Aan de slag bij Buurman: ‘Een bak maken is leuker dan er één kopen’ 

Lekker klussen, en dan ook nog met ‘gered’ hout. De eigenwijze bouwmarkt Buurman heeft de materialen, en ook de cursus als je het nog niet zelf kunt. Een middagje tussen het zaagsel, om een moestuinbak te maken. Eén van de deelnemers: ‘Ik zag het niet zo voor me, maar ik ben heel blij met het resultaat.’ Deze reportage uit Genoeg magazine lees je nu terug op de site!

Tekst: Marion Rhoen | Beeld: Buurman/Marion Rhoen

Houtworkshop

Welkom bij de workshop ‘Moestuinbak maken’ van Buurman Rotterdam. Martje van de Ven en Gabie Donkers (allebei 38) hebben geen last van alle tumult die in de werkplaats hoorbaar is. Ze dragen zelfs geen oorkappen om zich ertegen te beschermen. Geconcentreerd voeren de vriendinnen overleg over de poten van Gabies moestuinbak. Hoe zullen ze die precies bevestigen? Eronder, of langs de zijkant? Een werkbeschrijving hebben ze niet. Alle zeven timmerlui die hier zo verdiept zijn in hun werk, hebben een eigen bak ontworpen. 

Behalve de cursus is op deze zonnige zaterdag in mei bij Buurman dus ook de halfjaarlijkse boomzaagdag aan de gang. De hele dag komen bezoekers daar een kijkje nemen. Vrijwilligers en medewerkers van Buurman, gehuld in feloranje shirts, klossen ertussendoor op zware laarzen of werkschoenen, de oorkappen nonchalant op één oor als ze met iemand willen praten. Twee kinderen, een jaar of acht, het Buurman-shirt tot ver over de knieën, zijn met latten in de weer: iets maken voor papa, die hier vandaag aan het werk is bij de bomen. 

Steeds andere spullen

Anders dan bij de Praxis aan de overkant, weet je bij Buurman nooit precies wat er in de winkel ligt. Met elke levering komen andere spullen binnen. Daarom is de cursusmiddag in het magazijn begonnen. Daar heeft workshopleider Tristan Poelman laten zien wat er allemaal is op dit moment. Daarna hebben de zeven deelnemers (één man, zes vrouwen) kennis gemaakt met de afkortzaag, om planken op maat te maken. Plank eronder, een grote hendel naar beneden duwen waar de ronddraaiende zaag aan zit, en SNERP! Met een oorverdovend gejank gaat de plank in tweeën. 

Merel Nolet (26) heeft een mooi verweerde, enigszins kromgetrokken plank gekozen als zijkant en op haar werkbank gelegd. Maar Poelman vindt de bolling te heftig. ‘Zo krijg je straks te veel speling’, waarschuwt hij. Dus weer een loopje naar de voorraad, waar Nolet een nieuwe plank kiest. Tijdens het aftekenen van de juiste lengte zegt ze: ‘Mijn moeder heeft ook een moestuinbak, uit de winkel. Maar een bak maken is leuker dan er een kopen. Je doet iets met je handen. En dat je recyclet is ook mooi.’ Om daarna snel met haar plank naar de afkortzaag te verdwijnen, want die is even vrij. 

In de houtwerkplaats van Buurman
Foto: Buurman/Marion Rhoen

Creatieve behoefte 

Nolet is online marketeer, net als Gabie Donkers. Martje van de Ven is financieel projectleider. ‘Iets uit je handen zien komen wat je voor ogen hebt, dat geeft voldoening’, zegt Van de Ven. Ze heeft in Rotterdam een huis van honderd jaar oud gekocht, ‘en daar wil je dan van alles mee.’ Zo is ze aan het klussen geraakt. Donkers  doen. Het zijn wel vaak webdesigners, architecten, ontwerpers: mensen met een creatieve behoefte.’ Misschien hebben we dat directe, tastbare resultaat van onze acties wel nodig om tevreden te zijn over wat we doen. Dat is althans de overtuiging van een politiek filosoof en schrijver als Matthew Crawford. Deze Amerikaan zag het nut niet van zijn baan bij een denktank, nu maakt hij onderdelen-op-maat voor motorfietsen. 

Die behoefte aan tastbaar resultaat van wat je doet (en die niet bevredigd lijkt te worden achter een bureau met een computer), verklaart mogelijk de groeiende populariteit van Fablabs en makerspaces. Het aantal werkplaatsen met digitale machines die voor iedereen te gebruiken zijn, groeit gestaag: sinds het eerste FabLab in 2007 zijn deuren opende in Amsterdam, zijn er in het hele land 55 bij gekomen. Het aantal makerspaces staat nu op 20. Buurman op zijn beurt zag het aantal cursisten stijgen van vijf per week in 2015 (er werd toen één cursus gegeven) naar ongeveer veertig (op vier cursusavonden). Ook opende de Utrechtse Buurman zijn deuren.

Van stam tot plank 

Terwijl binnen de cursisten passen en meten met hun materialen en op hun beurt wachten voor de afkortzaag, janken buiten op de parkeerplaats de twee lintzagen op wielen. Die moeten vandaag een stuk of dertig boomstammen verwerken. Als een reusachtige kaasschaaf snijden ze de stammen tot planken. Zo’n verse plank voelt vochtig aan; het hout oogt een beetje kwetsbaar nu het binnenste van de bomen zo open en bloot ligt. Overal ruik je die kruidige geur van het hout.

Resultaat van de workshop

Het loopt inmiddels tegen vieren. Nog een uur te gaan en dan is de workshop afgelopen. Ligt iedereen een beetje op schema? Workshopleider Tristan Poelman: ‘Het is altijd even spannend. Maar ik ga niemand naar huis sturen met een halve bak. Vaak plakken we er een half uurtje aan.’

Vooral bij het ontwerpen heeft hij veel geholpen, ‘die voelt zich op haar beurt soms nuttiger als ze klust of naait dan in haar werk, zegt ze. Vrijwel alle deelnemers aan de workshops hebben kantoorbanen, zegt architect Laura Rosen Jakobson, medeinitiatiefnemer van Buurman. ‘Maar ze willen ook iets met hun handen fase is het belangrijkst. Nu is iedereen lekker zelf aan de gang.’ Hij heeft er een loungemuziekje bij opgezet. Gabie Donkers heeft alles op maat gezaagd, op de poten na. Nu is ze bezig de houten schroten vast te schroeven. ‘Het is spannend of het allemaal gaat passen. Maar ach, het is een moestuinbak, ik ga niet voor de schoonheidsprijs. Ik heb hem al kleiner gemaakt dan ik wilde, anders past hij straks niet in de auto.’

In de houtwerkplaats van Buurman
Foto: Buurman/Marion Rhoen

Buurman: bijzondere bouwmarkt

Buurman is een bijzondere bouwmarkt annex cursuslocatie. Hier wordt uitsluitend gewerkt met bouwafval. Al is ‘afval’ eigenlijk geen goed woord. De balken in diverse diktes en lengtes, houten platen van onder meer multi- en betonplex, kozijnen, deuren, verf, elektra: het is prima spul, soms met een kleine beschadiging. Het was alleen over na een bouwproject. Standaard wordt voor een project 10 procent extra materiaal besteld, zegt workshopleider Tristan Poelman. ‘Dan is het meteen voorhanden, mocht er meer materiaal nodig zijn.’ 

Goed materiaal verdient beter 

Het meeste restmateriaal van de bouw in Nederland komt in vermalen vorm onder wegen terecht, als fundering. Dat is ‘laagwaardige recycling’, maar goed materiaal verdient beter. In 2015 startten Bas van den Berg, Lenard Vunderink en Laura Rosen Jakobson Buurman. Vunderink en Rosen Jakobson zijn architect, Van den Berg studeerde business management en heeft grote belangstelling voor duurzaamheid. Bouwbedrijven, culturele instellingen en andere organisaties in de regio Rotterdam stellen hun restmateriaal gratis ter beschikking aan Buurman (laten ze het verwerken als afval, dan kost ze dat geld). Buurman verkoopt het materiaal en organiseert cursussen en teamuitjes. 

Werkplekken

Bij Buurman Rotterdam kun je overdag ook werkplekken huren, bijvoorbeeld als startende ondernemer. Ook is er een Buurman Utrecht. En in Noord- en Zuid-Holland zijn Buurmanmaterialen te vinden in vijf Rataplankringloopwinkels.

Deze reportage van Marion Rhoen verscheen eerder in Genoeg Magazine. Deze is iets aangepast voor publicatie online in 2024.

Maak je eigen insectenhotel

De natuur is in het voorjaar op zijn mooist. De bloemen bloeien en de bijen zoemen. Maak van je tuin een paradijs voor nuttige insecten door zelf een insectenhotel te maken!

Nuttige dieren

Insecten spelen een belangrijke rol in de ecologische kringloop. Ze ruimen afval op, ze bestuiven planten en dienen als voedsel voor vogels. Maar het gaat niet goed met ze, zo bleek uit wetenschappelijk onderzoek in opdracht van Natuurmonumenten. Een belangrijke oorzaak is de intensivering van de landbouw. Ook versnippering van natuurlijke leefgebieden draagt mogelijk bij aan de afname. In je eigen achtertuin kun je deze grotere problemen niet volledig oplossen, maar je kunt wel een kleine bijdrage leveren. Bijvoorbeeld door een insectenhotel te maken: een plek waar bijen, vlinders en andere beestjes kunnen nestelen.

Zelf maken

In tuincentra, bouwmarkten en dierenwinkels kun je kant-en-klare insectenhotels kopen. Maar zelf maken kan natuurlijk ook! Op internet vind je heel veel leuke voorbeelden. Er zijn heel eenvoudige hotels die je maakt van een leeg conservenblik waar je strootjes in legt. En vijfsterrenhotels die ruimte bieden aan heel veel verschillende insecten. Onze tips:

  • Een design insectenkast met een stap-voor-stap werkbeschrijving op de website van Praxis.
  • Een makkelijk te maken upcycle insectenhotel van oude blikjes met deze instructie.
  • Houd je van wild en natuurlijk? Kijk dan eens op dit Engelstalige blog van Insteading.

Hoe biedt jouw insectenhotel een zo goed mogelijk onderdak aan bijen en vlinders? Wat voor materiaal gebruik je? Hoe groot moeten de gaatjes zijn? De Vlinderstichting heeft een lijst gemaakt van dingen waar je op moet letten. Zo moet de diameter van de boorgangen en stengels variëren tussen de twee en negen millimeter. Ook moeten de gaten of stengels aan één kant dicht zijn. Een waterdicht dakje is aan te raden. Veel kant-en-klare insectenhotels voldoen niet aan deze eisen. De Vlinderstichting geeft ook advies over de beste locatie. Je insectenhotel plaats je op een zonnige plek in een omgeving met veel inheemse bloemen.

Planten en rommelhoekjes

Ook zonder insectenhotel kun je je tuin aantrekkelijk maken voor insecten. Wees niet te netjes, maar zorg voor rommelhoekjes die je zo veel mogelijk met rust laat. Boomstammetjes, een bergje stro of een hoopje dennenappels: insecten zullen er schuilen en nestelen. Bekijk ook eens deze lijst van planten en bloemen waarmee je bijen, vlinder en andere insecten aantrekt.

Foto boven bericht: Markus Winkler via Unsplash.

DIY: een hekje van wilgentenen

Januari en februari zijn de beste maanden om wilgen te knotten. Heb je afgeknipte takken tot je beschikking? Daarvan maak je heel makkelijk zelf een hekje of een borderrand.

Dit heb je nodig

img_1248
  • Paaltjes of stevige dikke takken die als staanders kunnen dienen
  • Wilgentenen
  • (Rubberen) hamer
  • Snoeischaar
  • (Takken)zaag

Als je voor de staanders takken gebruikt, neem dan liefst takken die al wat ouder zijn. Jonge takken, en zeker wilgentakken, zullen heel makkelijk wortel gaan schieten.Voor je het weet groeien er boompjes die zich lastig laten verwijderen.

Lastig om takken te vinden? Informeer eens bij je gemeente. Plantsoenendiensten oogsten vaak grote hoeveelheden wilgentenen die bij gebrek aan een betere bestemming door de versnipperaar gaan. Verse takken zijn soepel genoeg om meteen te gebruiken, je hoeft ze niet te weken in water.

Zo maak je het hekje

schermafbeelding-2017-01-17-om-17-52-09

1. Sla de staanders stevig in de grond, 1/3 van hun lengte. De afstand en het aantal paaltjes is afhankelijk van de lengte van de wilgentakken en van hoe fijn je het vlechtwerk wilt maken. De wilgentakken moeten voor de stevigheid minstens vijf keer voor en achterlangs een paaltje worden geweven.

schermafbeelding-2017-01-17-om-17-52-23

2. Weef de takken voor- en achterlangs de paaltjes. Laat daarbij aan de zijkanten de wilgentak ongeveer 10 centimeter uitsteken. Weef de takken om en om, dat wil zeggen dat je bij de eerste tak aan de achterkant begint, bij de tweede tak aan de voorkant.

schermafbeelding-2017-01-17-om-17-51-49

3. Ga door tot je hekje de gewenste hoogte heeft. Om te voorkomen dat het weefwerk losraakt, kun je de bovenste takken vastmaken aan de staanders met een spijkertje of een touwtje. Je kunt in een paar uurtjes een klein hekje maken zoals op de foto bovenaan deze pagina, maar met veel geduld maak je een schutting. Je kunt ook een vlechtwerk maken van een centimeter of twintig hoog, bijvoorbeeld langs een bloemenperk.

schermafbeelding-2017-01-17-om-18-21-38

Veertig dagen onverpakt – week 6

baby tussen de groenten‘Er zijn hele volksstammen die liever tomatensoep uit blik hebben dan zelfgemaakte soep.’ Genoeg-redacteur Ilse Ariëns probeert in de vastentijd of ze verpakkingsvrij boodschappen kan doen. Afgelopen week bekeek ze wat je zoal zelf kunt maken. Continue reading “Veertig dagen onverpakt – week 6”