Brood zonder beleg

‘Vaak voelde ik me schuldig. Ik was een minder leuke moeder.’ Maaike Neys zette zichzelf vrijwillig onder bewind en vond het zwaar en vermoeiend. Honderd dagen probeerde de Amsterdamse met haar gezin rond te komen van een inkomen op schuldsaneringsniveau. Half juli zat het erop.

De 32-jarige Maaike Neys werkt bij Samen is niet alleen, een stichting die zich bezig houdt met armoedebestrijding in Amsterdam. Al jaren wordt ze elke dag geconfronteerd met mensen die niet kunnen rondkomen, en dat zijn er veel. Maar liefst 1 op de 5 Amsterdammers heeft het financieel zwaar. Met haar zelf opgelegde minimum en met het bijbehorende blog Brood zonder beleg wil ze aandacht vragen voor dit maatschappelijke probleem. De 100 dagen, zo benadrukt ze, waren voor haar geen spelletje. Ze wilde niet bewijzen dat ze het wel kan. Het ging haar erom meer inzicht te krijgen in wat armoede in de dagelijks leven betekent. Waar loopt je tegenaan? Zijn er voldoende voorzieningen?

Wat heeft armoede voor invloed op je gezondheid, op je welbevinden, op je sociale leven, op je rol als moeder? Het zijn allemaal vragen die tijdens de 100 dagen voorbij kwamen. Al na een paar weken merkte ze dat ze moe werd. Soms zat ze te huilen op de bank. Ze voelde zich een slechte moeder omdat ze haar kinderen niet alles kon geven wat ze nodig hadden. Ze raakte gestresst als er een rekening op de deurmat viel, of als het geld op was voor het einde van de week. Armoede heeft zelfs invloed op je IQ ontdekte Maaike Neys. Ze had het gelezen in onderzoeken, maar ervaarde het nu zelf. Haar IQ ging gemiddeld met 4 punten omlaag. ‘Ik denk niet dat ik veel dommer ben geworden, maar de ruimte om te denken is weg. Ik heb andere prioriteiten. Een hoofd vol zou ik zeggen, waardoor ik anders reageer, veel impulsiever.’ Ze realiseerde ook dat bij mensen in armoede vaak het sociale netwerk wegvalt. Ze hebben geen geld om aan alles mee te doen. Juist dat netwerk kan een enorme steun zijn als je krap bij kas zit. Familieleden, vrienden of collega’s die je helpen of af en toe wat toeschuiven.

Wat ze uiteindelijk geleerd heeft? Ze weet het niet zo goed. Ze vond het zwaar, erg zwaar. ‘Vaak voelde ik me schuldig. Dat ik geen toegang had tot het beste voor de kinderen, dat de keuze beperkt is en dat stress (bij mij) zorgt voor een kort lontje. Ik was een minder leuke moeder de afgelopen 100 dagen.’ Maar positieve dingen bracht het haar ook. Het besef dat kopen en uitgeven niet gelukkig maakt. Geld hebben is fijn, maakt het leven vooral een stuk makkelijker en rustiger. ‘Maar dat onzinnig consumeren mag er van mij uitblijven.’ Ook was er bewondering voor de mensen waarmee ze tijdens haar werk te maken krijgt. Bewondering voor hun doorzettingsvermogen en creativiteit. En tot slot extra motivatie: ‘De drang om te zorgen dat het beter geregeld wordt met de schuldsanering in Nederland.’ Het geld dat ze overhield door zichzelf honderd dagen vrijwillig op een krap budget te zetten, geeft ze aan de Stichting Samen is niet alleen.