Je winkelwagen is momenteel leeg!
Boontjes uit eigen tuin: 50 euro per potje
Hoe kunnen ze het ervoor doen? Die vraag schoot door mijn hoofd toen ik vanmiddag tuinboontjes zat te doppen. De supermarkt verkoopt deze week tuinboontjes voor 55 cent per pot. De boontjes uit mijn moestuin kosten, schat ik, het honderdvoudige.
Sinds ik een moestuin heb, is mijn waardering voor de boer enorm toegenomen. Want tjonge, wat is het lastig om groenten en fruit te telen zonder vlekjes of gaatjes. Mijn worteltjes zijn krom, mijn aardappelen zijn aangevreten door de veenmol en de helft van mijn appels gaat naar de halsbandparkieten. Ik hoor collega-tuinders mopperen: het is te warm, het is te koud, het is te nat, het is te droog. Eerst groeiden de sperzieboontjes en courgettes niet door het koude voorjaar, nu het warm is moeten we ons in het zweet werken om alles te begieten. Het is altijd wat.
Maar vandaag is het feest, want we eten de eerste tuinbonen van eigen grond. Een plechtig moment waar we lang op gewacht hebben. In maart heb ik de zaden in potjes voorgezaaid, bij de juiste temperatuur, de juiste hoeveelheid licht en met af en toe een scheutje water. In april heb ik de plantjes buiten gezet, op een mooi bedje dat ik met zorg voor ze had klaargemaakt. Ik haalde onkruid weg, zodat ze de ruimte hadden te groeien. In mei ging ik de strijd aan met duizenden zwarte bonenluizen die waren neergestreken op de planten. In juni bouwde ik een kooi tegen een plunderende groep kauwtjes die in een uur tijd de helft van de oogst had opgegeten. Maar vandaag kon ik na vier maanden van intensieve zorg dus plukken.
De kick van je eigen groenten oogsten is niet te betalen. Ik kan nog steeds ontroerd raken als ik zie hoe uit een piepklein zaadje een prachtige paksoi groeit of een reusachtige spitskool. Ik tuinier omdat ik het heerlijk vind om in weer en wind onkruid te wieden; de tuinboontjes krijg ik er gratis bij. Maar als je alleen zou kijken naar de economische kant, dan is het hebben van een moestuin gekkenwerk. Zou ik mijn uurloon doorberekenen, dan kost een potje bonen-uit-eigen-tuin al snel 50 euro.
Hoe doen ze dat toch met die supermarktbonen van 55 cent? Voor dat geld telen en doppen boer en fabrikant de boontjes niet alleen. Ze vervoeren ze per vrachtwagen, stoppen ze in glazen potjes, brengen ze naar de supermarkt. Daar zet een vakkenvuller ze in het schap en rekent een kassière ze af. Dat alles voor 55 cent. Die boer werkt in het groot, kun je zeggen. Hij gebruikt misschien bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Maar dan nog. Ik kon al boontjes doppend maar één conclusie trekken: ons eten is spotgoedkoop.