Omstreden Europese natuurherstelwet toch aangenomen

Lange tijd leken de plannen voor de Europese natuurherstelwet niet door te gaan, omdat er geen meerderheid van de stemmen behaald kon worden in Europa. Een nieuwe stemming door de ministers van milieu uit de 27 lidstaten heeft nu toch het tegendeel bewezen. Oostenrijk was intern verdeeld over de wet, maar maakte gisteren bekend toch het plan te zullen steunen. De natuurherstelwet wordt dus tóch aangenomen.

Wat is de natuurherstelwet?

De natuurherstelwet is onderdeel van de Europese Green deal. De Europese Green deal is bedacht om de gevolgen van klimaatverandering en natuurverlies tegen te gaan. Een groot deel van de natuurgebieden van de landen in de Europese Unie is in slechte staat, door klimaatverandering maar ook door het gebrek aan biodiversiteit. De Natuurherstelwet is bedacht om het ecosysteem te verbeteren en verder verlies van planten en dieren tegen te gaan. De wet is verder belangrijk om de bedreigingen voor voedselzekerheid te verminderen. Vooral de agrarische sector is tegenstander van de plannen: zij ervaren de strengere milieuregels als een bedreiging voor hun bedrijven.

De aanloop

De plannen voor de wet begonnen op 22 juni 2022, toen de Europese commissie een voorstel deed. Eén jaar later, op 12 juli 2023, vond er een stemming plaats bij het Europees parlement over de Natuurherstelwet. Het voorstel werd toen aangenomen met een kleine meerderheid van 336 stemmen voor en 300 stemmen tegen. De Europese Raad moest alleen nog formele goedkeuring geven om het wetgevingsproces af te ronden.

Stemming veranderd

De wet leek voor een langere tijd niet door te gaan. In maart werd bekend gemaakt dat Nederland tegen de wet zou stemmen. Nederland zou niet aan de stikstof- en waterkwaliteitsdoelen kunnen voldoen en zou daarom niet willen dat er nog meer onhaalbare doelen bijkomen. In de rest van Europa veranderde de stemming daarmee ook. Doordat Nederland op de valreep toch koos om tegen de wet te stemmen, konden andere landen ook makkelijker van standpunt veranderen. Daardoor stonden de landen: Hongarije, Polen, Italië en Zweden net als Nederland niet meer achter de wet. De landen die wel voor de wet waren, konden geen meerderheid van 65 procent behalen.

Een meerderheid

Een nieuwe stemming heeft ervoor gezorgd dat de natuurherstelwet toch aangenomen wordt. Op 17 juni stemden de ministers van milieu van de 27 lidstaten over de wet. Oostenrijk dat intern verdeeld was over de wet, heeft gisteren toch steun betuigd. Door de steun van Oostenrijk hebben de voorstanders daarom nu een meerderheid behaald.   

Wat gaat er nu veranderen?

De natuurherstelwet wordt gezien als een van de ambitieuze klimaatplannen van de Europese Unie. Maar welke veranderingen gaat de wet nu teweegbrengen? Elk land moet een eigen herstelplan maken. Tegen 2030 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat minstens 20 procent van de land- en zeegebieden in de EU hersteld zijn. In 2050 moet dat aantal 90 procent zijn.

Er moet worden ingezet om landbouwecosystemen te verbeteren en de biodiversiteit bij de landbouw te laten toenemen. De steden moeten groener worden met parken, tuinen en bomen. Deze zijn namelijk goed voor planten, vogels en insecten. Europese rivieren moeten vrij stromend worden voor de rondgang van water, sediment en vis. Bij bossen moet er gekeken worden naar de hoeveelheid dood hout, omdat dat bijdraagt aan de bodemvorming. Verder moet er gekeken worden naar het aantal vogelsoorten.

 Meer nieuws

Plantaardig eten: goedkoper dan dierlijke variant?

In cafés en restaurants is het aanbod van plantaardig eten steeds groter, hetzelfde geldt voor supermarkten waar er steeds meer keuze is uit plantaardige alternatieven. Kortom: wie wil kiezen voor een plantaardig maaltijd heeft steeds meer keuze. En wat blijkt? Het kiezen voor plantaardig eten is nu ook nog eens goedkoper!

Besparen

Uit onderzoek van denktank Questionmark in samenwerking met ProVeg blijkt namelijk dat als je in de meest bekende supermarkten als Aldi, Albert Heijn en Jumbo kiest voor plantaardige alternatieven, je tot wel €9,66 aan kosten bespaart. Dat is een groot verschil met 2022, toen bij hetzelfde onderzoek bleek dat plantaardige producten wel duurder waren.

Niet altijd goedkoper

Toch zijn niet alle plantaardige producten goedkoper. Plantaardige vleesvervangers als groenteburgers zijn goedkoper dan hamburgers, terwijl zuivelproducten als plantaardige kwark of yoghurt nog wel duurder zijn dan de dierlijke variant. Zo betaal je voor 500 gr plantaardige kwark €0,75-€1,50 meer dan voor dan voor ‘normale’ yoghurt. De plantaardige variant van kaas is wel weer goedkoper.

Waarom is er een verschil?

Er zijn eigenlijk twee redenen voor dit verschil in prijs:

  • De stijgende inflatie is van grote invloed op bijvoorbeeld de prijsstijging van vlees. Hierdoor werd het verschil met plantaardig ‘gehakt’ en ‘kipstukjes’ opeens een stuk groter. Die laatste werd daardoor ineens ‘goedkoper’ dan de dierlijke variant.
  • Tegelijkertijd zijn er ook steeds meer supermarkten die bewuster kiezen voor een lagere prijs in plantaardige producten. Zo heeft supermarktketen Jumbo in 2023 beleid vastgelegd, waarbij huismerk vleesvervangers tegen dezelfde of een lagere prijs worden aangeboden als het dierlijke alternatief. Supermarktkeren Lidl heeft het assortiment van grootverpakkingen uitgebreid, waardoor er voor vleesvervangers ook een prijsvoordeel geldt.

Plantaardig eten

Behalve dat je met plantaardig eten kosten kan besparen is het ook beter voor de impact op het milieu. Eerder verscheen in het magazine Genoeg een artikel over het worden van ecotariër. Dat betekent dat je een gevarieerd dieet volgt, dat voor een groot deel uit plantaardig eten bestaat met aan het eind van de maand een stukje kip- of varkensvlees. Door meer te kiezen voor plantaardig eten wordt de uitstoot van broeikasgassen beperkt en door af en toe juist wel voor een stukje vlees te kiezen is het dieet makkelijker vol te houden, zo betoogt de auteur.

Op zoek naar een klimaatvriendelijk dieet

Wil je de milieu-impact van je eten minimaliseren, dan ontkom je niet aan minder vlees eten. Maar hoe zit het met kaas of chocolade? Genoeg-redacteur Merel Deelder zocht het tot de bodem uit. Het resultaat: een zelfontworpen dieet dat niet alleen beter is voor de planeet, maar dat ook vol te houden is. 

Door: Merel Deelder

Ik las ooit een grappig verhaal over een vrouw die haar leven lang overtuigd vegetariër was geweest. Eenmaal dementerend in het bejaardentehuis kon zij haar behoefte aan vlees niet langer onderdrukken. Haar kinderen vroegen het personeel om hun moeder louter vegetarische maaltijden voor te schotelen;  zo zou ze het immers gewild hebben toen ze alles nog op een rijtje had. Maar dat bleek nog niet zo makkelijk. Bij gebrek aan vlees op haar eigen bord, prikte de vrouw in de eetzaal schaamteloos de gehaktballen van haar tafelgenoten weg.   Mocht ik ooit dementerend in een bejaardentehuis terechtkomen, dan verwacht ik van mijzelf eerlijk gezegd niet veel anders. Ik zal het maar toegeven: ik ben verzot op vlees. Gekruide kipkluifjes of een eitje met ontbijtspek – als kind al vond ik niets lekkerder.

Toch werd ik op mijn tiende vegetariër, geshockeerd door een flyer met daarop een zielig in de camera kijkend kistkalfje, en tot verbijstering van mijn ouders. Halverwege mijn twintiger jaren besloot ik vanwege de buitenproportionele bijdrage aan klimaatverandering álle dierlijke producten uit mijn dieet te bannen (inderdaad: óók boter, kaas en eieren). Inmiddels, zo’n tien jaar later, ben ik daar weer van afgestapt en doe ik een goede poging me te houden aan iets wat ik ‘ecotarisme’ noem. Hiermee poog ik mijn impact op het milieu te minimaliseren en kan ik tóch af en toe genieten van dat voor mij zo begeerlijke stukje vlees. In dit artikel neem ik je mee op mijn hobbelige zoektocht naar het ultieme low-impact dieet. 

Serieuze vegetariër 

Universiteit Utrecht, 2011. Een tikje verslagen zit ik in de collegebanken. Ik heb zojuist een ontstellend college over de wereldwijde effecten van klimaatverandering gevolgd. Samenvattend: orkanen, overstromingen, droogte en neerslag zullen deze eeuw toenemen in hoeveelheid en hevigheid, met als gevolg honger, dorst, hittestress en miljoenen vluchtelingen. Oorzaken? Uiteraard the usual suspects: kolen, olie en gas. Maar daarnaast heb ik zaken gehoord waarvan de link met klimaatverandering mij daarvoor nog vreemd waren: landbouw, ontbossing en veeteelt. Met het gebruikelijke ‘Zijn er nog vragen?’, sluit de docerende hoogleraar zijn relaas af. ‘Bent u soms vegetariër?’ vraagt een van mijn medestudenten ad rem. ‘Natúúrlijk’, antwoordt de hoogleraar licht geïrriteerd. ‘Als we dát al niet doen, zullen we klimaatverandering nóóit een halt toeroepen.’

Zijn reactie heeft bijna meer invloed op me dan alle verontrustende feiten uit zijn college bij elkaar. Het dringt tot me door dat vegetarisme voor velen allang geen daad van louter dierenliefde meer is. Het eten van vlees veroorzaakt zoveel meer dan ellendige dierenlevens; het heeft effect op hoe ons klimaat en onze totale leefomgeving eruitzien. Zittend in de collegezaal besluit ik dat ik de milieu-impact van mijn eten wil minimaliseren. Vanaf nu zal ik een seriéuze vegetariër zijn. Niet langer een die thuis netjes aan een vegaschijf knabbelt, maar haar principes compleet aan de kant schuift wanneer er op een gezellige vriendenavond pasta bolognese met rundergehakt en spekjes wordt geserveerd. Voortaan voor mij de vegavariant, met geraspte kaas. Het komt dan ook als een kleine schok als documentairemaker Kip Anderson me met zijn Netflix-documentaire Cowspiracy inpepert dat vegetarisme voor het inperken van onze klimaat-voetafdruk lang niet genoeg is. Ik zie de documentaire als ik net ben afgestudeerd en aan de weg probeer te timmeren als freelance journalist.

Tot dan toe leek het schrappen van vegetarische producten als kaas en eieren me simpelweg overdreven. Maar ergens wist ik al wel dat de argumenten die pleiten voor een vegetarisch dieet in één lijn zijn door te trekken ten faveure van een compleet plantaardig eetpatroon. Zeker, her en der heeft Anderson de feiten wat gedramatiseerd – voor De Correspondent schrijf ik er mijn eerste journalistieke artikel, een factcheck, over −, maar zijn algemene boodschap: ‘een veganistisch dieet is beter voor het klimaat’, staat als een huis. Stappen we bijvoorbeeld wereldwijd allemaal over op een vegetarisch dieet, dan hebben we genoeg aan ongeveer de helft van onze huidige landbouwgrond. Worden we massaal planteneters, dan hebben we al genoeg aan een kwart! (Ourworldindata.org/land-use-diets) Stel je eens voor: al die grond die we kunnen teruggeven aan de natuur.

Voor mij is het duidelijk: voortaan schaft mijn pot plantaardig. In de winkel scan ik alle etiketten op vermeende sporen uit de veeteelt. Ik haal vrachten gedroogde bonen en kikkererwten in huis. En de hoeveelheid bladgroen die ik dagelijks verorber, zou niet misstaan op een konijnenboerderij. In plaats van kaas strooi ik voortaan ‘vegan parmesan’ over mijn pasta: een zelfgemaakt mengsel van cashewnoten, edelgistvlokken, zout en knoflookpoeder. Oké, het lijkt in de verste verte niet op the real thing, maar het geeft mijn pasta wel net dat beetje extra smaak.   Thuis vind ik mijn culinaire ommezwaai nog het makkelijkst vol te houden – ook omdat mijn vriend meedoet. We halen simpelweg niets dierlijks meer in huis, dus worden ook nooit verleid. Het wordt pas ingewikkeld wanneer ik bij niet-vegan vrienden of familie op bezoek ben. Hebben ze speciaal voor mij een veganistische versie van een gerecht gemaakt – meestal exact hetzelfde maaltje, maar dan zónder kaas en room –, wil ik stiekem niets liever dan van hun bord eten.  

Schokkende grafiek

Maar dan, inmiddels een kleine twee jaar geleden, krijg ik een grafiek onder ogen afkomstig van ‘Our World in Data’, een wetenschappelijk onderbouwd online platform dat urgente mondiale problemen zoals klimaatverandering, honger en dus ook de impact van ons voedsel in kaart brengt (Ourworldindata.org/food-choice-vs-eating-local). De grafiek laat zien hoeveel broeikasgassen verschillende soorten voedsel per kilo uitstoten (totale lengte van de balk) en ook waar dit aan ligt (verschillende kleuren in de balk).

Aan landschapsverandering bijvoorbeeld (iets wat meestal synoniem staat aan ontbossing), het transport of de productie en verwerking van de verpakking. De grafiek is gebaseerd op data uit de grootste meta-analyse van wereldwijde voedselsystemen tot nu toe, gepubliceerd in Science (2018).   Het eerste wat natuurlijk opvalt, is de gigántische uitstoot van rundvlees. Voor een deel is dit te wijten aan ontbossing (de groene kleur in de balk), bijvoorbeeld voor de teelt van veevoedergewassen als soja. Maar verreweg het overgrote deel van de uitstoot van rundvlees bestaat uit methaan, een broeikasgas dat runderen opboeren. Hierna volgen andere dierlijke producten als lams- en schapenvlees (tweede plaats), kaas van koemelk (derde plaats) en rundvlees van melkkoeien (vierde plaats). Onder aan de grafiek staan producten met de kleinste uitstoot. Hier vind je enkel plantaardig voedsel: verschillende fruit-, granen-, groenten- en notensoorten.

Tot zover is de grafiek helemaal in lijn met mijn ‘vegan is beter’-overtuiging. Maar kijk dan eens naar de vijfde en zesde plaats: chocolade (o nee!) en (lieve help!) ons dagelijks bakkie troost. Zes lange jaren deed ik mijn stinkende best om omwille van het klimaat mezelf het label veganist op te mogen spelden en nu blijken de veganistische pure chocoladerepen die ik wekelijks in mijn winkelmandje leg in feite kleine klimaatbommen. De belangrijkste reden? Ontbossing. Door falende oogsten trekken cacaotelers steeds dieper het tropisch regenwoud in. Wie de moeite neemt nog even verder te struinen op de website van ‘Our World in Data’, ziet dat specifiek dark chocolate – dat dus een hoog cacaogehalte heeft – bijzonder hoog op de lijst staat: na rundvlees stoot dit per kilo het meeste uit van alle voedingsmiddelen!

Er moet hier wel bij gezegd: deze cijfers hebben een hoge onzekerheid omdat de exacte hoeveelheid ontbossing voor cacaoteelt lastig in kaart te brengen is. De werkelijke uitstoot kan dus lager, maar ook hoger liggen. Wat koffie betreft is het nieuws geruststellender: in de grafiek is koffie berekend in rauwe bonen, niet in liters gezette koffie. Voor één kopje koffie heb je ongeveer 7 tot 9 gram rauwe bonen nodig. Hiervan gebruiken we over het algemeen dus niet zoveel. Ter vergelijking: de koemelk in je cappuccino veroorzaakt meer uitstoot.

Ecotariër

Inmiddels ben ik een soort quasi-veganist geworden. Nu het me duidelijk is dat er ook tussen dierlijke producten grote verschillen in uitstoot zitten, heb ik de teugels iets laten vieren. Ik eet nog altijd grotendeels plantaardig, dus véél groenten, peulvruchten, granen, fruit en noten, maar ik heb daar ook eieren aan toegevoegd en eens in de maand een stukje kip of varkensvlees: producten die qua uitstoot vergelijkbaar zijn met bijvoorbeeld olijfolie. Van de vier dierlijke producten bovenaan de lijst eet ik niets. Rund- en lamsvlees mis ik totáál niet, maar kaas des te meer.

Gelukkig maakt mijn maandelijkse stukje vlees dat ik het zóveel makkelijker vind om daar vanaf te blijven. In feite doe ik daarmee het tegenovergestelde van wat ik deed als vegetariër; toen at ik juist méér kaas ter compensatie van het vlees dat ik zo miste. Zo bestelde ik in een lunchcafé meestal een pistolet met kaas in de veronderstelling dat ik veel beter bezig was dan mijn tafelgenoten met hun broodjes gegrilde kip… Oeps!  Ook mijn chocolade-inname heb ik inmiddels drastisch gewijzigd. Waar ik voorheen wekelijks 100 gram pure vegan chocolade naar binnen werkte, beperk ik dat nu tot één reep per twee maanden. Enkel met een goed keurmerk zoals Rainforest Alliance. En inmiddels ga ik voor de iets klimaatvriendelijker variant: melk, die vond ik toch altijd al lekkerder.  

Afstand en afval

En hoe zit het dan met lokaal en verpakkingsvrij eten? Dat is toch ook heel belangrijk voor het klimaat? Een vriendin vertelde me laatst trots dat ze vrijwel al haar eten tegenwoordig bij een verpakkingsvrije winkel haalt. Ze vult er haar glazen potten met droge waar als rijst en pasta en haar rundvlees haalt ze nog enkel bij de biologische boerderij om de hoek. Het is een trend die je nu overal ziet opkomen. Steeds meer restaurants en winkels promoten hun producten als ‘duurzaam’, want: ‘minder verpakking, dus minder afval’, of ‘zo veel mogelijk lokaal’.  Natuurlijk helpt dit alles in de strijd tegen onnodige voedselkilometers en afval – en is het goed voor lokale ondernemers. Maar wat het klimaat betreft, zet dit helaas nauwelijks zoden aan de dijk. De uitstoot veroorzaakt door transport en verpakkingsmateriaal valt voor de meeste voedingsmiddelen in het niet bij de totale impact van het product. In de grafiek zie je dan ook dat bij de meeste producten de kleuren rood (transport) en grijs (verpakking) nauwelijks zijn waar te nemen.

Veel belangrijker dan in welke verpakking je eten zit, of hoeveel kilometers het heeft afgelegd voor het op je bord belandt, is wélk eten je kiest. Oftewel: producten bovenaan of onderaan de lijst. Kies je dus omwille van het klimaat voor een lokaal en verpakkingsvrij stukje rundvlees, dan is het zinvol je prioriteiten eens te heroverwegen. Avocado’s, om maar een voorbeeld te noemen, verscheept uit Peru, in zo’n hard plastic kuipje, ‘ready to eat’ stoten per kilo maar liefst 24 keer minder broeikasgassen uit.  En wat biologisch rundvlees betreft: dat is misschien voor het dier wel beter, maar voor het klimaat de allerslechtste keus. Doordat biorunderen langer leven en dus meer tijd hebben om methaan op te boeren, is hun totale uitstoot nóg hoger dan dat van regulier rundvlees. Daar kan het feit dat het vlees van een lokale boerderij komt en jij dit misschien met de fiets ophaalt en het vervoert in een herbruikbare trommel, helaas niets meer aan veranderen. 

Verleid je omgeving  

Dus, wil je met je dieet je steentje bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies? Eet dan vooral véél plantaardig. Eet minder tot geen rund-, lams-, schapenvlees, kaas en chocolade. Wees niet te streng voor jezelf en misschien wel het belangrijkste: verleid je omgeving om met je mee te doen. Dan wordt het voor jezelf ook een stuk makkelijker vol te houden. Wie weet worden zo op den duur de vegan gehaktballetjes wel de norm en prik ik later dementerend in het verzorgingshuis alsnog verantwoorde balletjes op mijn vork. 

Genoeg-bos 115 bomen rijker dankzij de Bomenplantdag!

Afgelopen vrijdag op 23 februari was het dan eindelijk tijd voor de Genoeg Bomenplantdag! Vrijwilligers staken de handen uit de mouwen om het bos van een groot aantal verschillende bomen te voorzien. Hier delen wij een verslag over!

Voor het Genoeg voedselbos staat Linda Nouws, beheerder van het bos, ons op te wachten. Er was storm en regen op komst maar daar was niks van te merken, de zon liet zich zelfs even zien! Bij het bos ligt een wandelpad waar af en toe wandelaars voorbijlopen en fietsers op mountainbikes voorbijrazen. Met een klein gezelschap die de schep al bij de hand had, volgen we Linda het bos in. We betreden een ander wandelpad waar dennenappels, takken en mos liggen. De stille omgeving wordt af en toe onderbroken door een vogeltje dat fluit.

Rondleiding

Op meerdere plekken wordt er even gestopt en luisteren de aanwezigen naar Linda die een kort verhaal over het bos vertelt. Het doel van het Genoeg-bos is om een voedselrijke plek te maken die zelfvoorzienend is en rijk is aan verschillende bomen en planten. Linda vertelt dan ook dat ze al verschillende voedselrijke bomen heeft geplant zoals kastanjebomen, appelbomen maar ook bramen, frambozen en bessenstruiken! Verder laat ze een wensput zien en een bankje dat zij zelf heeft gemaakt van boomstammen. Ze vertelt met een glimlach op haar gezicht: ‘Ik vind het heel leuk om hier bezig te zijn! Ik ben graag buiten en ik draag met plezier mijn steentje bij aan de natuur. Verder hoop ik ook dat dit bos een rustige plek kan bieden voor mensen die dat nodig hebben.’

Linda Nouws vertelt over het bos. Foto: Donna Rijnierse

Tijd om bomen te planten!

Als we een rondje door het bos hebben gewandeld, is het tijd om de bomen te gaan planten. Linda had meerdere boomsoorten voor ons uitgekozen die langs de rand van het bos geplant zouden gaan worden. Na een korte simpele instructie werden de eerste kuilen voor de bomen gegraven. Nog even wat grond er overheen en de eerste bomen staan! Tussendoor werden er stroopwafels uitgedeeld en werd er met elkaar gepraat. ’Ik heb vroeger ook in de tuinbouw gewerkt en het is wel leuk om zo weer hier mee bezig te zijn,’ vertelt een vrijwilliger als hij net een boom plant. ‘Ja ik vind het ook gezellig met elkaar, ook al is het een kleine groep,’ antwoordt een andere vrijwilliger.

De vrijwilligers zijn druk bezig met bomen planten! Foto: Donna Rijnierse

Doneer een boom

In totaal waren er op het einde van de dag 115 bomen geplant! Linda bedankte iedereen voor het planten van de bomen en de deelnemers bedankten Linda voor het begeleiden van de dag. Nadat er gedag werd gezegd keerden iedereen terug naar huis en werd er zo teruggekeken op een leuke dag. 

Wil jij ook bijdragen aan een groene wereld, en een boom doneren aan het Genoegbos? Dat kan nog steeds via onderstaande link.

Contant betalen is vervuilender dan pinnen. Of toch niet?


Als je rekening wilt houden met het milieu kun je beter pinnen dan contant betalen, blijkt uit onderzoek van De Nederlandsche Bank. Maar de verschillen zijn minimaal en je gaat er het klimaat niet mee redden. Minder spullen kopen zet heel veel meer zoden aan de dijk.

Continue reading “Contant betalen is vervuilender dan pinnen. Of toch niet?”