Vogels kijken – De mus als zenmeester

Je hoeft niet met een telescoop naar Zeeland om een zeldzame arend te spotten. Vogels kijken kan ook dicht bij huis. Dan is het een perfecte manier om te onthaasten. De concentratie die nodig is om de kleinste beweging tussen het groen op te merken, doet alle gepieker uit je hoofd verdwijnen.

Nog voor de wekker gaat, hoor ik ze al tjilpen. ‘Kom snel uit bed, want we hebben honger!’ – zoiets zal het zijn. Een stuk of twintig mussen bezoeken dagelijks mijn achtertuin. Ik geef ze eten, water en een schaal zand voor een stofbad. Hun liefde voor mij gaat door de maag, die van mij voor hen door het hart. Ik houd van vogels: van hun gezang en gekwetter, van hun veren, hun kleuren, hun vlucht hoog in het blauw en hun gebuitel tussen het groen.

De zeearend is de meest indrukwekkende, de staartmees de schattigste, maar de mus is toch wel het vogeltje der Nederlandse vogels. Het is de eerste waarvan ik – en met mij waarschijnlijk veel anderen – de naam leerde. Vaak in de buurt van mensen en dus makkelijk te observeren, het hele jaar door. Op het eerste gezicht heel gewoon, misschien zelfs een tikje saai in zijn bruingrijze pak. Maar bestudeer hem eens goed en je ziet de mooiste schakeringen in zijn verenkleed. In zijn eenvoud bijzonder, voor wie het wil zien. 

Daarbij is het een dankbare kostganger, blij met water en brood. Eenvoud en tevredenheid, dat is precies waarom de huismus het logo van Genoeg siert. Je kunt naar Kenia gaan voor flamingo’s of naar Patagonië voor pinguïns. Maar als je ook de schoonheid van een doodgewone huismus ziet, schuilt er een vogelaar in je. Prijs je gelukkig, want een beter tijdverdrijf dan vogels kijken is er niet. 

Dit is een deel van een essay ‘De mus als zenmeester’, dat verscheen in Genoeg 101. Je kunt het complete verhaal hier downloaden: Vogels kijken met Genoeg