Je winkelwagen is momenteel leeg!
Inboedel – verzeker niet teveel
Je huisraad kan vele tienduizenden euro’s waard zijn. Verzekeren is dan het overwegen waard. Maar veel mensen betalen meer premie dan nodig, ontdekte Genoeg-medewerker Thomas Volman.
Brand, diefstal, bliksem, lekkage: allemaal manieren waarop je huisraad schade kan oplopen. Een inboedelverzekering vergoedt die schade, en de kosten van het opruimen. Schade aan je woning zelf valt onder de opstalverzekering. Die hoef je alleen af te sluiten als je woningeigenaar bent. Voor een inboedelverzekering betalen huishoudens momenteel tussen de 8 en 29 euro per maand. Daarop blijk je aardig te kunnen besparen.
Zelf kwam ik er zes jaar geleden achter dat mijn inboedel was verzekerd voor 50.000 euro. Omdat ik alleen maar oude meubels heb en weinig elektrische apparaten, leek dat bedrag mij veel te hoog. Mijn verzekeraar zei: ‘Ja, maar als je huis afbrandt, moet je alles wel opnieuw kopen.’ Voor een lager bedrag wilde hij me niet verzekeren. Uit de polisvoorwaarden bleek dat ik van bijna al mijn spullen slechts de dagwaarde vergoed zou krijgen, waarmee ik de spullen óók niet nieuw zou kunnen kopen. Verontwaardigd heb ik toen mijn inboedelverzekering opgezegd. Sindsdien leef ik zonder. Mijn spullen zijn niet meer dan 10.000 euro waard. Dat risico kan ik dragen.
Vergelijk verzekeringen
De meeste mensen wisselen zelden van inboedelverzekering, terwijl de premies bij sommige aanbieders dubbel zo hoog zijn als bij hun concurrenten. Voor een meerpersoonshuishouden in een dure regio (steden zijn meestal duurder dan landelijke gebieden) kan dat per jaar 160 euro schelen. Een duurdere verzekering heeft niet persé een betere dekking. Vergelijken loont dus, op bijvoorbeeld independer.nl en geld.nl. Het meest kun je besparen door elk jaar opnieuw naar de beste deals te zoeken en zo nodig te wisselen van verzekering. Laat je niet verleiden tot pakketverzekeringen, waarbij je alle verzekeringen bij één aanbieder onderbrengt. Losse verzekeringen zijn tot bijna de helft goedkoper, als je slim vergelijkt.
Neem voor je een verzekering afsluit de polisvoorwaarden door. Krijg je korting als je woning beschikt over degelijk hang- en sluitwerk? Wordt je dure camera wel gedekt? Alle verzekeraars vergoeden sieraden en elektronica tot een maximum; de hoogte van dit bedrag verschilt. Is de waarde van je kostbaarheden hoger dan het gedekte bedrag, dan kun je aanvullend een kostbaarhedenverzekering afsluiten.
Voorkom oververzekeren
In het verleden schatten klanten zelf de waarde van hun inboedel en gaven dat bedrag door aan de verzekeraar. Vaak was die inschatting te laag en de klant dus onderverzekerd. Bij schade werd dan slechts een deel van de inboedelwaarde vergoed. Daarom gebruiken verzekeraars tegenwoordig de ‘inboedelwaardemeter’: een korte vragenlijst om de waarde van je inboedel te schatten. Je hebt dan de garantie dat je niet onderverzekerd bent.
Maar er is een groot nadeel aan deze methode. De vragenlijst gaat namelijk over inkomen, gezinssamenstelling en de grootte van je huis, maar amper over spullen die je daadwerkelijk bezit. Heb je heel weinig spullen of zijn ze oud? Dan ben je oververzekerd en betaal je te veel premie. Wordt de waarde van je spullen geschat op 50.000 euro terwijl die in werkelijkheid slechts 25.000 euro is, dan betaal je dubbel zoveel premie als nodig is. Sommige aanbieders bieden trouwens dekking tot een zeer hoog vast bedrag (bijvoorbeeld 100.000 euro). Dan ben je vrijwel altijd oververzekerd. Zo pakt die bezorgdheid van verzekeraars over onderverzekerdheid van klanten heel voordelig uit voor henzelf: ze ontvangen veel extra premie. Anderzijds: misschien blijven door die extra inkomsten de premies laag.
Wil je zeker zijn van je zaak, dan kun je een erkende taxateur inschakelen voor de waardebepaling van je spullen. Dat kost zo’n 250 euro en is vooral aan te raden als je veel kunst, antiek of bijzondere goederen bezit. Vermoed je dat je fors oververzekerd bent, ga dan praten over een aanbod op maat. Wil de aanbieder geen nieuw aanbod doen, ga dan naar een ander. Heb je weinig waardevolle spullen en voldoende spaargeld om na een brand of diefstal je huis opnieuw in te richten? Dan kun je je inboedelverzekering opzeggen (zie kader). Op termijn betaal je hoogstwaarschijnlijk meer aan verzekeringspremies dan je ooit uitgekeerd zult krijgen.
TIPS:
Verzamel bewijsstukken
Een onverlaat steelt je fototoestel, door wateroverlast komt je laminaat blank te staan. Ben je verzekerd, dan wil je graag een zo hoog mogelijke vergoeding ontvangen. In de praktijk pakt dat nogal eens teleurstellend uit. De meeste verzekeringen vergoeden in principe de nieuwwaarde, tenzij de dagwaarde minder is dan 40 procent daarvan. Dat heeft te maken met het steeds minder waard worden van spullen. Een mobieltje is na vier jaar niets meer waard, bij gordijnen is dat na tien jaar het geval. Vaak krijg je dus de dagwaarde terug, niet genoeg om je verloren spullen te vervangen. Heb je bijvoorbeeld waterschade aan laminaat dat er zeven jaar ligt, sta er dan niet van te kijken als de verzekering slechts 30 procent van de aanschafprijs vergoedt.
Hieraan valt weinig te doen. Om het leed te beperken, kun je bewijsstukken verzamelen om aan te tonen welke bezittingen je hebt en wat ze hebben gekost. Bewaar dus aankoop- of garantiebewijzen of bankafschriften. Maak foto’s van waardevolle bezittingen en sla die op in de cloud door ze naar jezelf te mailen, zodat ze niet verloren kunnen gaan door brand of diefstal.
Tekst: Thomas Volman, Illustratie: AmpieB
Dit artikel verscheen eerder in Genoeg nummer 101