Bloembollen voor de buurt

Hoe maak je van een wijk een thuis? In de kwetsbare Rotterdamse wijk Carnisse doen ze dat onder andere met een jaarlijkse ‘bollenplantdag.’ Op deze dag komt iedereen samen om de wijk in bloei te zetten.

Tekst: Chantal van der Leest | Beeld: Roos van der Sanden

‘Voor de mensen die nog nooit een bol hebben geplant, dit is een bloembol. Hier zitten worteltjes, die kant moet dus naar beneden.’ Karen Welp van Buurtklimaatje houdt een tulpenbol omhoog voor een zaal vol buurtbewoners, sociaal ondernemers, ambtenaren en vertegenwoordigers van scholen en instituten uit de Rotterdamse wijk Carnisse. Veel van hen knikken driftig. Zij hebben al vaker meegeholpen met de bollenplantdag en weten precies wat hen te wachten staat.

Laag cijfer

Carnisse, dat vooral bestaat uit lage portiekflats, is een kwetsbare wijk. Het gevoel van onveiligheid is er groot en veel bewoners geven hun leven en woonbeleving een laag cijfer. Burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft het daarom tot prioriteit gemaakt om de wijk te verbeteren; zelf is hij er regelmatig te vinden. Sinds 2020 zijn er veel projecten opgestart om de wijk weer kracht en trots te geven. Deze ‘Grote Carnisser Bollenplantdag’ is daar één van. Iedereen helpt vandaag mee om de wijk wat mooier te kleuren.

Zo gauw de koffie en gebakjes met tulpenplaatjes op zijn, komt de groep van een kleine honderd mensen in beweging. Iedereen grijpt een schepje, handschoenen en linnen tas met bloembollen mee en waaiert uit over de wijk. Onder leiding van acht zogeheten buurtambassadeurs gaan ze bollen planten op aangewezen plekken, zoals boomspiegels: de kale grond onder de bomen in een straat. Extra opdracht: samen een paar regels verzinnen voor een nieuw lijflied voor Carnisse.

Vier bouwstenen

Karen Welp van Buurtklimaatje organiseert deze bollenplantdag samen met stadspsycholoog Sander van der Ham. Als ‘buurtmakers’ helpen ze mensen om hun straten leuker te maken. Dit gebeurt op meerdere plekken in Nederland, al is de grootschaligheid waarop het in Carnisse gebeurt wel bijzonder. Het buurtmaken is geënt op het opbouwwerk uit de jaren zeventig waarbij professionals bewoners hielpen met thema’s als wonen, leefomgeving, veiligheid en gezondheidszorg, legt Sander uit. Hij en Karen helpen mensen van hun wijk een thuis te maken. 

‘We hebben gemerkt dat er vier bouwstenen zijn die hierbij helpen’, zegt Sander. ‘En op deze bollenplantdag komen die allemaal samen.’ Bouwsteen één is controle. Sander: ‘We laten mensen zien hoe ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun wijk. Dit is ook jouw plek, het is geen anonieme plek.’ Bij bouwsteen twee gaat het om samenwerking. ‘We brengen alle netwerkjes uit de wijk samen. Terwijl je lekker bezig bent, leer je elkaar kennen.’ Dat is niet alleen leuk, maar ook heel gezond, weet Sander. ‘Je krijgt het gevoel dat je ergens bij hoort. En hoe groter en diverser je netwerk is, hoe beter mensen zich zelfstandig en met anderen kunnen redden.’ De derde bouwsteen heeft te maken met routines en rituelen. ‘Mensen ontwikkelen rituelen en routines op plekken waar zij zich thuis voelen. De bollenplantdag is ondertussen een terugkerend feest. Mensen gaan erop rekenen.’ De vierde bouwsteen is de organisatie. Sander: ‘Een thuisgevoel moet je ook onderhouden en dat vraagt aandacht en investeringen van alle partijen. Daarom zijn we vandaag ook niet alleen met bewoners aan het werk, maar met allerlei partijen uit de buurt.’

Ze zien zichzelf als participerende professionals in de wijk. Sander: ‘We zijn nieuwsgierig naar wat iemand nodig heeft om goed te kunnen wonen in de buurt en hoe we daaraan kunnen bijdragen.’ Wie vaker in Carnisse komt, ziet het duo regelmatig samen met buurtbewoners geveltuinen aanleggen, broodjes bakken in de buurtoven, met tafels sjouwen en grasmaaien. ‘Sommige mensen vragen waar we wonen in de wijk. Maar we wonen hier niet’, grinnikt hij.

Burgemeester

De planters steken ondertussen flink de handen uit de mouwen. ‘Kan ik niet gewoon alle tegels eruit trekken?’, grapt Hans Lussenburg. Hij wijst naar de brede stoepen in de straten. De vijftiger met armen vol tatoeages werkt als schilder en is niet vies van een beetje fysiek werk. Vanochtend heeft hij al geholpen de 45.000 bollen te verdelen over iets meer dan honderd linnen tasjes.

Op het ‘Feest met de Burgemeester’, de grote opening van de nieuwe wijkaanpak, in 2020 liep hij Karen en Sander tegen het lijf. Sindsdien is hij samen met zijn vrouw veel meer gaan doen voor de wijk. ‘Dan gaan we even kijken in andere straten als ze geveltuinen aan het aanleggen zijn – en vaak blijft het dan niet bij kijken.’ Trots laat hij op zijn telefoon foto’s zien van zichzelf met burgemeester Ahmed Aboutaleb: twee mannen van middelbare leeftijd die een gemoedelijk gesprekje hebben. Aboutaleb houdt sinds 2020 regelmatig kantoor in Carnisse, om benaderbaar te zijn en snel stappen te kunnen zetten. ‘Je kan gewoon met die man praten’, zegt Hans met lichte verbazing in zijn stem. ‘Ik vertelde dat we plantenbakken hebben tegen het parkeren op de stoep. Dat vond-ie een goed idee.’

Keukenhofje

Aicha Tarrahi legt ondertussen samen met Kees den Bok grote ronde bloembedden aan. Aicha wordt daarbij veel begroet en aangesproken. Als wijknetwerker kent ze iedereen en brengt ze mensen met elkaar in contact. Zonder haar zou het thuisgevoel al snel weer verdampen, maar dankzij haar inspanningen blijven instanties en bewoners met elkaar werken aan mooie initiatieven.
Nu zit ze gehurkt gaten te scheppen. Met zwarte tuinhandschoenen om haar gelakte nagels niet te beschadigen. Kees, docent en projectleider op het Hoornbeeck college, vult en dicht de gaten. ‘Ik maak hier een Keukenhofje van’, straalt hij. Na een hersenbloeding realiseerde hij zich dat een hand op je schouder minstens zo belangrijk is als professionele hulp. Hij zorgt daarom dat buurtbewoners van Carnisse vanuit het project ‘Hoornbeeck Helpt’ gratis ondersteuning kunnen krijgen van zijn mbo-studenten. ‘Ze helpen in de huishouding, doen een boodschapje en bieden een luisterend oor.’ Zo draagt de school een steentje bij aan de leefbaarheid en krijgen de studenten een bijzondere en praktische leerervaring. ‘We waren laatst op bezoek bij een man bij wie al vier jaar niemand op bezoek was geweest. Daar schrik ik wel van.’

Fietswrak

Een paar straten verderop draagt buurtbewoner Priscilla Holleman met luide stem haar team taken op. ‘Hier in deze boomspiegel kunnen nog wel bloembollen. En ook in die straat daar, in de middenberm.’ Met flinke pas beent ze door de straat. Ze is een van de acht bloembollenambassadeurs en die rol neemt ze serieus. De ambassadeurs zorgen ervoor dat de bollenplantdag elk jaar doorgaat.

Haar team schiet aardig op, heel wat tassen zijn al leeg. Met lichtblauwe lintjes rondom de bomen geeft Priscilla aan waar al bollen zijn geplant. Ondertussen kijkt ze of er nergens rommel ligt. De wijk netjes houden, ziet ze ook als haar taak. ‘Ik heb een ondergrondse container van de gemeente geadopteerd’, zegt ze terwijl ze een dikke sleutel laat zien. ‘Ik kijk regelmatig of die niet verstopt zit en er geen rotzooi bij ligt.’ Bij een fietswrak in een perkje trekt ze haar telefoon uit haar broekzak en maakt een foto. ‘Die plaats ik in een speciale app van de gemeente. Vaak komen ze al dezelfde dag om het op te ruimen.’

Ontmoeting

Ans Lemmen, oud-wijkbewoonster, is onlangs verhuisd naar Schiedam en vandaag speciaal voor de gezelligheid van de bollenplantdag teruggekomen, vertelt ze. Zeven jaar geleden heeft ze de Groene Oase helpen opzetten, een gezamenlijke tuin voor de bewoners uit de wijk. Maar over het voortbestaan ervan is ze somber. ‘Er komt nieuwbouw op die plek.’
Samen met haar oud-buren Ronald en Inge bikt ze kleine kuiltjes in de boomspiegels die vol blijken te zitten met wortels. Een voorbijganger met een hondje blijft even kijken en trekt het beestje snel weg voordat het er gaat plassen. ‘Ja, we hebben wel water nodig, maar niet dat’, lacht Inge. Ze is blij dat ze wat kan doen om de rechte, grijze straten wat op te vrolijken. ‘Dit zijn heel droeve straten. Tegenwoordig hebben we plantenbakken aan de straatlantaarns en er staat een ruimtemaker voor mijn deur. Dat maakt het al een stuk gezelliger.’ Een ruimtemaker is een verplaatsbare bak met daarop zitplekken en plantenbakken, die precies op een aantal parkeerplaatsen past. Zo komt er meer ruimte voor ontmoeting in de straat en dat is hard nodig, vinden ze alle drie. ‘We zijn allemaal schakeltjes. We hebben elkaar nodig’, zegt Roland. Ans knikt: ‘Naar elkaar omzien is belangrijk.’

Website

Ondertussen raken de bloembollen langzaam op en is het lunchtijd geworden. Tijd om terug te keren naar het buurtcentrum waar de dag startte. Daar is de stemming feestelijk. Er is brood en soep. Er zijn ballonnen en iedereen krijgt een voetbalsjaal met daarop ‘Carnisse’. Als iedereen een zitplek heeft gevonden, vraagt Eva-Mirre Dam, projectmanager van de gemeente, nog even de aandacht: de website Wij(k) Carnisse is klaar en wordt vandaag officieel gelanceerd. Vanaf nu zijn daar alle initiatieven in de wijk terug te vinden. Het nieuws wordt verwelkomd met een groot applaus; veel bewoners hadden bij de gemeente aangegeven dat ze behoefte hadden aan zo’n platform. In de tussentijd is het grote Carnisselied in elkaar gedraaid met inbreng van de plantteams. A4’tjes met tekst worden rondgedeeld en al gauw zingt iedereen mee op de vertrouwde melodie van het Feyenoordlied:

‘Hand in hand Carnissenaren,

Hand in hand voor Carnisse één

Wij planten bollen in de aarde

Wij Carnisse één

Geen woorden maar zaden

Wij Carnisse één.’