Je winkelwagen is momenteel leeg!
Zelf maken in 5 minuten: poppetjes van stro
Overal zie je op dit moment gemaaide weilanden en wegbermen. Van de uitgedroogde plantenresten maak je heel eenvoudig stropoppetjes of andere figuurtjes.
Over de hele wereld worden al duizenden jaren voorwerpen en versieringen gemaakt van plantenstengels, stro en gras. Denk aan manden van zeegras, matten van stro of tassen van palmblad. Ook ken je vast en zeker de hangers van strovlechtwerk voor in de kerstboom. Strovlechten is een oud ambacht, of als je wilt een eeuwenoude kunst. In de oogsttijd vlochten mensen figuren van stro om de goden gunstig te stemmen, in het bijzonder Ceres, de godin van de oogst. Op de website Strovlechtwerk van Diny Gerding kun je er meer over lezen. Je vindt er ook werkbeschrijvingen van bijvoorbeeld een kerstengeltje en een hart van tarwe.
De poppetjes van stro zijn een heel eenvoudige afgeleide hiervan. Je hebt er geen tarwestengels voor nodig, zoals bij het traditionele strovlechten. Je kunt ze maken van wat er maar voor handen is: stro, gras of riet, maar ook touw of raffia.
Nodig:
- Een bundeltje zachte, buigbare stengels of bladeren
- Touw of garen
- Een schaar
Let op dat de stengels niet te kort zijn: minimaal een centimeter of twintig, maar het dubbele kan ook.
Werkbeschrijving:
- Vouw het bundeltje dubbel en bind het af, een paar centimeter van de vouw. Dit wordt het hoofdje.
- Verdeel de overgebleven stengels in drie bosjes: één dikker bosje voor het lijf, twee dunnere bosjes voor de armen.
- Bind de armen bij de ‘polsen’ af. Knip de handjes op de juiste lengte.
- Bind het lijfje af bij de taille.
- Voor een vrouwtje knip je de onderkant recht af zodat je een rok krijgt.
- Voor een mannetje verdeel je de bundel vanaf de taille in twee gelijke delen. Dit zijn de benen. Knoop een touwtje om de ‘enkels’ en knip de voetjes gelijk af.
Een handige tekening die in stappen laat zien hoe je een poppetje maakt, vind je op de website van de Archeologische Werkgroep Beverwijk-Heemskerk.