Je winkelwagen is momenteel leeg!
Veertig dagen onverpakt – week 6
‘Er zijn hele volksstammen die liever tomatensoep uit blik hebben dan zelfgemaakte soep.’ Genoeg-redacteur Ilse Ariëns probeert in de vastentijd of ze verpakkingsvrij boodschappen kan doen. Afgelopen week bekeek ze wat je zoal zelf kunt maken.
Ik had de eerste afhaker deze week, een niet bij naam te noemen huisgenoot die snakte naar de oude vertrouwde spulletjes: gewone shampoo uit een fles en gewone pindakaas. Het blokje shampoozeep waar ik vorige week over schreef moet na elk gebruik te drogen worden gelegd, anders wordt het zacht en slijmerig. Betreffende huisgenoot heeft elke ochtend enorme haast, vergeet nog half slapend het zeepje en krijgt vervolgens van mij op zijn donder. Niet leuk. En dan staat op de ontbijttafel tot overmaat van ramp ook nog eens pindakaas die anders smaakt dan hij gewend is!
Afgelopen week stond in het teken van zelf maken. Als ik in mijn voorraadkast kijk, is die voor een deel gevuld met potjes en pakjes die het gemak dienen: een paar potten kant-en-klare pastasaus, wat zakken soep, pakjes boemboe, een fles sladressing, een kuipje pindasaus. Het zijn allemaal producten die je zelf zou kunnen maken van verse, grotendeels onverpakte ingrediënten. Ze staan er voor als we weinig tijd of weinig zin hebben om in de keuken te staan. Maar weinig zin is tot aan pasen geen argument; soep uit een zak is dus geen optie.
In mijn keukenkastjes kom ik ook potten en dozen tegen met producten die naar mijn idee tot de basics behoren, dingen die je nu eenmaal niet maakt maar koopt, zoals pasta, rijst, sojamelk, mayonaise, ketchup, crackers en pindakaas. Fout gedacht, want op rijst na kun je alles zelf maken, ontdekte ik. Je hebt er wel een beetje (en soms heel veel) tijd voor nodig en liefst een keukenmachine. Tijd heb ik helaas niet onbeperkt, dus kies ik voor haalbare projecten. Pindakaas bijvoorbeeld, die maak je in no time met een keukenmachine. Ik vond het echt een ontdekking dat je daarvoor alleen pinda’s nodig hebt, een snufje zout en naar wens een beetje olie. Heerlijk, vonden we allemaal, op dus die ene huisgenoot na. Te pinda-achtig vond hij de pindakaas en niet zo lekker smeerbaar als het merk dat we normaal hebben.
Zelf associeer ik ‘zelfgemaakt’ met lekker, vers en puur, maar die ene huisgenoot zet me met beide benen op de grond. Er zijn hele volksstammen die liever tomatensoep uit blik hebben dan zelfgemaakte soep, of die gruwen van zelfgemaakte jam. Ik had me dat nooit zo gerealiseerd tot een vriendin vertelde dat ze veel zelfgemaakte spullen gewoonweg vies vindt. Ze eet haar hele leven al appelmoes uit een pot en béchamelsaus uit een zakje. Voor haar zijn dat de oersmaken. Zelfgemaakte appelmoes vindt ze niet alleen minder smaken, ze vertrouwt het ook niet. Zaten er geen beestjes in die zelfgeplukte appels? En is de moes wel hygiënisch klaargemaakt, in schoongekookte potten? We vertrouwen blijkbaar meer op de voedselindustrie dan op onszelf.
Twee weken geleden, toen ik melk kocht bij de boer, schreef ik al dat mijn ‘Veertig dagen onverpakt’ me dichter bij de oorsprong van ons voedsel bracht. Toen ging het vooral om de mensen en de dieren die voor ons eten zorgen. Afgelopen week was ook weer een terugkeer naar de basis, maar nu naar de ingrediënten. Je hoort mensen weleens verzuchten dat de kinderen van tegenwoordig niet eens meer weten dat appels aan een boom groeien en dat visstick van een dier komt. Weten volwassenen het zoveel beter? Tot vorige week had ik je niet precies kunnen vertellen wat je nodig hebt om mayonaise, cruesli, limonadesiroop of appelstroop te maken. Maar nu ik het wel weet, weet ik ook wat je aan toevoegingen en e-nummers kunt missen. En dat ik soms tijd nodig zal hebben om te wennen. Want net als de anti-zelfgemaakte-pindakaas-huisgenoot heb ik ook zo mijn dingetjes. Mayonaise bijvoorbeeld. Culinaire fijnproevers schijnen te zweren bij home made, maar ik vind het mixen een hele kunst en blijf teveel het ei proeven. Voorlopig heb ik echt liever mayo uit een potje.
Komende week is de grote finale van mijn ‘Veertig dagen onverpakt’. Dan probeer ik om helemaal geen verpakte producten te gebruiken. 100 procent zero waste gaat niet lukken – dat is me inmiddels al duidelijk geworden – maar 95 procent? Je leest het.
Lees verder: week 7