Eten uit eigen stad

Schermafbeelding 2013-03-12 om 14.21.40

Magazine – Extra bij nummer 96

Eten uit eigen stad

Rotterdam heeft sinds september vorig jaar een echte stadsboerderij: Uit je eigen stad. Op een voormalig rangeerterrein in het westelijk havengebied telen de stadsboeren 100% Rotterdamse groente. Alles wat ze telen, is te koop in hun winkel en staat in hun restaurant op de kaart.

 

‘Mensen willen weer weten waar hun voedsel vandaan komt’

In september vorig jaar opende Rotterdams eerste stadslandbouwbedrijf haar deuren. Blijkbaar is er veel belangstelling voor voedsel dat van dichtbij komt, want vanaf de eerste dag werden zowel de winkel als het restaurant druk bezocht. ‘Mensen horen steeds meer slechte dingen op het nieuws over hoe hun voedsel geproduceerd wordt’, zegt Huibert de Leede, een van de drie initiatiefnemers. ‘Ze willen weer weten waar het vandaan komt, zelf zien hoe het geteeld wordt. Het gezicht van de boer kennen.’

Growing power
Het idee op zich is niet nieuw. De Rotterdamse stadsboeren werden geïnspireerd door de Amerikaanse stadslandbouwpionier Will Allen, die onder de naam Growing Power al langer bezig is met dit soort projecten, ondermeer in Milwaukee en Chicago. Hij is voor alle drie een groot voorbeeld. Toch vallen ook juist de verschillende achtergronden van de initiatiefnemers op. De Leede: ‘Zelf heb ik als organisatiedeskundige jarenlang verandertrajecten geleid. Johan Bosman komt uit het vastgoed, Bas de Groot uit de zorg en stadslandbouw. We hebben een perfecte mix gevonden qua karakters, kennis en kwaliteiten.’

Crowdfunding
Het was hard ploeteren om de financiering rond te krijgen, maar dankzij crowdfunding en leningen konden ze begin dit jaar starten. In nog geen negen maanden tijd werd Uit je eigen stad uit de grond gestampt. ‘In deze tijd is het lastig om geld los te peuteren, maar de crisis biedt ook kansen’, aldus de Leede. ‘Een groot voordeel is dat je makkelijker aan land komt.’ De grond, een oud rangeerterrein in het westelijk havengebied, mogen ze de komende tien jaar gratis blijven gebruiken. Voor de inrichting van de binnenruimte werd oud industrieel materiaal hergebruikt: olievaten, bielzen, containers. Hierdoor heeft Uit je eigen stad een sobere uitstraling gekregen, die helemaal past bij de oorspronkelijke functie van het terrein. De Leede: ‘ Je kunt zeggen dat de inrichting hetzelfde is als de gerechten op onze kaart: niet te vet.’

Opvoeden
Anders dan bij bedrijven zoals bijvoorbeeld Villa Augustus in Dordrecht, is het restaurant niet de hoofdzaak. ‘We zijn in de eerste instantie een stadslandbouwbedrijf. Het restaurant hebben we erbij om dit bedrijf zo snel mogelijk rendabel te krijgen. Maar we vinden het natuurlijk ook leuk om te volgen wat er op ons land groeit en te kijken wat we daarmee kunnen maken. En gerechten te bereiden die mensen niet automatisch lekker vinden, zoals tuinbonen, schorseneren en spruitjes. Op zo’n manier dat mensen die hopelijk meer gaan waarderen. Alles wat in het restaurant op de kaart staat, is ook te koop in de winkel. Dan kunnen mensen er thuis ook mee experimenteren. ‘ Met een brede grijns: ‘We willen ook een beetje opvoeden.’
Zijn collega Bas de Groot is het daar helemaal mee eens. ‘Mensen zijn gewoontedieren. Heb je rode en witte bieten, dan nemen ze alleen de rode, die ze al kennen. Wij serveren graag gerechten met de wat onbekendere varianten, en verkopen die dan ook in de winkel.’
Wat ze zelf niet produceren (zoals brood, zuivel, pasta’s en vruchtensappen) wordt bij lokale producenten gehaald. Zoveel mogelijk binnen een straal van dertig kilometer. Dat scheelt transportkosten, verbindt stad en platteland in de regio, en is beter voor het milieu.

Stadskip
Volgend jaar gaan ze leg- en vleeskippen houden. Wat de vleeskip betreft denken ze aan de Noord-Hollandse Blauwe. Dat is namelijk een echte stadskip, ooit naar de stad gehaald voor de Joodse gemeenschap, die geen varkensvlees at.
In de kassen gaan de stadsboeren behalve groente ook fruit, paddenstoelen en zelfs vis kweken. Vis kweken in de stad? De Leede: ‘Jazeker, we gaan tilapia kweken, als bemester voor bijvoorbeeld sla en kruiden. In onze kas komen bassins met drijvende gewassen. Het wordt een zelfregulerend voedselsysteem. Aquaponic , heet die methode. De planten worden deels gegeten door vissen, en die vissen bemesten weer de planten. Een natuurlijke kringloop, dus.’

Proeven
Is ‘Uit je eigen stad’ dan een biologisch bedrijf? ‘Nee, niet biologisch, wel duurzaam. We houden ons aan vrijwel alle biologische regels: geen antibiotica, geen pesticiden, geen kunstmest. Er is vrije uitloop voor de dieren. We doen aan wisselteelt: de gewassen staan in vakken, schuiven elk jaar een vak op, na zeven jaar staan ze weer in het eerste vak. De reden dat het de naam biologisch niet mag hebben is dat de onderlaag van de grond licht vervuild is. We hebben dus een scheiding van worteldoek moeten maken met daarop de teelgrond. Dit doek zorgt ervoor dat de gewassen niet in aanraking komen met de grond die daaronder ligt. Maar om biologisch te mogen heten moet je in de volle grond kweken.’
En hoe zit het met al die Rotterdamse uitlaatgassen? ‘Die vraag krijgen we vaker. Ons gebied is niet meer of minder vervuild dan de gebieden waar de meeste Europeanen nu hun eten vandaan halen. Dat is uitgebreid onderzocht door de Landbouwuniversiteit van Wageningen. Je moet groente en fruit gewoon altijd goed wassen.’
Wij consuminderaars zijn natuurlijk benieuwd wat die gerechten ons gaan kosten. Hoe laagdrempelig is Uit je eigen stad? De Leede: ‘De prijzen in onze winkel zijn te vergelijken met die in een supermarkt als Albert Heijn. We zijn dus wel duurder dan bijvoorbeeld de Aldi. In het restaurant kost een drie gangen-menu 30 euro, maar daarnaast is er ook een dagschotel, en die willen we rond de 10 euro houden.’
Niet echt low-budget dus. Maar ook niet heel veel duurder dan in een gemiddeld eetcafé. En hiervoor maakt chef-kok Martijn van der Krogt wel zeer bijzondere gerechten. Bijvoorbeeld: prei met een vinaigrette van azijn, kaneel, tuinkruiden en Rotterdamse oude kaas. Heerlijke knalpaarse truffelaardappeltjes. Malse stukjes dij van vrije uitloopkip. Of wat dacht je van en zeer smaakvolle gegrilde black plum-tomaatjes met een gefruit uitje en een beetje honing? Na het ervaren van deze smaakexplosies – ik had het geluk ze te mogen proeven – wil zelfs deze vrek nog wel eens terugkomen.

Tekst en foto: Yolande Oostermann

Tip: meer lezen over Stadslandbouw? Lees de reportage ‘Stadslandbouw wint terrein’ in Genoeg 96.

Voor meer informatie:
www.uitjeeigenstad.nl
www.growingpower.org

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *