DIY: een mozaïektas maken

Nooit meer een tas kopen in de winkel! Met dit patroon maak je je eigen leuke tasje. De onderkant is dichtgehaakt, zodat er niets uitvalt. Hanne Clemens heeft dit tasje speciaal voor Genoeg ontworpen. Nergens anders te vinden dus!

Hanne Clemens breit en haakt kleding en accessoires en ontwerpt ook patronen. Deze tas is daar een voorbeeld van. Het is een echt Genoeg-tasje: simpel ontwerp, handig in het gebruik. Hanne gebruikte haakkatoen van Søstrene Grene (160 m/50 gr). Je kunt natuurlijk ook garens gebruiken uit je voorraad, uit de kringloopwinkel of van andere winkels. In Hannes uitvoering wordt de tas 28 cm breed en 32 cm hoog, dat is gemeten zonder hengsels. Maak je een proeflapje? Met het garen van Søstrene Grene leveren 24 toeren van 24 vaste steken een lapje op van 10 x 10 centimeter. Met dikker of dunner garen wordt de stekenverhouding anders. Dan valt je tas groter of kleiner uit.

Wat heb je nodig:

• Hoofdkleur (HK): 2 bolletjes haakkatoen wit

• Contrastkleur 1 (CK1): 1 bolletje haakkatoen roze

• Contrastkleur 2 (CK2): 1 bolletje haakkatoen donkerpaars

• Haaknaald 3 mm

• Schaar

• Stopnaald

Het gehaakte tasje, foto’s: Gewoon Hanne

Aan de slag!

Je haakt de tas van beneden naar boven. Eerst haak je een lange sliert van lossen en deze verbind je tot een ronde. Vervolgens haak je verschillende toeren vasten in kleurwerk om het dichte deel van de tas te maken. Daarop komen dubbele stokjes met lossen om het opengewerkte deel van de tas te creëren. Tot slot maak je de bodem van de tas met halve vasten dicht.

Het kleurwerk  

De techniek die je hier gebruikt, heet Tapestry Crochet. Je neemt dan de draad waarmee je niet haakt mee door je haakwerk. Je haakt de vasten als het ware om de draad heen. Om het kleurwerk mooi en strak te maken, maak je een kleurwissel in de laatste vaste voordat je aan de nieuwe kleur begint. Deze ‘kleurwissel vaste’ haak je als volgt:

Steek de haaknaald in de volgende steek, sla de draad van kleur 1 om je haaknaald en haal deze door de steek. Er staan nu twee lussen van kleur 1 op de haaknaald (foto 1 hieronder). Sla de draad van kleur 2 om de naald en haal deze door de twee lussen (foto 2). Haak verder met kleur 2 (foto 3).

Het patroon

Afkortingen:

  • HK: hoofdkleur
  • CK1: contrastkleur 1
  • CK2: contrastkleur 2
  • KWV: kleurwissel vaste
  • l: losse
  • hv: halve vaste
  • v: vaste
  • st: steek
  • dstk: dubbel stokje

Voor een beschrijving van de steken kun je kijken op deze website.

Opzetten: Haak 144 l in CK1. Sluit de lossenketting met 1 hv in de eerste l.

Eerste toer: haak in CK1 1 l en 1 v in de steek waar je net een hv in hebt gemaakt, dit is het begin van de eerste toer. Haak 1 v in de volgende 2 st. Haak 1 kwv in de volgende st en wissel naar CK2. 

*Haak 3 v in CK2, haak 1 kwv met kleurwissel naar CK1. Haak 3 v in CK1, haak 1 kwv met kleurwissel naar CK2.* Herhaal van * tot * tot 4 l voor het einde van de toer. Haak 3 v in CK2, haak 1 kwv in met kleurwissel naar CK1, maak 1 hv in de eerste v van de toer om de toer te sluiten.  

Vasten toeren: na deze eerste toer worden alle vasten toeren als volgt gehaakt:

Haak 1 l en 1 v in eerste steek, haak 2 v, haak 1 kwv met kleurwissel naar volgende kleur. *Haak 3 v, haak 1 kwv met kleurwissel*, herhaal van * tot * tot het einde van de toer en sluit de toer met 1 hv in de eerste v van de toer.

Houd voor het wisselen van de kleuren de kleurwerk-chart aan (zie illustratie). Je werkt telkens met twee kleuren; de kleur die niet gehaakt wordt, neem je mee in de steken. Wanneer een blok van 4 toeren klaar is, knip je de draad af die je niet meer nodig hebt en begin je te haken met de nieuwe kleur. Haak op deze manier 24 toeren vasten. Hecht de draden af.

Netstructuur: de netstructuur boven aan de tas haak je in stokjes.

Ga verder met HK in de st waar je gebleven was. Haak 6 l, sla 2 st over, haak 1 dstk, haak 2 l. Sla 2 st over *haak 1 dstk, 2 l, sla 2 st over*. Herhaal van * tot * tot het einde van de toer en sluit de toer met 1 hv in het eerste dstk.

Haak 6 l, haak 1 dstk op het dstk uit de vorige toer, 2 l. *Haak 1 dstk op het dstk uit de vorige toer, 2 l.* Herhaal van * tot *, tot het einde van de toer en eindig met een hv in het eerste dstk van de toer.

Herhaal de bovenstaande toer 14 keer. 

Bovenkant van vasten: 1 l,1 v in dezelfde st. *Haak 2 v in de losse-opening, 1 v in dstk.* Herhaal van * tot * tot het einde van de toer. Sluit de toer met 1 hv in de eerste v van de toer.

1 l, 1 v in dezelfde st, 1 v in elke st. Sluit de toer met 1 hv in de eerste v van de toer. Haal de draad door het lusje op je haaknaald, maak een knoopje en knip de draad af.

Sla 15 steken over en hecht je draad aan in de 16e steek. Haak 1 l en 1 v in deze st. Haak 41 v. Haak 90 l. Sla 30 st over en maak 1 v in de 31e st. Haak 41 v. Haak 90 l. Sluit de toer met 1 hv in de eerste v van de toer.

1 l, 1 v in dezelfde st, 1 v in elke st en elke l van de vorige toer. Sluit de toer met 1 hv in de eerste v van de toer.

1 l, 1 v in dezelfde st, 1 v in elke st. Sluit de toer met 1 hv in de eerste v van de toer.

Herhaal de bovenstaande toer nog 2 keer. Hecht af en knip de draad door.

Afmaken

Keer de tas binnenste buiten. Leg de tas plat neer met de ‘naad’ in het midden aan de achterkant. Haak de bodem van de tas dicht met hv in CK1.

Werk met de stopnaald alle losse draadjes netjes in en je tas is klaar!

Vragen?

Heb je vragen? Mail Hanne of post een berichtje via Hanne’s instagramaccount.

Gewoon Hanne

Hanne Clemens (30) is marketeer en productontwikkelaar en woont in Veldhoven. Ze leerde al vroeg haken en breien van haar oma en een beetje van YouTube, maar ze werd pas echt verslaafd toen ze twee jaar geleden long covid kreeg. Ze moet nog steeds veel rusten. Haken en breien lukt gelukkig wel. Vorig jaar is Hanne een handwerk-community gestart in Eindhoven. De Knitters of Eindhoven breien en haken eens per maand met elkaar. Aansluiten? Volg dan Knittersofeindhoven voor alle updates. Op haar instagramaccount staan Hanne’s maaksels en ontwerpen.

Deze DIY komt uit Genoeg Magazine zomer 2024.

DIY: onderzetters van klei

Je kunt onderzetters natuurlijk kopen in de winkel maar het is veel leuker om ze zelf te maken. Met deze DIY van Desiree de Vreede laten wij jou stap voor stap zien hoe je deze gekleurde onderzetters zelf van klei kunt maken!

Wat heb je nodig?

  • Polymeer klei
  • Liniaal
  • (Deeg) roller
  • Mesje
  • Een rond vormpje of een glas

Stappenplan

  1. Kies twee kleuren polymeer klei uit naar keuze. Maak van beide kleuren twee kleine bolletjes en leg deze op jouw werkblad neer.
  2. Pak een deegroller erbij en rol de klei uit tot je een dunne plak hebt.
  3. Maak met een liniaal drie tot vier dunne strookjes van beide soorten klei.
  4. Snijd met behulp van een mesje en liniaal van deze strookjes vier tot vijf blokjes uit. Doe dit met beide kleuren klei.
  5. Zet de beide kleuren blokjes klei om en om naast elkaar tot je een geblokt patroon hebt. Na vier blokjes maak je de volgende rij eronder. Tot je een rondje hebt van ca. 16 blokjes.
  6. Rol met de deegroller over de klei heen tot je weer een zelfde soort plak hebt.  
  7. Pak een ronde uitsteekvorm erbij en steek de klei uit zodat je een mooie onderzetter hebt. Als je geen ronde uitsteekvorm hebt kan je ook de bovenkant van een glas gebruiken om de klei uit te steken!
  8. Bak de onderzetters af in de oven op ongeveer 130 graden voor 20 minuten.
  9. Haal de onderzetters uit de oven en ze zijn af!

Deze tutorial is afkomstig van Desiree van haar blog Budgethome. Via Instagram en haar website laat zij zien hoe je op een betaalbare manier het interieur van je huis kunt opvrolijken! In het huidige nummer van Genoeg Magazine (lente 2024) staat een artikel met Desiree met ook een leuke DIY. Bestel dit nummer van Genoeg om het artikel te lezen!

DIY artikel in samenwerking met Desiree voor Genoeg magazine lente 2024

Meer ‘zelf maken’?

DIY: 5 tips om jouw jeans een nieuw leven te geven

Je hebt vast nog wel een oude of versleten spijkerbroek in de kast liggen, die je om wat voor reden dan ook niet meer draagt. Gelukkig kun je deze zo weer een nieuw leven geven door te upcyclen. Want met deze vijf tips geef je jouw oude spijkerbroek een nieuwe look! Dubbele winst: je kunt je oude broek weer aan én je bent meteen creatief bezig.

1. Borduren

Je ziet het steeds meer: broeken waarop bloemetjes of een zonnetje zijn geborduurd. Het enige wat je ervoor nodig hebt is naald en draad en een borduurring. Misschien heb je deze spullen thuis liggen en anders is het verkrijgbaar bij hobbyzaken. Borduren hoeft helemaal niet zo moeilijk te zijn en online zijn er dan ook verschillende makkelijke patronen te vinden. Met dit patroon kan je bijvoorbeeld madeliefjes maken!

2. Natuurlijke manier van bleken

Je kan je broek ook een lichtere kleur geven door bleek. Nu is bleek niet heel duurzaam. Gelukkig zijn er ook andere manieren om je broek op meer natuurlijke wijze een lichtere kleur te geven. Citroensap en (zuiverings) zout zijn twee natuurlijke ingrediënten die perfect zijn voor het bleken van kleding.

Meng het sap van de twee citroenen en zout in heet water. Als je het geheel van de broek lichter wilt maken, dompel je de broek enige tijd onder in de oplossing, daarna was je de broek volgens een normaal wasprogramma. Maar het is natuurlijk ook leuk om te variëren met patronen. Je kan bijvoorbeeld met een kwast strepen, hartjes of sterren maken op de broek!

Tip: teken eerst lichtjes met potlood op de broek en kleur daarna het getekende stuk in met het natuurlijke bleekmiddel.

3. Upcyclen met stoffen of knoopjes

Heb je thuis nog stoffen of knoopjes liggen, gooi die zeker niet weg! Want misschien is het wel leuk voor het upcyclen van jouw oude broek. Pak naald en draad erbij en zoek een leuk stofje uit dat je op je broek kunt vastzetten. Met knoopjes kan je ook een leuk patroon maken!

4. Emblemen

Een andere manier om jouw broek een vrolijke twist te geven is het stitchen van emblemen ook wel ‘patches’ genoemd. Het enige wat je ervoor nodig hebt zijn een of meerdere emblemen naar jouw keuze en een strijkbout om ze erop te strijken. Kijk in een winkel bij jou in de buurt of kijk online op webshops. Voor een paar euro kan je soms al verschillende leuke emblemen halen!

5. Natuurlijke verf

Voor deze tip moet je even geduld hebben. Het kleuren van je broek op een natuurlijke manier vergt enige inspanning maar geeft wel een leuk resultaat! Het voordeel van natuurlijke verf is dat het geen schadelijke stoffen bevat en je daarbij vaak al de ingrediënten in huis hebt.

Goed om erbij te zeggen is dat een spijkerbroek niet altijd goed de kleur pakt. Voor deze tip kan je daarom het beste een katoenen of linnen broek gebruiken! Heb je dit niet? Een T-shirt of oude thee- of handdoek kan ook leuk zijn.

Hieronder een lijstje kleuren en ingrediënten

  • Geel: paardenbloemen, paprika en kurkuma
  • Oranje: wortelen, uien
  • Roze: kersen, rode rozen, avocadoschillen, avocadopitten
  • Blauw: blauwe bessen, rode kool

Stappenplan

  1. Zorg dat je het textiel met twee derde water en een derde natuurazijn in een grote pan helemaal onderdompelt in water en een uur zachtjes laat koken. Dit zorgt ervoor dat de kleur goed fixeert.
  2. Zet een pan met voldoende water op het vuur en voeg de gewenste ingrediënten voor jouw kleur toe. Laat het minimaal een uur koken, maar langer kan ook als je wilt dat de kleur meer aanwezig is.  
  3. Als het water helemaal de kleur heeft opgenomen kunnen de resten worden gezeefd. Je kan nu het textiel in het hete water laten onderdompelen en minstens een uur laten staan. Ook hiervoor geldt dat als je het langer laat staan het een rijkere kleur krijgt!
  4. Haal de stof uit de pan en spoel het af met koud water. Even drogen en je hebt een mooi nieuw gekleurd kledingstuk!

Tip: Zorg voor het behouden van de kleur dat je het kledingstuk niet te heet wast. Het beste is om met een licht wasmiddel op 30 graden te wassen voor een blijvend mooi resultaat.

Op zoek naar meer inspiratie?

Voor meer inspiratie is het leuk om te kijken op Pinterest! Met termen als ‘upcycle clothes’ en ‘jeans diy’ kan je allerlei voorbeelden vinden en eigen ideeën opdoen.

Meer ‘zelf maken’?

Zelf eenvoudig je handzaag slijpen

Waarom zou je een oude, botte handzaag wegdoen? De tanden weer scherp maken is een fluitje van een cent. Genoeg Magazine zet het voor je op een rijtje. 

Door: Joost Melten

Waarschijnlijk heeft iedereen wel ergens een oude, niet meer te gebruiken handzaag liggen. Misschien is er inmiddels een elektrische decoupeerzaag in huis, of zelfs een cirkelzaag. Toch kan een handzaag van pas komen, al was het maar
om even snel iets af te zagen. Daarvoor kun je natuurlijk een nieuwe zaag kopen, met geharde tanden die veel langer scherp blijven. En vervolgens kun je je oude zaag schenken aan Gered Gereedschap. Maar de echte consuminderaar scherpt die oude zaag lekker zelf en doneert het uitgespaarde geld aan bovengenoemde stichting, die zich inzet voor de verzending van ingezameld gereedschap naar landen waar ze dit goed kunnen gebruiken. Zelf je zaag scherpen duurt hooguit een kwartiertje.

Test

Een scherpe zaag doet bijna zelf het werk terwijl hij door het hout zakt. Als het zagen veel kracht kost en toch niet erg opschiet, zijn de tanden bot en is het tijd voor ‘scherpen’ met een vijl. Als de zaag in eerste instantie wel door het hout glijdt maar al snel klem komt te zitten in de zaagsnede, is er een probleem met de ‘zetting’. De tanden van een zaag moe- ten afwisselend een beetje naar links en rechts uitsteken, zodat de zaagsnede die ze in het hout maken wat breder is dan de dikte van het zaagblad. Zo krijgt het blad bij het zagen voldoende ruimte.

Het weer uitbuigen van de tanden heet ‘zetten’; het is veel minder vaak nodig dan scherpen. Het scherpen van botte zaag- tanden heeft alleen zin als de zaag verder in orde is. Zo moet het handvat goed vastzitten en moeten de tanden nog allemaal ongeveer even lang zijn. Zijn de tanden gehard dan heb je pech, want die zijn niet te scherpen of opnieuw te zetten (zie tips).

Aan de slag

Voor het scherpen is allereerst een driekantige vijl nodig van hard staal, ook wel zaagvijl genoemd. De ‘ijzerwinkel’ verkoopt hem voor ongeveer 6 euro. Verder een bankschroef en twee plankjes om het zaagblad trilvrij vast te kunnen zetten. Voor het eventuele zetten is een zaagzettang nodig.

Tip: Dit artikel stond eerder in Genoeg Magazine, met instructiefoto’s erbij. Wil je de .pdf hiervan downloaden? Dat kan via deze link!

Scherpen

1. Houd de zaag met het handvat naar rechts en de tanden naar boven vast. Bekijk welke tanden van je af staan en welke naar je toe. Markeer met een potlood de tandholtes waarvan de rechter- tand van je afstaat en de linker naar je toe. Je zult zien dat je zo steeds een tandholte moet overslaan.

2. Zet de zaag vast in de bank- schroef met het handvat rechts en de tanden omhoog en even- wijdig aan de vloer. Met voor
en achter een plankje dat aan de bovenrand net de tanden vrijlaat en een smal strookje van het zaagblad. Als de plankjes niet lang genoeg zijn, verplaats dan de zaag tijdens het vijlen af en toe om boven de plankjes te kunnen blijven vijlen en zo trillen te voorkomen (als de zaag trilt, kun je niet goed vijlen).

3. Plaats de punt van de vijl in de eerste gemarkeerde holte bij het zaaghandvat. Hou de vijl evenwijdig aan de vloer, met het handvat naar rechts. Kantel hem een beetje zodat hij goed in de tandholte past. Vijl met een lange beweging twee of drie keer van je af in de tandholte (niet heen en weer raggen!), waarbij je vooral tegen de (voor)kant van de rechter tand drukt. Dat is de kant die straks door het hout moet zagen. Bovendien druk je zo in de richting die de tand al heeft, namelijk van je af. Werk vervolgens alle gemarkeerde tandholtes af. Hou daarbij de vijl steeds zo veel mogelijk in dezelfde positie en beweeg hem in elke holte even vaak. Zo voorkom je dat de tan- den gaan variëren in lengte.

4. Maak de zaag los en zet hem opnieuw vast met het handvat naar links. Kantel de vijl weer, en wijs nu met het handvat naar links, dus weer naar het handvat van de zaag. Hou ook nu de vijl evenwijdig aan de vloer en bewerk de overgebleven tandhol- tes. Nu buigen steeds de linker tanden van je af en daar moet je nu het meest op drukken.

5. Test of de zaag nu goed zaagt. Zo niet, herhaal dan punt 2, 3 en 4.

Zetten

Pas na diverse malen scherpen kan het nodig zijn de tanden opnieuw te zetten. De volgorde wordt dan: eerst zetten, dan scherpen. Dat lukt niet uit de losse hand met een combinatietangetje, maar wel met een zaagzettang. Die is in te stellen op de afmeting van de tanden en de gewenste zetting. De goedkoopste kost 14 euro bij de firma Baptist in Arnhem of (plus verzendkosten) via hun website. Gewone ijzer- winkels hebben geen zettangen op voorraad, maar kunnen een geavanceerde versie bestellen die ruim 50 euro kost. Vraag dus eerst in je omgeving of iemand een zaagzettang heeft. Of laat het zetten machinaal doen (zie tips).

Dit artikel van Joost Melten verscheen eerder in Genoeg magazine. Afbeelding bij bericht: FFD Restorations via Pexels.

Handig: zelf je huis isoleren

Zelf je huis isoleren is niet moeilijk en levert geld en warmte op. Bijvoorbeeld het aanbrengen van buis-isolatie om de verwarmingsbuizen, het gebruik van radiatorfolie en het dichten van hinderlijke naden en kieren. Allemaal maatregelen die zo veel gas besparen dat je de materiaalkosten er al binnen één stookseizoen uit kunt hebben.

Isolatieklus 1: Radiatorfolie aanbrengen

Achter elke radiator kun je warmte-reflecterende folie aanbrengen. Een rol van 600 bij 50 centimeter kost ongeveer 8 euro. Volgens de consumentenorganisaties Consumentenbond en Milieu Centraal bespaart dat bij een niet-geïsoleerde gevel 10 m3 gas per m2 folie per jaar, met een terugverdientijd van één jaar. Bij een geïsoleerde gevel is dat toch nog ongeveer 3 m3 gas, evenveel als bij een meter buisisolatie in een onverwarmde ruimte. Er zijn twee opties:

Dunne folie aan de achterkant van de radiator:

  • Materiaalkosten: ca 15 euro
  • Aanbrengen: eenvoudig

Dit relatief nieuwe, flinterdunne radiatorfolie plak je tegen de achterkant van de radiator waardoor het uit het zicht blijft. Volgens de fabrikant reduceert deze HR-radiatorfolie de warmtestraling met 96 procent. Hoe je het aanbrengt, zie je hier.

Gangbare radiatorfolie op de muur achter de radiator:

  • Materiaalkosten: ca 20 euro
  • Aanbrengen: relatief eenvoudig

Deze folie is verkrijgbaar bij de bouwmarkt, bestaat uit een laagje schuim van ongeveer twee millimeter dik met daarop een laagje reflecterend materiaal. Je plakt het met behulp van aluminiumtape tegen de muur aan. Klik hier voor een handleiding.

Isolatieklus 2: Verwarmingsbuizen isoleren

Als je een eigen cv-ketel hebt of een aansluiting op stadsverwarming, kun je flink energie besparen door het isoleren van warme buizen in ruimtes die zelden of nooit verwarmd hoeven te worden. Bijvoorbeeld in de kruipruimte, de meterkast (bij stadsverwarming), de logeerkamer of de ruimte waarin de cv-ketel staat.

Hoe ga je te werk?

Voor het isoleren van buizen verkoopt de bouwmarkt buisvormig isolatiemateriaal in rechte stukken van een meter lang. Meet van tevoren de dikte op van de buizen die je wilt isoleren, zodat de holte van het buisvormige schuim goed past. Begin met isoleren altijd op een recht stuk, en laat de verschillende delen goed op elkaar aansluiten. Dicht de naden af met buis-isolatie-tape of met geschikte lijm (sommige lijm lost kunststof op). Je kunt ook kiezen voor buisisolatie met een sluitsysteem. Dit is iets duurder, maar werkt makkelijker.

Een bocht
Een bocht is te isoleren door met een scherp mes inkepingen te snijden en de buis om de bocht heen te vouwen. De inkepingen moeten wel aan de binnenkant van de bocht zitten.

Een hoekverbinding
Een hoekverbinding is te maken door twee isolatiebuizen schuin af te snijden en deze tegen elkaar aan te plakken.

Een T-verbinding
Een T-verbinding is te isoleren door in de ene isolatiebuis een v te snijden en in de andere een punt.

Isolatieklus 3: Kieren dichten

Isoleren gaat natuurlijk niet alleen om besparing van energie, maar ook om verbetering van comfort. Het dichten van hinderlijk tochtende naden en kieren scoort goed op beide onderdelen. Naden en kieren kun je dichten met zelfklevend tochtband of, dat is duurzamer, tochtprofielen. Je zet ze met kleine spijkertjes of schroefjes vast op de plaats waar het raam of de deur het kozijn zou moeten raken. Ze hebben iets meer ruimte nodig dan het tochtband en passen niet in hele smalle kieren, maar ze gaan wel langer mee.

Ventilatie

Het is voor je gezondheid belangrijk dat er voldoende ventilatie plaatsvindt. Ventilatie beperkt namelijk het vochtgehalte en de concentratie schadelijke stoffen binnenshuis. In goed geïsoleerde huizen gaat die luchtverversing niet vanzelf: je moet dus actief ventileren.


Dit is een verkorte versie van een artikel van Joost Melten in Genoeg nummer 72