Veertig dagen onverpakt – week 3

baby tussen de groentenGenoeg-redacteur Ilse Ariëns grijpt de vastentijd aan om te kijken of het mogelijk is om boodschappen te doen zonder verpakking. Deze week naait ze broodzakken van oude overhemden. En laat ze zich op de kop zitten door een verkoopster.

Ik ben nog niet eens op de helft en heb nu al spijt van mijn vastenproject. Het is met stip de meest bewerkelijke uitdaging die ik ooit ben aangegaan. Niet douchen was een makkie. Vijf minuten per dag even de tanden op elkaar bij de koude wastafelkraan en voor de rest ging het leven gewoon door. Boodschappen zonder verpakking bezorgt me hoofdbrekens van de ochtend tot de avond. Bij alles wat ik gebruik – of het nu tandpasta is of een bouillonblokje – schiet ik in de stress: Help, dit is onmogelijk verpakkingsloos te doen!

Een lezerers zette een filmpje op onze Facebookpagina waarin een verpakkingsprofessor vertelt over het nut van plastic en doosjes. Verpakking voorkomt voedselverspilling, want een komkommer met jasje bijvoorbeeld is langer houdbaar dan een blote komkommer. En voedselverspilling, zo leert de professor me, is slechter voor het milieu dan het verspillen van een stukje plastic. Ik trek de conclusie dat verpakking alles te maken heeft met de manier waarop we leven. Kun je door drukte maar eens per week boodschappen doen, dan heb je meer verpakkingen nodig. Ik herken het van mijn eigen gezin: potjes en blikjes in plaats van vers. Daar komt bij dat we bij drukte ook vaker kiezen voor kant-en-klare spullen: soep uit een pak, een bamipakket in plaats van losse groenten. Soms kan het even niet anders, maar in minder drukke tijden zouden we best wat vaker voor slow kunnen kiezen.

Deze week haal ik kaas en brood in herbruikbare verpakkingen. En ook olijven, humus, koffie, thee en aioli. Dat vergt wel wat voorbereiding, want als je niet zo’n plastic broodzak van de winkel wilt, wat doe je dan? Geen vraag zo gek, of het internet heeft het antwoord, in mijn geval tientallen antwoorden. Er blijken kant-en-klare broodzakken te bestaan. De luie naaister kan deze supersimpele zakken naaien, de perfectionist maakt deze supermooie zakken. En de redacteur van Genoeg? Die naait drie friswitte zakken van oude overhemden.

Van mijn oma heb ik de tic meegekregen dat ik mooie verpakkingen niet kan weggooien. Nu had mijn oma een stuk of duizend lege boterkuipjes. Zo ver ga ik niet, maar emmertjes van de minitomaatjes (foei, die komen er niet meer in!), plastic bakjes van de noten en mooi glaswerk verzamel ik bovenin de keukenkast. Ze komen nu goed van pas. De notenbakjes blijken toppers voor hergebruik, want ze zijn onbedrukt, transparant en lekker licht. Maar gebruik je fantasie, want op Facebook lees ik dat mensen voorraaddozen, weckpotten, koffieblikken en nog veel meer meenemen naar de winkel. Voor het gewicht daarvan betaal je niks als de winkelier de weegschaal even reset. De oorspronkelijke verpakking hergebruiken kan ook: een broodzak, kaaspapier, plastic groentenzak of olijvenbakje kunnen best langer dan één keer mee.

kaasdoekVoor kaas bestaan er herbruikbare doeken met bijenwas. Heel handig en wel een jaar lang te gebruiken. In het boek Leven zonder afval van Emily-Jane Lowe staat hoe je de doeken zelf kunt maken. Ik probeerde haar methode en die van dit Amerikaanse filmpje. Die van het filmpje is het makkelijkst te maken, die uit het boek is soepeler en bevat desinfecterende jojobaolie. Welke doek ik het fijnst vind, daar ben ik nog niet uit. In ieder geval zien ze er allebei prachtig uit. Ik maakte meteen ook kleine doekjes van de restjes stof. Die blijken erg handig om schaaltjes af te dekken of een halve citroen of ui in te verpakken. Het plastic folie kan dus ook meteen de deur uit.

Het nadenken over alle oplossingen kost me nu nog behoorlijk wat energie, maar hopelijk went het. In ieder geval raakt de middenstand in mijn stad eraan gewend. Daar heb je haar weer met die stoffen zakjes, glimlacht de groentenboer op de markt. Alleen de keurige mevrouw van de huishoudzaak is onverbiddelijk. Het schilmesje dat ik koop, weigert ze onverpakt mee te geven. Ze draait het in drie papiertjes die ze stevig omwikkelt met plakband. ‘Hoeft echt niet hoor’, sputter ik, maar het is duidelijk: als beginnend en nog wat onwennige zero waster ben ik kansloos.

Lees verder: week 4