Multi-jobben, werkt dat?

Multi-jobben

Eén baan die je optimale voldoening schenkt en veel geld oplevert, dat is vaak het ideaalbeeld van een geslaagd leven. Lang niet iedereen heeft zo’n baan. Op meer dan één paard wedden kan een goed alternatief zijn. Maar hoe houd je dan alle ballen in de lucht?

In onze westerse maatschappij ziet het standaardbeeld van werk er ongeveer zo uit: als je hard genoeg solliciteert, vind je een goed passende baan, liefst bij een grote organisatie. Die baan biedt zekerheid, meer dan voldoende inkomen, je kunt er een ‘passie’ in kwijt, je kunt ermee voor de dag komen en je bent er voltijds mee zoet. Dat beeld schept hoge verwachtingen, terwijl zo’n baan voor lang niet iedereen weggelegd is. Er bestaat nu eenmaal ook laagbetaald, ondankbaar, zwaar, vies en vervelend werk. Lang niet iedereen heeft bovendien een duidelijke ‘passie’ of talent. De teleurstelling kan nog groter zijn als je verwacht dat je zo hoog mogelijk moet eindigen: er zijn nu eenmaal weinig topposities. Vaak geeft een voltijdsbaan je het idee dat je leeft om te werken. Dat wil lang niet iedereen. ‘Je hebt geen baan nodig om rond te komen’, zegt Jelle Hermes, lifestylegoeroe van soChicken dan ook op zijn site, ‘je hebt geld nodig. Een baan is slechts een middel (…) om je tijd in te delen zoals je zelf wilt.’ Het platform soChicken wil ‘met simpele tips werken aan een leukere toekomst’.

Mensen met meer dan één werkkring heten officieel multi-jobbers. Zij combineren meerdere banen of zijn hybride ondernemers: ze werken als zelfstandige naast een dienstverband. 

Noodzaak 

Voor sommigen is dat bittere noodzaak. Als je veel vaste uitgaven hebt (een hypotheek of groot gezin), maar weinig diploma’s of werkervaring, kun je soms niet anders dan meerdere laagbetaalde vormen van werk combineren, zoals Wil Tinnemans laat zien in het boek Onzeker bestaan. Niet alle werk bestaat bovendien als voltijdsbaan, en sommig werk is gewoon te zwaar om fulltime te doen. Dat vraagt om aanvullend, lichter werk. Ook als je hoger gekwalificeerd bent, met een hoger uurloon, heb je soms een tweede inkomensbron nodig om genoeg geld bij elkaar te sprokkelen om van te kunnen leven. 

Meer planning

Meer inkomensbronnen hebben, brengt altijd meer planning met zich mee om het werk te kunnen combineren. Dat kan veel energie kosten. Ook moet je schakelen tussen je werkkringen. ‘Die verschillende werkgevers bezorgden me een behoorlijk vol hoofd’, zegt Marga Scipio, drie jaar lang datamanager bij twee ziekenhuizen. ‘Op je ene werk kauw je namelijk soms nog na op het andere. En ik vroeg me ook regelmatig af waar ik ook alweer was gebleven. Ook dat kostte energie.’ Elke werkgever of opdrachtgever vraagt bovendien telefonische bereikbaarheid en e-mail checken – dat kost relatief veel tijd. Je werk- of opdrachtgevers kunnen zich afvragen of je wel genoeg voor hén werkt en je soms zelfs verbieden voor een ander te werken. En echt vervelend kan het worden bij een ongeval of arbeidsongeschiktheid, als ze hun verantwoordelijkheid voor je ziektegeld op elkaar willen afschuiven.

Voordelen

Gelukkig heeft multi-jobben ook voordelen. Houdt één baan op, dan heb je altijd nog die andere. Als je werk goed bevalt, heb je bovendien meer kans op uitbreiding of verlenging van een contract. De kans op aantrekkelijke reiskostenvergoedingen of collectieve verzekeringen of pensioenen is ook groter. En je hebt verschillende groepen collega’s, die je niet dagelijks ziet. Die afwisseling is fijn én je ontwikkelt een gevarieerder netwerk, wat je kansen op toekomstig ander werk, of goede ideeën, doet toenemen. Omdat je vaker moet schakelen, leer je als multi-jobber efficiënter werken. Daarbij kan een cursus timemanagement goede diensten bewijzen. Je kunt je vrijer en onafhankelijker gaan voelen. Je hebt minder woon-werkverkeerssleur. Kortom, multi-jobben betekent meer risicospreiding en meer afwisseling.

Afwisseling

De meeste multi-jobbers in Nederland doen dat dan ook omwille van het extra inkomen en de afwisseling. Sommigen multi-jobben tijdelijk om werk te onderzoeken dat misschien beter bij hen past. Anderen vinden werken in één beroep of organisatie te beperkt en willen meerdere interesses en talenten ontwikkelen. In tegenstelling tot traditionele carrières – gericht op stijgen op de maatschappelijke ladder − zoeken zij het in verbreding: een ‘horizontale carrière’. In het ideale geval leer je als multi-jobber meerdere vaardigheden en vergroot je zo je kansen voor de toekomst. Maar dat kent natuurlijk wel beperkingen. Zijn de werkzaamheden te verschillend, of allemaal veeleisend, dan belemmeren ze je ontwikkeling juist. 

Tijd om te leren

Ondernemen staat ook nog eens bekend als ingewikkeld en risicovol. Voor de hybride ondernemer met een baantje ernaast gaan die nadelen minder op. Als kleine zelfstandige opereren vraagt inderdaad om effectief timemanagement en allerlei andere nieuwe vaardigheden (zie tips). Maar het verschil met de voltijdsondernemer is dat je veel minder snel winst hoeft te maken. Je kunt – zeker als je zuinig leeft – wat rustiger aandoen en de tijd nemen om te leren. Flinke investeringen zijn voor je onderneming lang niet altijd nodig; soms volstaan een computer, telefoon en website. Je loondienstinkomen kan een stabiele basis bieden, en soms ook wat pensioen. 

Voor- en nadelen

Als multi-jobber word je je meer bewust van wat er aan geld binnenkomt. Je gaat je ook meer afvragen wat je werk jou te bieden heeft in plaats van jij je werk. Als je ook ondernemer bent, leer je werken in loondienst anders waarderen, bijvoorbeeld als financiële zekerheid biedend, maar ook als traag en vaak weinig inspirerend. Ondernemen is daarmee vergeleken risicovol, maar snel en creatief. Je leert welke opdrachten je goed liggen, en ook welke opdrachtgevers. Sommigen gaan voelen als collega’s, omdat ze blijven terugkeren met opdrachten als ze vertrouwen in jou en je werk hebben ontwikkeld. Het echte ‘scharrelbestaan’ − allerlei banen en opdrachten die zich aandienen combineren − is echter ook hectisch. Je bazen, klanten en leveranciers trekken zich namelijk niet altijd wat aan van je werktijden. Eén ding is zeker: als multi-jobber is het leven verre van saai.

Tips voor Multi-jobben

Er valt over multi-jobben veel te lezen, maar van ervaringsdeskundigen leer je meer. Vraag multi-jobbers en zzp’ers naar hun ervaringen en laat je door boekhouders geruststellen dat het bijhouden van een administratie goed te doen is. 

Bereikbaarheid   Constant bereikbaar zijn via mail en telefoon is hectisch. Vaste tijdstippen of weekdagen voor vaste opdrachtgevers kunnen helpen. 

(On)misbaarheid  Vergaderen en stukken lezen kost veel tijd. Bij een klein dienstverband verwacht men meestal niet dat je er altijd bent. Ontdek wat je kunt missen. Sla personeelsuitstapjes juist niet over!

Duidelijkheid   Spreek vooraf duidelijk af wat je gaat doen, in hoeveel tijd, voor welk bedrag. Bedenk vooraf hoe jij de samenwerking en betaling graag zou zien en doe als eerste voorstellen daarover. 

Zelfstandigheid   Lever je zonder loondienst regelmatig betaalde diensten of producten aan meer dan één opdrachtgever, schrijf je dan (gratis) als zelfstandige in bij de Kamer van Koophandel en vraag een BTW-nummer aan. Gebruik een voldoende brede omschrijving van je werkzaamheden, zodat je maar één administratie hoeft bij te houden en één belastingaangifte hoeft te doen. Als zelfstandige zijn een administratie, jaarrekening en belastingaangifte verplicht. Daarvoor heb je meestal een boekhouder nodig (kosten: tot enige honderden euro’s per jaar). Leer snel correcte facturen opstellen om misverstanden met BTW te voorkomen. 

Helderheid  Gemengd bedrijf? Aparte visitekaartjes en sites voor je verschillende bezigheden helpen om je duidelijker te profileren.

Openheid   Vooral collega’s in voltijdsbanen vinden het leuk om te horen hoe het elders toegaat. Vertel over je andere werk. Vaak komen daar ideeën en opdrachten uit voort.

Dit artikel maakt deel uit van het thema ‘Multi-jobben’ uit Genoeg 103.
Tekst: Martin van der Gaag. Illustratie: Roos van der Sanden

Verder lezen

  • Gerhard Hormann: Het nieuwe nietsdoen (Just Publishers, 2014)
  • Martin van der Gaag en Thomas Volman: De luxe van genoeg (Uitgeverij Genoeg, 2017)
  • Renzo Verwer: Waar blijft die baan? Tien sprookjes over de arbeidsmarkt (Tiem uitgevers, 2014)
  • Roman Krznaric: Werk vinden dat bij je past (Arbeiderspers, 2012)
  • Wil Tinnemans: Onzeker bestaan (Nieuw Amsterdam, 2009)