Veertig dagen zonder douche – week 5

Schermafbeelding 2014-03-10 om 21.08.31

WEEK 5

Veertig dagen zonder douche

Jezelf wassen in een rivier vol krokodillen. Dat is nog eens wat anders dan recht vanuit je bed onder een warme douche stappen. Je moet er wat voor over hebben om fris te blijven.

Genoegredacteur Ilse Ariëns probeert elk jaar in de vastentijd een gewoonte te doorbreken. Dit jaar is dat douchen. Veertig dagen zonder, is dat niet érg onfris? Je leest het hier elke maandag tot aan Pasen.

Bijna vijf weken heb ik me niet gedoucht. Ik was me aan de koude kraan en neem af en toe een mandi, dat is douchen op zijn Indonesisch. Met een bakje schep ik water uit een bak en dat gooi ik over me heen. Niks zo schoon als gewoon water, zei ooit een in Indonesië geboren kennis. Hij vond het maar raar, dat eindeloze gepoedel van de Hollanders met bruisblokken, badparels, mousses en doucheolie. Gek vond hij trouwens ook de geparfumeerde vochtige doekjes op het toilet. Op zijn wc stond altijd een fles water, wat maar aangeeft dat onze opvatting over hygiëne er een van de vele is.

Dat ik niet douche roept reacties op als: ‘Stoer’ of ‘Ik moet er niet aan denken.’ Maar tot mijn verrassing zijn er ook behoorlijk wat mensen die vertellen dat ze maar eens per week douchen. Met een washandje aan de wastafel is dan het alternatief. Ook komen er verhalen los over vroeger in de tobbe. Alle broertjes en zusjes gingen om beurten in hetzelfde sopje. Oerkampeerders vertellen over de campingdouche: een zak water die je warmt in de zon, ophangt en dan langzaam over jezelf laat leeglopen. Bij alle verhalen is de toon vrolijk. Blijkbaar lijdt de mens niet vreselijk bij ontbreken van een douche.

Dat dagelijks uitgebreid warm douchen dé manier is om jezelf schoon te houden, is pas iets van de laatste dertig, veertig jaar. En dan ook nog alleen in een beperkt deel van de wereld. Voor heel wat wereldbewoners valt er wat badrituelen betreft niet veel te kiezen. Het is een kwestie van jezelf behelpen met wat er is. Mijn man, ook journalist, bezoekt regelmatig minder rijke landen en daar ziet hij de meest uiteenlopende badkamers: een waterput, een pomp, een teiltje, een badhuis. In Afghanistan zag hij hoe mannen zich wasten langs de kant van de weg, met water uit een lek geprikte waterleidingbuis. De Afrikaanse badkamer, vertelt hij, is vaak een niet al te schone rivier. In Nieuw Guinea zag ik zelf ooit de gevaarlijkste badkamer ter wereld: een rivier vol krokodillen.

‘Als ik in Afrika woonde, zou ik ook zonder douche kunnen’, is een van de reacties op mijn koudwaterexperiment. Maar ook in minder warme streken heeft niet iedereen een badkamer. Traditionele Inuit wassen zich zelden, las ik in Men’s Health, maar dat schijnt in de extreme kou waarin ze leven juist goed te zijn; zo houden ze een beschermend vetlaagje op hun huid. Het tijdschrift voor mannen met sixpacks geeft vervolgens tips voor wassen in het winterseizoen. Net als de Inuit niet douchen, blijkt onbespreekbaar. Het slappe alternatief voor toch dat gezonde vetlaagje: ‘Gebruik doucheolie.’

Aandacht voor hygiëne is één van de belangrijkste stappen voorwaarts in de geschiedenis van de mensheid. Schoon water en zeep hebben misschien wel meer levens gered dan welk medicijn ook. Maar je kunt het ook overdrijven. Met mijn vijf keer per week 8 minuten douchen zit ik op het Nederlandse gemiddelde, maar hoor ik historisch en wereldwijd gezien bij een select groepje veeldouchers. Tijd om de Inuit in mezelf te ontdekken.

Wordt vervolgd: maandag 14 april
Kijk hier voor week 1

Kijk hier voor week 2
Kijk hier voor week 3
Kijk hier voor week 4