestelen.

Zelf maken

In tuincentra, bouwmarkten en dierenwinkels kun je kant-en-klare insectenhotels kopen. Maar zelf maken kan natuurlijk ook! Op internet vind je heel veel leuke voorbeelden. Er zijn heel eenvoudige hotels die je maakt van een leeg conservenblik waar je strootjes in legt. En vijfsterrenhotels die ruimte bieden aan heel veel verschillende insecten. Onze tips:

  • Een design insectenkast met een stap-voor-stap werkbeschrijving op de website van Praxis.
  • Een makkelijk te maken upcycle insectenhotel van oude blikjes met deze instructie.
  • Houd je van wild en natuurlijk? Kijk dan eens op dit Engelstalige blog van Insteading.

Hoe biedt jouw insectenhotel een zo goed mogelijk onderdak aan bijen en vlinders? Wat voor materiaal gebruik je? Hoe groot moeten de gaatjes zijn? De Vlinderstichting heeft een lijst gemaakt van dingen waar je op moet letten. Zo moet de diameter van de boorgangen en stengels variëren tussen de twee en negen millimeter. Ook moeten de gaten of stengels aan één kant dicht zijn. Een waterdicht dakje is aan te raden. Veel kant-en-klare insectenhotels voldoen niet aan deze eisen. De Vlinderstichting geeft ook advies over de beste locatie. Je insectenhotel plaats je op een zonnige plek in een omgeving met veel inheemse bloemen.

Planten en rommelhoekjes

Ook zonder insectenhotel kun je je tuin aantrekkelijk maken voor insecten. Wees niet te netjes, maar zorg voor rommelhoekjes die je zo veel mogelijk met rust laat. Boomstammetjes, een bergje stro of een hoopje dennenappels: insecten zullen er schuilen en nestelen. Bekijk ook eens deze lijst van planten en bloemen waarmee je bijen, vlinder en andere insecten aantrekt.

Foto boven bericht: Markus Winkler via Unsplash.

Vogels in de winter

Vogels voeren kun je het hele jaar doen maar vooral in de maanden dat het erg koud kan zijn, kunnen ze wel wat extra gebruiken. Ook water is belangrijk.

Voeding

In een koude winternacht kunnen kleinere vogels wel 10 procent van hun gewicht kwijtraken. Ze kunnen dus wat extra energie gebruiken. Bij koud weer is het goed om voer met vet te geven. Beslist geen boter of vloeibare olie, want dat is erg slecht voor ze, maar bijvoorbeeld pinda’s, zonnebloempitten of vetbollen. De Vogelbescherming is geen voorstander van de bollen in plastic netjes die je op veel plaatsen kunt kopen. Vogels kunnen erin verstrikt raken en ze zorgen voor zwerfafval. Er zijn vetblokken te koop zonder net, of maak zelf vetbollen!

Water

Water is erg belangrijk voor vogels, ook in de winter. Vooral vogels die zaad eten moeten geregeld een slokje nemen, anders drogen ze teveel uit. Meestal kunnen vogels makkelijk aan water komen in de winter. Desnoods eten ze sneeuw. Bij droogte en vorst kun je ze helpen door een schaaltje water in je tuin te zetten. Dat kan een officiële drinkschaal zijn, maar bijvoorbeeld een onderschotel van een bloempot werkt even goed. Ververs het elke dag, als het bevriest wat vaker. Je hoort weleens dat het goed is suiker of zout toe te voegen om te voorkomen dat het water bevriest. Doe dat vooral niet, want suiker is schadelijk en zout zorgt voor nog meer dorst. Bij heel strenge vorst kun je wat ijs tot gruis maken, zodat vogels de brokjes kunnen eten.

IJsbad

Het schaaltje water kan meteen ook als bad dienen. Je moet er zelf niet aan denken met die kou, maar ook in de winter kun je een merel of een mus lekker zien badderen. Vogels gaan het hele jaar door geregeld in bad om hun veren schoon te maken en om parasieten kwijt te raken. Zelfs als het lichtjes vriest kan zo’n bad weinig kwaad, omdat het verenkleed vet is en waterdruppels er meteen vanaf rollen. Bij strenge vorst kun je beter geen waterschaal neerzetten. Lees hier meer tips over water voor vogels.

Eendjes voeren

Over het voeren van eendjes worden felle discussies gevoerd. Geen probleem, zegt de een. Maar volgens de ander worden de watervogels er ziek van. Eerder concludeerde de Volkskrant na een fact check dat het onwaarschijnlijk is dat eenden die brood eten eerder dood gaan. De Vogelbescherming ziet geen problemen, mits je verstandig voert: houd het bij hooguit een kapje brood, en probeer ook eens droog graan zoals mais of doperwten. Zorg dat er geen voer blijft liggen. Alles moet opgaan waar je bij staat.

Afbeelding bij bericht: Siegfried Poepperl via Unsplash

Goed stoken: niet te warm, niet te koud

Bij veel mensen gaat deze tijd van het jaar de verwarming weer aan. Hoe stook je verstandig? Alvast een tipje van de sluier: zet de thermostaat niet te hoog, maar zeker ook niet te laag.

In de nacht

Over zuinig stoken hoor je nogal eens tegenstrijdige verhalen. Jij vertelt bijvoorbeeld dat je ’s nachts de verwarming op 15 graden zet. Volgens je buurman is dat onverstandig omdat je huis dan teveel afkoelt waardoor de cv-ketel ’s morgens extra hard aan het werk moet. Wat je ’s nachts bespaart zou daardoor direct weer teniet worden gedaan. In dit geval heb jij gelijk. Volgens Milieu Centraal is het een fabel dat je ’s nachts je huis op temperatuur moet houden. De hele nacht stoken kost meer energie dan ‘s ochtends opwarmen. De thermostaat ’s nachts op 15 graden zetten levert je al € 80,- per jaar op. Maar let op, er is een uitzondering. Heb je vloerverwarming? Zet je thermostaat dan op 17 of 18 graden, anders duurt het opwarmen te lang.

Verwarming niet te laag – minimaal 15 graden

Kun je de verwarming ’s nachts niet beter helemaal uit zetten? Nee, adviseert het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het RIVM adviseert om het, ook ’s nachts, niet kouder te laten worden dan 15 graden. Bij lagere temperaturen kan vocht namelijk neerslaan op de ramen of in muren en plafonds trekken. Daardoor kunnen er schimmels ontstaan. Warme lucht kan meer vocht opnemen. Dat helpt om, samen met goed ventileren, het teveel aan vocht in de woning kwijt te raken.

Luchtvochtigheid

Een woordvoedster van Milieu Centraal legt uit dat dit advies om de verwarming niet te laag te zetten, geldt voor de woonkamer. In bijvoorbeeld de slaapkamer kun je de radiator uitzetten, omdat die via de vloer en de wanden indirect toch wel wat verwarmd wordt. En doordat in het stookseizoen slaapkamers meestal worden geventileerd met koudere buitenlucht, wordt het niet te vochtig in de slaapkamer. De koudere buitenlucht wordt namelijk in huis opgewarmd waardoor de luchtvochtigheid daalt.

Wel is het goed om de slaapkamerdeur dicht te houden, zodat er geen warme vochtige lucht uit bijvoorbeeld de badkamer naar de slaapkamer stroomt en daar afkoelt en condenseert. Ook is het goed om de luchtvochtigheid te checken met een hygrometer. Als de luchtvochtigheid wekenlang 70% of meer is, is het nodig om de ventilatie te checken. Heb je een automatisch ventilatiesysteem, kijk dan of het op de juiste stand staat en goed functioneert. Ventileer je via roosters, check dan of ze goed open staan en schoon zijn. Als dat niet helpt, kun je meer gaan verwarmen om het vocht weg te krijgen.

Wil je meer weten over gezonde lucht in huis? Kijk op de website van het RIVM. Tips voor zuinig stoken vind je op de website van Milieu Centraal.

Slow fashion is pas écht duurzaam

Kleding van natuurlijke materialen lijkt duurzaam, maar is dat vaak niet. Milieu Centraal liet doorrekenen hoe vervuilend verschillende kledingstoffen zijn voor het milieu. Wol en zijde scoorden veruit het slechtst. Wat wel duurzaam is? Slow fashion.

Wol

Niks duurzamer dan de geitenwollensok zou je denken. Mis dus. De sokken worden, anders dan de naam doet vermoeden, gemaakt van schapenwol. Volgens Milieu Centraal niet zo eco omdat de boeren en scheten van de schapen het broeikasgas methaan in de lucht brengen. Ook hebben grazende schapen veel land nodig. Het scheren is vaak dieronvriendelijk. Ook zijde is geen goede keuze als het gaat om dierenwelzijn en milieu. De rupsen worden levend gekookt en voor de productie van zijde is veel energie en water nodig.

Recyclen

Wat is dan wel een goede keuze? Kleren van recycled katoen kwamen veruit als beste uit de test. Er hoeft geen gewas voor te worden verbouwd, er komt geen dierenleed bij kijken en katoen draagt niet bij aan de plastic soep. Alle andere stoffen, of het nu katoen is of synthetisch materiaal, verschillen niet veel van elkaar als het gaat om milieuimpact. Katoen belast het milieu vooral bij de productie: er is veel water nodig en veel bestrijdingsmiddelen. Synthetische stoffen als fleece zijn gemaakt van gerecycled materiaal, maar dragen tijdens het wassen juist weer bij aan de vervuiling van de wereldzeeën.

Slow fashion

Kleding van recycled materiaal is nog maar beperkt verkrijgbaar. En de meeste modemerken vernieuwen hun collectie elke 3 tot 6 weken. Meedoen met de laatste trends betekent dan ook voortdurend heen en weer lopen tussen de kledingwinkel en de textielcontainer. Maar geen nood, want er is een nóg betere optie: Slow Fashion. Je kiest hierbij bewust niet voor de zogenaamde (ultra) fast fasthion, en gaat zoveel mogelijk voor duurzaam, holistisch en tweedehands. Zo krijg je een garderobe van tijdloze en kwalitatief goed kleding, met je geheel eigen stijl.

No buy challege

En natuurlijk kun je ook gewoon helemaal niks kopen. No buy challenges zijn er tegenwoordig in veel vormen en ze hebben allemaal één ding gemeen: je koopt een tijdje helemaal niks (nieuws). Zo kun je beginnen met een maand geen nieuwe kleding kopen, of voor de gevorderden koop je een jaar lang helemaal niks nieuws. Voor ieder is er wel een uitdaging! Feit is in ieder geval dat zo’n challenge je met de neus op de feiten drukt van hoe vaak we dingen (nieuw) kopen. Ook kan dit je leren om veel bewuster om te gaan met de spullen die je al in huis hebt.

5 manieren om appels te bewaren voor later

Herfst betekent appels! De oude boom in mijn volkstuintje geeft denk ik wel meer dan duizend vruchten. Het oogsten is een feestje. Maar zoveel appels, wat doe je ermee? Naast direct consumeren zijn er nog vijf manieren om appels te verwerken. Ook handig voor wie een appelboom adopteert, of voor wie groot inkoopt nu de appels goedkoop zijn.

De appels in mijn moestuin zijn van het ras Alkmene. In de handel kom je deze appel zelden tegen, omdat hij relatief kort houdbaar is. Afgezien daarvan zou driekwart van mijn appels de winkel niet halen. Aangevreten door de vogels, bewoond door wormpjes, rot of te klein. Verder heb ik een paar Siamese appels en wat appels met een bochel. Zelf vind ik die het leukst, maar ik vrees dat ze een officiële fruitkeuring niet doorkomen. Ik zit dus elk jaar met een gigantische berg beperkt houdbare appels. We eten thuis heel wat appels uit de hand en delen veel uit, maar nog altijd blijft er veel over, vooral exemplaren met een vlekje of een wormpje. Wat kun je ermee?

Vers verwerken

Het liefst consumeren we de appels zo snel mogelijk. Ze horen bij de smaak van dit seizoen, net als de bramen en frambozen. We maken af en toe een appeltaart en persen elke dag vers appelsap. Voor dat laatste hebben we ooit een eenvoudige en niet zo dure sapcentrifuge gekocht. Het sap is heerlijk: natuurtroebel met een zacht schuimlaagje. Verder doen de appeltjes het goed in de havermout en de yoghurt, of (gebakken in wat boter) op brood.

Naast vers verwerken, zijn er nog 4 verwerkingsmethodes waarmee je appels kunt conserveren:

1. Appelmoes maken

Appelmoes maken is één van de makkelijkste manieren om je appels te conserveren. Het meeste werk is het schillen en in stukjes snijden van de appels, maar dat geldt voor de meeste verwerkingsmethodes. Per kilo appels voeg je een eetlepel suiker, 100 ml water, een scheutje citroensap en naar smaak een theelepeltje kaneel toen. Laat alles in een pannetje ongeveer een kwartier pruttelen. Voor gladde appelmoes haal je de staafmixer door de pan, maar je kunt de appels ook heel laten of lichtjes fijndrukken met een vork of stamper. Doe de moes in brandschone glazen potjes met twistdeksel (hergebruikte potjes van jam, groenten of sauzen), zet ze even op de kop en laat ze daarna rechtop afkoelen.

2. Stroop maken

Van vers geperst appelsap kun je stroop maken. Eerst zeef je het sap, daarna laat je het (uren) inkoken tot het stroop wordt. Het leuke is dat je niets hoeft toe te voegen. Het ingedikte sap is zoet van zichzelf. Stroop is ook dé manier om van een enorm overschot aan appels af te komen. Een liter appelsap levert maar 100 ml stroop op. Een goed recept vind je op de website van Landleven.

3. Drogen

Een andere manier om je appels geheel naturel te verwerken, is drogen. Daar zijn allerlei manieren voor. Meestal boor je het klokhuis uit de appel en snijd je de vrucht daarna in ringen. Die ringen kun je om een stok schuiven en boven een kachel of radiator laten drogen. Het kan dagen duren tot de appeltjes mooi droog zijn. Je kunt de ringen ook langzaam en op lage temperatuur in de oven drogen: ongeveer 6 uur bij 70 graden. Voor grotere hoeveelheden is een droogkast of voedseldroger aan te bevelen. Het is een aanschaf, maar je kunt er allerlei soorten fruit en groenten in drogen. Op de site van Diana Stek lees je hoe zo’n kast werkt.

4. Invriezen

Net als veel ander fruit kun je ook appels invriezen. Daarvoor snijd je ze eerst in partjes. Appels worden snel bruin in de vriezer, waardoor ze er onaantrekkelijk uitzien. Je kunt dat enigszins voorkomen door de partjes voor het invriezen 20 minuten te weken in een oplossing van 2 eetlepels citroensap op een liter water.

5. Verwerken tot cider

Lekker, appelcider! Helemaal als je het zelf maakt natuurlijk. In een eerdere editie van Genoeg (nummer 122) staat uitgebreid en stap voor stap beschreven hoe je zelf cider maakt van je appeloogst. Download de pdf van dit artikel via onderstaande knop.

Afbeelding boven artikel: Nathan Hulsey via Unsplash.