Genoeg 137 zomer 2023: Van braverik tot activist

Burgerlijke ongehoorzaamheid is me met de paplepel ingegoten. Zo hadden we een tijdje twee illegaal in Nederland verblijvende Marokkanen in huis. En mijn ouders hielden 5,72 gulden in op de energierekening uit protest tegen de plaatsing van 572 kruisraketten. Daartegen demonstreerden we ook veelvuldig. Wat houdt me nu dan tegen om me aan te sluiten bij Extinction Rebellion, terwijl ik het doel van hun acties van harte steun? Ook Genoeg-medewerker Chantal van der Leest worstelde met die vraag.

Maar zij ging overstag, wakker geschud door de soepgooiers van Just Stop Oil en aangestoken door vrienden. Over hoe ze zich ontwikkelde van braverik tot activist, schrijft ze in dit nummer van Genoeg (pagina 18). Ze sprak ook actrice Sigrid ten Napel, die zich net als veel andere BN’ers aansloot bij de actiegroep. ‘Bekendheid dient weinig nut als je je niet uitspreekt of draagvlak tracht te vergroten’, zegt ze daarover. In onze vaste rubriek ‘Het genoeg van’ (pagina 10) vertelt ook advocate Bénédicte Ficq over haar aanwezigheid bij de blokkade van de A12. ‘Niets doen is geen optie meer’, meent zij. ‘Ik vind dat het doel deze acties heiligde. En ik hoop een voorbeeld te zijn voor collega’s om zich ook uit te spreken.’ Daar neem ik mijn petje voor af. Verder in dit nummer een portret van Denise Harleman, die met haar initiatief Collectief Kapitaal geld verzamelde om vijftien mensen een jaar lang van een bescheiden inkomen te voorzien (pagina 30). En een aanstekelijke reportage over les in het bos van juf Tine Nieboer, die vorig jaar werd verkozen tot ‘Buitenlesleerkracht van het jaar’ (pagina 46). Haar leerlingen vinden het bos in gaan niet alleen ‘cool’, ze leren er ook nog meer van dan van hun lessen in het klaslokaal. Veel plezier met deze Genoeg en een mooie zomer! ●

Redactioneel in Genoeg 137 door hoofdredacteur Frieda Pruim. Bestel Genoeg zomer hier, of bekijk onze abonnementen.

PS: We zijn benieuwd wat je van ons blad vindt. Vul je het lezersonderzoek in? Je vindt het hier: www.genoeg.nl/nieuws/lezersonderzoek/

Knap vogeltje: de Cetti’s zanger

‘Schuif maar op, karekarekietkietkiet, ik zit hier lekker in het riet-riet-riet, je hoort me wel maar je ziet me niet.’ Er is een nieuwe stiekemerd in de rietkraag. Stel je voor: je loopt rustig langs een rietzoom, je geniet van de eerste wilgenkatjes en speenkruidbloempjes, een merel die zingt, een vroege tjiftjaf. Of misschien, later in het voorjaar, van fluitenkruid en boterbloemen, rietzangertjes, het eerste warme zonnetje. En dan vergaat ineens de wereld, nou ja, de rust, want van vlak onder je voeten gilt er iets ‘TETTERETTETTETTETTET’. Je springt een meter omhoog, zoekt de schuldige. Heeft een grappenmaker er soms een herriemaker met bewegingsdetector neergezet, of zo? Maar je vindt niets. Je loopt een stukje terug – misschien gebeurt het nog eens – maar nee. Gefeliciteerd, je hebt zojuist een van onze nieuwe vogels ontmoet: de Cetti’s zanger.

Nieuwe natuur

Niet met alle vogels in Nederland gaat het slecht, en met de Cetti’s zanger gaat het juist fantastisch. Na de Tweede Wereldoorlog begon het kleine vogeltje met soortgenoten aan een opmars langs de Franse kust. Tegen 1980 hadden ze de Nederlandse grens bereikt, maar een rits koude winters zorgde dat ze even pas op de plaats maakten. Zo rond 2000, toen toevallig ook ‘nieuwe natuur’ en natuurlijker oevers in de mode raakten, bestormden ze Nederland. In de laatste twintig jaar bezetten ze de delta en het rivierengebied en het zal niet lang duren voor elk rommelig rietgebiedje zijn Cetti’s zanger heeft.

Een niche om op te vullen

Is zo’n bezetting erg? De Cetti’s zanger verdringt onze trouwe kleine karekiet toch niet? Nee hoor. Als zo’n vogel op eigen kracht gebied verovert, betekent dat gewoonlijk dat er plek voor is, een niche die nog opgevuld kan worden. De kleine karekiet (er is ook een grote, maar die is superzeldzaam) broedt in in het water staand riet, de Cetti’s zanger prefereert riet langs de oever, met bramen en lage wilgjes. Precies waar vaak een wandelpad loopt, zodat jij je te pletter schrikt als hij losbarst.

‘Je schrikt je te pletter als de Cetti’s zanger losbarst’

Hoewel hij soms ook zacht zingt, hoor je meestal alleen dat oorverdovende getetter, want de Cetti’s zanger is een heel knap vogeltje: als je hem goed beluistert, hoor je dat hij zijn wetenschappelijke naam zingt: Cettiacetticetticetti (níet zijn Latijnse naam. Wetenschappelijke namen zijn een soort potjeslatijn met Griekse en andere woorden ertussen, en ook eigennamen. Zo heet de Cetti’s zanger Cettia cetti en draagt hiermee tweemaal de naam van een Italiaanse priester die op Sardinië wiskunde gaf en de natuurlijke historie optekende.) Da’s nog wat anders dan de karekiet die alleen zijn Nederlandse naam kent (al zingt ‘Acrocephalus scirpaceus’ natuurlijk ook niet lekker weg). De meeste rietvogeltjes zijn trekvogels, maar Cetti’s zangers blijven het hele jaar in hun territorium, dus je bent nooit veilig voor het getetter. In de winter zingen ze wel minder. Net als bij alle hier overwinterende kleine insectenetertjes kan een koude winter veel slachtoffers maken, maar zeker in getijdengebieden waar ook bij vorst steeds nieuw potentieel voedsel aanspoelt (en waar ze het allerliefst wonen) kunnen ze zich goed handhaven.

Spookhuis in het riet

Ik ben blij met een vogeltje dat zo duidelijk aanwezig is (al zie je ze zelden, en ontploffen ze altijd maar één keer in zang) en ook een beetje spanning in een polderwandeling brengt. Want echt, je schrikt je wezenloos en als je dan ook nog ergens het varkensgegil van de waterral hoort, is het een compleet spookhuis in het riet. Natuur saai? Echt niet. ●

Deze column van Elisabeth Noorduin is verschenen in Genoeg editie 136.

Voordelig mobiel bellen met sim only

Ben je toe aan een nieuw telefoonabonnement of een nieuwe smartphone? Dan zijn er vele combinaties mogelijk. Maar wat is een duurzame en voordelige keuze? Steeds meer mensen kiezen voor een sim only abonnement. Hierbij betaal je enkel voor aansluiting op het netwerk plus data, belminuten en/of sms’jes, maar niet voor een nieuwe smartphone. Dat biedt meerdere voordelen, zoals lagere kosten en meer keuzevrijheid. Zowel een sim only abonnement en daarbij je ‘oude’ toestel gebruiken, als een sim only abonnement en daarbij een nieuwe smartphone kopen kan voordelen opleveren. Wij vertellen je er graag meer over. 

Je abonnement verlengen naar sim only

Nog altijd kiezen veel mensen ervoor om een abonnement met belminuten, sms’jes en data te combineren met een nieuwe smartphone. De prijs van deze smartphone wordt dan meegenomen in de totaalprijs van het abonnement. Als het abonnement afgelopen is, vaak na 12 of 24 maanden, kan de telefoon nog uitstekend werken. In dat geval is het financieel aantrekkelijk om je abonnement te verlengen naar een sim only abonnement. Dan betaal je alleen de kosten voor data, belminuten en/of sms’jes. Op die manier ga je slim met je geld om en blijf je toestel langer in gebruik. Een duurzame keuze.

Sim only abonnement en los toestel kopen

Is je mobiel aan vervanging toe dan kun je ook kiezen voor een sim only abonnement en hierbij een los toestel aanschaffen. Hoewel dit lijkt op een traditioneel abonnement met daarin een toestel inbegrepen, is het toch wezenlijk anders. In dit geval kun je naar eigen wensen je sim only samenstellen en wordt het toestel niet meegefinancierd in het abonnement. Hierdoor heb je gedurende de looptijd van je abonnement structureel lagere kosten. Een ander groot voordeel van deze constructie is dat er geen notering wordt gedaan bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). Ga je een abonnement aan met een smartphoneprijs van meer dan 250 euro, dan moet een telecomprovider dit melden bij BKR. Dit kan gevolgen hebben voor toekomstige financiële keuzes die je wil maken voor bijvoorbeeld andere financieringen. 

Kies voor goede balans tussen prijs en kwaliteit

Als je een sim only abonnement kiest en je schaft zelf een smartphone daarbij aan, kijk dan goed naar de verschillende opties die er zijn. Een goede smartphone hoeft namelijk niet altijd meer dan 1000 euro te kosten, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Er zijn voldoende kwalitatieve smartphones te verkrijgen voor een zeer scherpe prijs, zoals de Samsung A34. Zo bieden verschillende grote merken een aantal toestellen aan die qua specificaties wat onderdoen voor de meest dure en uitgebreide toestellen, maar voor normaal gebruik meer dan voldoende geschikt zijn. Het verschil kan zomaar oplopen tot honderden euro’s. 

Kies je abonnement verstandig

Als je op het punt staat om je abonnement te verlengen of een nieuw abonnement af te sluiten, bekijk dan of een sim only abonnement met of zonder nieuwe smartphone voor jou een geschikte optie is. Door slim te kiezen kun je veel geld besparen en blijf je je smartphone langer gebruiken. Een duurzame keuze en goed voor je portemonnee.

10 handige tips om energie te besparen

We trekken met ons huidige energieverbruik een zware wissel op het milieu. Voor de aarde (en onze portemonnee) is het beter als we minder gas en stroom verbruiken. Dat hoeft gelukkig helemaal niet ingewikkeld te zijn. Er zijn namelijk genoeg eenvoudige manieren om energie te besparen! We helpen je in dit artikel op weg met tien praktische tips.

1. Zet de temperatuur zo laag mogelijk

Wist je dat je door de thermostaat een graad lager te zetten jaarlijks al zo’n zes procent op je energierekening bespaart? Handig dus om de verwarming zo laag mogelijk te zetten. De kosten die je bespaart kan je mooi gebruiken voor een warme trui of pantoffels, zodat je het in huis niet koud krijgt. 

2. Vervang oude apparaten

Oude apparaten zijn vaak echte stroomslurpers. Je kan dus (flink) besparen door oude apparaten te vervangen. Let bij het aanschaffen van nieuwe apparatuur op het energielabel. Die gaat van A (donkergroen) naar G (donkerrood). Hoe groener het label, hoe zuiniger het apparaat is en hoe meer je hier dus mee kan besparen!

3. Gebruik je gordijnen

Je gordijnen kunnen in de winter de warmte binnenhouden en er in de zomer juist voor zorgen dat het binnen koel blijft. Gebruik ze dus slim door ze in de winter open te houden en in de zomer juist dicht te doen. 

4. Vergelijk je energiecontract

Het is handig om na te gaan of je huidige energiecontract nog wel bij je past. Met je energie vergelijken vind je er misschien wel een die voordeliger is. Je kan ook kijken welke leveranciers hun energie duurzaam inkopen en zo je steentje bijdragen. 

5. Gebruik radiatorfolie

Plaats radiatorfolie op de muur of aan de achterkant van de radiator. Radiatorfolie reflecteert de straling van de radiator, zodat de warmte binnen blijft en gelijkmatig over de ruimte wordt verdeeld. Je hebt al radiatorfolie vanaf een tientje! 

6. Investeer in energiezuinige verlichting

Heb je thuis nog gloei- en/of halogeenlampen? Hoog tijd om deze te vervangen door LED-lampen. LED-lampen verbruiken namelijk tot wel negentig procent minder stroom en zijn dus een stuk zuiniger. Ze gaan ook nog eens dertig tot vijftig keer langer mee.

7. Neem een waterbesparende douchekop

Een waterbesparende douchekop laat veel minder water door dan een normale douchekop. Hierdoor hoeft er minder water verwarmd te worden, waardoor je per douchebeurt al snel zo’n twintig procent minder water én energie verbruikt. 

Ondanks dat er minder water uitkomt, heeft een waterbesparende douchekop een krachtige staal waardoor je er net zo fijn mee doucht als met een ‘normale’ douchekop. Een waterbesparende douchekop is geen grote investering: het kost namelijk meestal slechts een paar tientjes.

8. Doe de afwas met de hand

Door met de hand af te wassen bespaar je veel energie doordat je de vaatwasser niet hoeft te draaien. Zorg er wel voor dat je het water tijdens het afwassen niet de hele tijd door laat lopen. Heb je veel vaat en wil je toch liever de vaatwasser draaien? Gebruik dan als het kan een eco-programma, zodat de vaatwasser minder water en een zo laag mogelijke wastemperatuur gebruikt.

9. Zorg voor goede isolatie

Hoe beter je huis geïsoleerd is, hoe minder warmte er verloren gaat. Je woning goed isoleren hoeft niet meteen hoge kosten met zich mee te brengen. Isoleren kan bijvoorbeeld met (voordelige) tochtstrips om kieren en naden te dichten, een tochtgordijn bij de voordeur of in het trapgat en door ramen en deuren gesloten te houden.

10. Gebruik een bespaarstekker 

Sommige apparaten gebruiken in standby-stand en als ze uitstaan nog steeds stroom. Het is daarom slim om bij deze apparaten een bespaarstekker te gebruiken. Hiermee bespaar je jaarlijks ongeveer 450 kWh aan sluipverbruik. Dat scheelt je al snel zo’n € 100,- per jaar. Win-win, want dat is zowel beter voor je portemonnee als voor het milieu! 

Foto: Andreas Gücklhorn | Unsplash

Guilty pleasures

Guilty pleasures. Wij hebben ze allemaal. Ook de redactie van Genoeg heeft er genoeg… Hoofdredacteur Frieda Pruim bekent dat ze is gevallen voor een vakantiehuisje en eindredacteur Anne Pek vertelt beschaamd over haar liefde voor kunstbloemen. Roos en Heleen van der Sanden kochten letterlijk een knoppenwinkel leeg… Wat is jouw Guilty pleasure?

Hoofdredacteur Frieda Pruim bij haar guilty pleasure

Onthaastingshuis

Jarenlang reisden mijn vriend en ik zomers door zuidelijke landen. Daar stonden de prachtigste pandjes te koop voor een habbekrats. Mijn fantasie sloeg weleens op hol, maar altijd won de ratio het: steeds naar dezelfde plek op vakantie, ver weg van huis, moeilijk bereikbaar met OV en veel kluswerk in plaats van ontspannen  − nee, dat rondzwerven van ons was zo gek nog niet.

Ondertussen groeide mijn zzp-spaarpotje voor m’n pensioen. Dat geld stond te verstoffen op een rekening, zonder dat ik daar enig plezier van had. Zou een huisje in een landelijke uithoek van Nederland misschien betaalbaar zijn, met trein en fiets in een paar uur te bereiken? We zouden er weekends naartoe kunnen en het zou leuk zijn om het huisje te delen met familie en vrienden.

Op internet begon ik te zoeken naar huisjes in de Achterhoek, en vrijwel het eerste stond me meteen erg aan: betaalbaar, sfeervol, met veel grond en bomen er omheen én met een houtkacheltje, waar we altijd al van droomden. Ik bekeek nog tientallen huisjes, maar niks haalde het bij deze eerste vondst. Met m’n vriend stapte ik in de onthaastingsboemel naar Winterswijk om het te bekijken, ervan overtuigd dat het in het echt zou tegenvallen. Dan lieten we dit decadente gedachte-experiment meteen weer varen. Maar nee hoor, het was perfect!

Een paar weken later waren we, volkomen beduusd, ineens de eigenaar van een tweede huis. Ik vond het behoorlijk gênant, durfde het nauwelijks aan anderen te vertellen, maar tegelijk was het geweldig: een woning waar niet veel aan hoefde te gebeuren, met overgenomen meubels en verder in te richten met juweeltjes van kringloop en Marktplaats, met een royale tuin die we in de stad niet hebben en de prachtigste natuur om de hoek.

‘Shit, wat hebben we gedaan’, dacht ik even toen we een jaar later allebei minder gingen verdienen. Maar nu brengen we bijna al onze vakanties in Winterswijk door, besparen zo ook een heleboel geld en voelen ons de hemel te rijk.

Eindredacteur Anne Pek over haar uitspatting

Foute bloemen

Ik houd van een huis vol groen. Liefst groen met wortels, zodat het kan groeien. Ik heb al heel wat sneue planten van het grofvuil gered en onder mijn handen zien opleven. Steeds weer een bevredigende ervaring.

Helaas is onze woonkamer zo diep dat in het midden niets wil groeien – zelfs geen graslelie. De eettafel krijgt bijvoorbeeld nauwelijks daglicht. Terwijl ik ook daar graag iets groens heb staan, omdat ik er vaak zit te lezen.

Tot een paar maanden geleden kocht ik daarom vaak bloemen voor op tafel. Dramatische amarylissen, statige gladiolen, geurige chrysanten; steeds een kleurig baken op de tafelhoek.

Toch keek ik er met gemengde gevoelens naar. Want al die bloemen stonden daar wel langzaam dood te gaan. En als ze eenmaal kassiewijle waren, mochten ze niet eens op de composthoop, want snijbloemen zijn beruchte gifbommetjes. Oké, ik had biologische kunnen kopen. Maar die waren wel érg duur. Bovendien: ook bio-bloemen eindigen als bosje treurnis.

Afgelopen zomer liep ik langs de oplossing voor mijn ‘probleem’. Kunstbloemen! Ze stonden meeslepend weelderig uitgestald in een etalage in mijn buurt. In de winkel lonkte nog veel meer moois. Zo goed nagemaakt dat je moest zoeken naar lasnaden of stofstructuur.

Ja, ik wist heus wel dat kunstbloemen kitsch zijn. Plus van kunststof en dus niet echt milieuvriendelijk. En dúúr! Tenminste, deze mooie wel. Mijn man verklaarde me dus voor gek.

Toch kocht ik een forse bos nepperds. Want, zo berekende ik verliefd: aan al die evenmin milieuvriendelijke echte gaf ik op jaarbasis bijna evenveel uit. En kitsch? Dan wel kitsch op hoog niveau. Want ik stelde een boeket samen dat in het echt helemaal niet kan bestaan. Tulp naast korenbloem naast distel: zo’n bizarre seizoensmix vind je verder alleen op 17de-eeuwse bloemstillevens. Alleen al om die reden kijk ik nu al maanden met veel plezier naar mijn nepboeket.

Roos en Heleen van der Sanden delen hun guilty ‘Treasure’ met de hele familie

Knopencollectie

Laatst was ik met mijn kleindochter Sofie van zeven in de fourniturenzaak. Ze koos er knopen bij een zelfgebreid vest. Bij de kassa is het schrikken: Sofie heeft een dure smaak. Dan zegt de verkoopster: neem anders het hele buisje voor 5 euro, we hebben opheffingsuitverkoop. Nou, natuurlijk! Ook Sophies moeder Roos scoort nog een buisje. 

’s Avonds, terwijl ik de knopen aan het vest naai, mijmer ik: wat zou de fourniturenwinkel met het restant doen? De fervente knutselaar in mij weet: met knopen kun je eindeloos veel doen. Wat heerlijk als je zo’n verzameling binnen handbereik zou hebben, nooit grijp je meer mis, of je nu naait of knutselt. Los daarvan zijn knopen gewoon heel mooi, met hun verschillende kleuren en vormen. 

Een klein stemmetje werpt tegen: niet zo hebberig, je kunt ze nooit allemaal opmaken. Ik wuif het weg. Het is ook hartstikke leuk om knopen weg te geven. Dus als ik nou eens…

De volgende morgen belt dochter Roos. Sinds ze als meisje af en toe een knoop uit oma’s knopenpot mocht kiezen, voelt ze een diepe liefde voor deze fournituren. ‘Zeg mam, ik dacht vannacht: wat zouden ze met die resterende knopen doen? Als we nou eens…?’ Simultanico’s noemen we onszelf op zo’n moment. Hup, de stoute schoenen aan. We bellen de fourniturenzaak en onderhandelen als echte kooplui. Voor 250 euro kunnen we de hele voorraad ophalen. Twintigduizend knopen, hebben we berekend. Één eurocent per stuk. Met de auto tot de nok toe volgeladen brengen we onze schat naar huis. 

Een cent per knoop is niks. Die favoriet van Sophie kostte ruim zes euro. Per stuk! Dus ja, we voelen ons spekkoper. 

Weinig gewone stervelingen begrijpen onze vreugde: ‘Wat gaan jullie daarmee doen?’ ‘Nou gewoon…’ We hebben geen concreet idee. Maar we zijn er flink mee in de weer, alle drie. We sorteren de buisjes op kleur en de buit wordt over twee huizen verdeeld. 

Inmiddels weten vrienden en kennissen ons te vinden. Sofie voorziet hen professioneel van de gewenste waar: een knoopje als een zonnetje? Wacht, ik ga even kijken. En groen met een beetje goud? Ja die hebben we, momentje.

Onbetaalbaar!

Heleen Litmaath:

Kleuranaliste

In mijn studentenkleerkast, een jaar of dertig geleden, was het een vrolijke janboel aan kleuren en stijlen. Warme aardetinten vond ik het mooist. Toen mocht ik met mijn moeder mee naar een kleurenanaliste. Een deftige mevrouw, Ida geheten, hield me allerlei lapjes voor. Haar oordeel: geen herfsttype, zoals ik hoopte, maar een wintertype.

Jak! Dat had het lelijkste kleurengamma dat er was. Harde, koele tinten: cyclaamroze, kobaltblauw, dieprood, geen zweem van zonnig oranjebruin. Het enige voordeel was dat alleen dit type echt zwart en echt wit had. En zilver, geen goud.

Mijn nieuwsgierigheid was echter wel gewekt. Ik had de oehs en de ahs gehoord toen ik de juiste kleuren voor me hield en in de goede tinten werd opgemaakt. Ida was een analiste van de oude stempel, en ik mocht zo vaak terugkomen als ik wilde, om zelf te leren zien wat mensen stond. Tien, twintig keer ging ik terug, misschien wel dertig.

Sinds een aantal jaren is mijn kast volledig ‘winter’. En ik ben recht in de leer. Met een knipoog heb ik mezelf tot idaïst gedoopt. Zo flexibel als ik op andere gebieden ben, zo dogmatisch ben ik qua kleur. Of het nou schoenen zijn, een badjas, oorbellen of een onderbroek: alleen winter komt erin, ook als het cadeautjes zijn. Mijn kleding koop ik bijna altijd op Marktplaats, een sport op zich en zeker als je op basis van foto’s moet bepalen of iets winter is. Dat gaat regelmatig fout. Dan is de kledingcontainer weer blij.

Maar eens de goeie kleur, altijd de goeie kleur, dat is een groot voordeel. En alle tinten van één type zijn met elkaar te combineren. Mode heeft geen enkele invloed op me, ik doe heel lang met mijn kleding. Maar ja, je wordt wel hebberig. Want áls ik iets vind in een tint die de zware selectie doorstaat, dan is het ook: hébben!

Wat is jouw guilty pleasure? Laat het ons weten op Instagram.