‘Ze houden me voor de gek’ dacht ik als vijfjarige, toen mijn ouders me vertelden dat er in dat kleine zilveren vliegtuigje hoog in de lucht een heleboel mensen zaten. Dat kon helemaal niet. Toch liet ik het maar zo, anders zouden ze me weer uitlachen.
Het zou nog ruim twintig jaar duren voor ik als groot mens aan den lijve ondervond hoe het is om in een vliegtuig het luchtruim te kiezen. Ik vond het geweldig. In comfortabele stoelen tilde het KLM-vliegruig mij moeiteloos naar schitterende hoogte. ‘Het is daar práchtig boven de wolken’ vertrouwde mijn kleindochter me laatst toe, toen ze voor het eerst had gevlogen. Ik zag de schittering in haar ogen. En zo is het: vliegen is geweldig.
Minder geweldig voelde ik me terwijl ik afgelopen week via livestream het kort geding volgde van KLM c.s. tegen de Staat. Kort bleek het geding niet te zijn. Het begon om 9 uur en om 17.30 uur eindigde de rechter met een ‘Tsja’, gevolgd door een korte stilte en de belofte dat hij een ‘balanced approach’ zou betrachten.
Dapper heb ik me de hele dag door de betogen van de 29 aanwezige advocaten geworsteld. De meeste meesters vertegenwoordigden de vliegmaatschappijen: KLM en consorten. Ik vouwde ondertussen de was, dweilde de vloer, sneed groente en vocht tegen de slaap. De landsadvocaat maakte me nog even aan het glimlachen: ‘De vliegmaatschappijen reageren uit de gedachte dat er zoiets bestaat als eindeloze groei. Het blijft de Staat verbazen hoezeer maatschappijen tegen krimp zijn.’ De verbaasde Staat. Prachtig beeld…
Aan het eind van het Lang Geding was mijn huis op orde. Maar ik voelde me lamgeslagen. Had ik de KLM-advocaat werkelijk horen zeggen dat KLM het recht om door te groeien niet ontzegd mocht worden?
In de pers deed KLM-directeur Marjan Rintel afgelopen week ook al een duit in het zakje: ‘Als we het aantal vluchten moeten minderen, kunnen we die nieuwe vliegtuigen met minder geluidsoverlast niet meer te betalen.’ Ach gossie. Mogen we nóg een sprookje voor het slapen gaan?
Lieve Marjan, als voormalig marketingstrateeg zal het credo ‘Aim high, fly high’ je niet onbekend in de oren klinken. Maar waarom zou je je niet richten op minder én betere vluchten? Met meer empathie voor de meer dan 200.000 mensen die volgens het RIVM elke dag en elke nacht gestoord worden van aanhoudend vliegtuiggebulder.
Wacht even, ben ik nu ook al aangestoken door het wijzendevinger-syndroom? Excuseer. Ik zag de eenvoudigste oplossing voor dit – volgens het advocatenlegioen – complexe probleem over het hoofd. Het gaat om 60.000 minder vliegbewegingen per jaar. Dat doen we toch gewoon lekker zelf? Gewoon minder gaan vliegen, dan lost zich het probleem zich vanzelf op.
De teller staat op min 1: ik ga dit jaar niet vliegen. Doet u mee?