Deze bio boerderij houdt de kalfjes bij de koe

Voor Mieke en Gerard is op een biologische en diervriendelijke manier ‘boeren’ de meest logische manier. Op hun boerderij doen ze er alles aan om de dieren zoveel mogelijk hun natuurlijke gang te laten gaan. Zo wordt er geen gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen, krijgen de dieren biologisch voer, en blijven de kalfjes langer bij de koe. Dit kost veel energie maar toch houden ze hun visie scherp: ‘Ons doel is om zo dicht mogelijk bij de natuur van het dier te blijven.’

Mieke en Gerard woonden tot 2019 in Drenthe. Daarna verhuisden ze naar Warmond, waar Mieke oorspronkelijk vandaan komt. In Drenthe hadden zij al een biologische boerderij en in Warmond hebben zij dit doorgezet. Nu heeft het stel een veelzijdige biologische melkveehouderij met koeien, schapen, varkens en geiten. ‘Voor ons is het de meest logische stap om het zo door te zetten,’ vertelt Mieke.

Natuur van het dier

Het streven naar een zo veel mogelijk biologische manier van werken is het belangrijkste doel. Om dit te bereiken heeft het stel verschillende stappen gezet. Zo vertelt Mieke: ‘We gebruiken geen kunstmest, geen bestrijdingsmiddelen en we geven de dieren biologisch voer. Daarnaast mogen de koeien de horens houden. Bij andere boerderijen worden vaak de horens van de koe weggehaald, omdat koeien elkaar anders kunnen verwonden. We hebben daardoor de stal moeten aanpassen zodat er meer ruimte is voor de dieren. Ik begrijp dat sommigen er daarom voor kiezen om de horens weg te halen, omdat een grotere stal weer een investering is. Maar wij vinden juist dat we het systeem aan de koe moeten aanpassen en niet de koe aan het systeem. We willen zo dicht mogelijk bij de natuur van het dier blijven’.

Kalfjes bij de koe. Foto: Boerderij Boterhuys

Kalfjes bij de koe

Eén van andere biologische stappen die Mieke en Gerard op de boerderij hebben gemaakt, is dat ze sinds 2022 kalfjes langer bij de koe houden. Bij reguliere boerderijen gaan de kalfjes meteen weg, terwijl bij Mieke en Gerard alle kalfjes drie maanden bij de eigen moeder-koe blijven. Waarom hebben ze deze stap gemaakt? Mieke: ‘Voor de koe is het meest natuurlijk als het kalfje erbij mag blijven. Wij vroegen ons af ‘waarom halen we ze weg?’ Dat is puur omdat het systeem in Nederland en in de wereld zo is gemaakt, het is economisch gezien de beste keuze. Maar er wordt niet gekeken naar het dier. Wij wisten dat als we onze visie wilden behouden, dat we dit ook moesten aanpassen.’

Voor- en nadelen

De kalfjes bij de koe houden is een enorme verandering, maar het heeft ook veel voordelen. Zo hebben de kalfjes onder meer een verhogende weerstand, zijn ze minder snel ziek en vertonen ze meer sociaal gedrag. Verder brengt de vroege scheiding van kalf en koe veel stress met zich mee, door de kalfjes langer bij de koe te houden neemt deze stress ook af.

Welke veranderingen heeft Mieke gemerkt toen zij ervoor kozen om de kalfjes bij de koe te houden? ‘Het duurt langer voordat kalfjes aan mensen wennen, omdat ze langer bij de koe blijven. De nieuwe koeien zijn daardoor niet meer zo afhankelijk van mensen als de vorige generatie koeien, omdat ze niet door de mens gevoed zijn. Het kost daarom veel inzet om de kalfjes te laten wennen aan mensen. De kalfjes die langer bij de koe blijven groeien wel sneller. Dat is een pluspunt, maar ze drinken ook meer melk waardoor we minder melkproductie hebben. Maar heel belangrijk voor ons: ik denk wel dat onze koeien er blijer van worden!’ 

Energie en inzet

Volgens Mieke gaat het biologisch boeren goed maar economisch gezien is het niet de beste keuze. ‘Het kost veel energie en inzet om er een goed bedrijf van te maken. Als je economisch kijkt, zijn we eigenlijk knettergek bezig’, vertelt ze met een lach.

Vooral de stap van de kalfjes langer bij de koe houden is een grote verandering geweest waardoor zij het systeem moesten aanpassen. ‘De kalfjes bij de koe houden, is een uitdaging omdat je je niet meer aan het standaard systeem houdt. De vaars-en stierkalveren blijven bijvoorbeeld de hele zoogperiode bij ons. Na drie maanden kunnen zij niet meer naar de normale of biologische kalveropfokbedrijven. Daarom moesten wij op zoek naar nieuwe kalvenfokkers om onze stierkalveren kwijt te kunnen. Dan zie dat als je een deel van het systeem wilt aanpassen, je eigenlijk alles moet aanpassen.’

Biologische producten van de boerderij

Het stel verkoopt ook verschillende producten van eigen boerderij. Van yoghurt en ijs tot vla en melk. Een deel verkopen zij in hun eigen winkel en het andere deel bij vijftien andere winkels en dit aantal is groeiend. Toch merkt Mieke ook hierbij de impact van de kalfjes langer bij de koe houden. ‘De kalfjes drinken een derde van de melkproductie op. Hierdoor houden we zelf maar een klein beetje over. Je mist daardoor veel inkomsten omdat we niet aan het aantal liters kunnen voldoen. Daarom proberen we zo veel mogelijk melk zelf te verwerken, zodat we dit systeem kunnen volhouden.’

Mieke en Gerard. Foto: Boerderij Boterhuys

Tip: wil jij melk van een boerderij die kalfjes bij de koe houdt? Kijk dan eens naar deze website!

Toekomst

Voor nu blijven Mieke en Gerard hun visie volhouden. Mieke: ‘Ons streven blijft om zo dicht mogelijk bij het natuurlijke gedrag van het dier te blijven. We kunnen bijvoorbeeld nog de stal aanpassen zodat de koeien in de winter niet op beton hoeven te lopen. Ik denk dat we de grootste stappen al hebben gezet, maar er kan altijd nog meer veranderen’.

Imker Wouter over zijn missie om de bijen te redden

Imkers aan het werk. Foto: Bijenbaas

De lente is weer begonnen! Van 15 t/m 24 april vindt de Nationale Bijentelling plaats. Deze tien dagen staan in het teken van het tellen van bijen, een groot aantal van de bijensoorten wordt namelijk bedreigd. Het is iets wat Wouter Hasekamp ook zag. Hij begon daarom als imker het bedrijf Bijenbaas, waar ze bijen op een natuurlijke manier houden en zo meer bijdragen aan biodiversiteit.

Al die jaren had hij een oud boekje op de plank liggen met hoe je imker kunt worden. Het was een idee van Wouter toen hij achttien jaar was. Toch bleef het boekje in de kast liggen. Tot een aantal jaar geleden zijn dochter vertelde dat het slecht met de bijen ging. Ze stelde de vraag: ‘Wat gaan we hieraan doen?’ Dit zette Wouter aan het denken, waardoor de volgende dag al een plan ontstond om bijen te gaan houden. ‘We hebben ons verdiept in het onderwerp. We zijn begonnen met twee bijenkasten en dat is uitgegroeid tot duizenden bijenkasten. Het grootste probleem voor het hoge aantal bedreigde bijensoorten zijn de bestrijdingsmiddelen die voor de gewassen worden gebruikt en de natuurlijke vijanden als de parasieten’, vertelt Wouter.  

Bijenkas. Foto: Bijenbaas

Wouter begon zo met een samengesteld team het bedrijf Bijenbaas waar ze ook hun eigen honing verkopen. Het doel? Bijen zo veel mogelijk in eigen waarde laten en verder bijdragen om de biodiversiteit te verbeteren. ‘Als we de honing verkopen, kunnen we van de opbrengst stukjes grond kopen, waar we weer bijenkasten kunnen neerzetten en daarmee de biodiversiteit kunnen stimuleren.’

Natuurlijke werkwijze

Wouter vertelt dat Bijenbaas een natuurlijke werkwijze aanhoudt, hoe ziet dit er in praktijk uit? ‘Wij kiezen niet voor bestrijdingsmiddelen, daarnaast proberen we zo min mogelijk gebruik te maken van plastic. We grijpen weinig in bij de bijenvolken. Ik denk namelijk dat we onze eigen invloed niet moeten overschatten, ze hebben duizenden jaren zonder ons geleefd. Het enige wat we doen is dat we ervoor zorgen dat we de bijen houden op plekken waar voldoende eten is en geen gebruik wordt gemaakt van bestrijdingsmiddelen.’

Eigen honing

De honing van Bijenbaas is helemaal natuurlijk en verschilt daarmee met de honing van de supermarkt. Wouter: ‘Honing van de supermarkt is gepasteuriseerd en verhit tot 70 graden. Het bevat vaak veel suiker en eiwitten. Bij een aflevering van Keuringdienst van Waarde is ook besproken dat honing van de supermarkt soms aangelengd wordt met siroop. Bij ons wordt de honing alleen gezeefd en gaat het in een potje, er wordt voor de rest niks mee gedaan.’

Honing van Bijenbaas. Foto: Bijenbaas

Nationale bijentelling

15 t/m 24 aprilstaat in teken van de Nationale bijentelling. Mensen worden opgeroepen om in de tuin, balkon of andere groene plek een half uur bijen te tellen en het totaal aantal bijen door te geven. De Nationale Bijentelling is in het leven geroepen omdat 50 procent van de bijensoorten wordt bedreigd. Bijen zijn onder meer belangrijk voor de bestuiving van 80 procent van de planten die wij eten.

Zelf je tuin bijvriendelijk maken?

Bijen vormen dus een belangrijk onderdeel van de biodiversiteit en zijn daarmee onmisbaar. Er zijn daarom veel dingen die je kunt doen om je tuin bijvriendelijker te maken. Hierbij deelt Wouter een paar tips:

  • Haal een paar tegels uit de tuin en plant veel kleurige inheemse en biologische bloemen. Via de website van Bijenclub kun je zien welke bloemen en planten in welke maanden het beste bloeien!
  • Heb je veel plek in de tuin? Plaats bomen en/of struiken.
  • Veel mensen hebben hekken om de tuin staan. Maar heggen zijn beter voor de natuur en heel makkelijk aan te leggen. Behalve voor bijen zijn deze heggen ook interessant voor andere insecten of vogels. Als veel mensen voor heggen in plaats van hekken zouden kiezen, zou het probleem van de biodiversiteit een stuk kleiner worden.

In de toekomst blijft Wouter doorgaan met Bijenbaas om zo zijn eigen steentje bij te dragen met het herstellen van de natuur. Hij vertelt: ‘Ons doel is om te blijven bijdragen aan de biodiversiteit en daarbij een beetje uit te breiden. We zien dat er steeds meer interesse voor biologische honing is en we verkopen meer op regionaal niveau.’

Winactie

In samenwerking met Bijenbaas mogen wij twee honingpakketen weggeven! Het pakket bestaat onder andere uit verschillende soorten honing en een paar andere leuke verrassingen. Kijk op onze site hoe je kunt meedoen aan deze winactie:

Meer nieuws

Bijenkoningin Sonne Copijn: Leren van de bijen

Sonne Copijn is imker en oprichter van Bee-Foundation. Met cursussen en workshops vraagt ze aandacht voor de noodtoestand van de wilde bijen. Tegelijkertijd werkt ze aan het verbeteren van hun leefomstandigheden door de aanleg van ‘bijenoases’. ‘De bijen zijn mijn toverbron.’

Door: Merel Deelder

Een romantische, monumentale villa met geel en roomwit geverfde ornamenten, omringd door honderd jaar oude beuken en kruidenrijk gras tot kniehoogte. Hier, in Landhuis Welgelegen in het Utrechtse dorp Groenekan, groeide Sonne Copijn op en werd ze door haar vader, boomchirurg en hobby-imker, ingewijd in het imkervak. ‘Op mijn tiende verjaardag kreeg ik als cadeau een bijenvolk.’ Haar ouders runnen hier samen een ontwerp- en adviesbureau in tuin- en landschapsarchitectuur, en dat is te zien: de tuin, een kleine hectare, heeft statige hagen en gezellige kronkelpaadjes. Middenin plantte Sonne een aantal jaar geleden een wilde bijentuin aan, vol struiken en kleurige bloemen. Ze plaatst twee oude rieten stoelen op het terrasje voor deze oase en vertelt hoe zij ‘de bijenkoningin’ werd.

In de wieg

‘Het begon eigenlijk als een grapje onder vrienden en dat breidde zich uit onder steeds meer mensen. Als ik ergens kwam om een les of workshop te geven, riep er altijd wel iemand: “Kijk, daar heb je de bijenkoningin”. Ik voelde me daar eerst ongemakkelijk bij. Tot ik op een gegeven moment voelde: de bijenkoningin, dat ben ik! Ik ben het gaan leven!’ Lachend: ‘Voor mijn geboorte vlocht mijn vader een wieg van stro, precies zoals hij zijn bijenkorven vlocht. Eigenlijk ben ik dus al in de wieg gelegd als bijenkoningin.’

Na haar studie Biologische Landbouw en Agrarische Economie werkte Sonne tien jaar als adviseur in de duurzame landbouw. Ondertussen bracht ze op het terrein van Welgelegen haar drie kinderen groot. Niet in het Landhuis – daar wonen haar ouders nog altijd – maar daarachter in het voormalige koetshuis, waar ze ook nu nog woont met haar jongste dochter. Nadat ze scheidde van haar man en wat later in 2012 haar contract niet werd verlengd, wist ze het even niet meer. ‘Mijn wereld stortte in.’ Haar vader hield nog altijd honingbijen achterin de tuin. Ze plaatste er een paar volken bij en startte nog datzelfde jaar met het geven van imkercursussen. ‘Het was een lastige periode, ik had de zorg voor mijn drie kinderen en ik probeerde tegelijkertijd een nieuwe carrière en een nieuw leven op te bouwen. Toch voelde ik toen al dat ik met de bijen de juiste weg was ingeslagen.’

Imker aan het werk. Foto: Anete Lusina via pexels.

Bitterzoet

Een van Sonnes eerste cursisten vroeg haar: ‘Hoeveel honing mag je oogsten als je wilt dat het bijenvolk voldoende honing voor zichzelf overhoudt?’ Die vraag raakte Sonne, want bracht haar terug naar haar kindertijd.

‘De honing is in eerste instantie van de bijen. Pas als er overvloed is, oogst ik daar wat van’

‘We vierden hier ieder jaar in de zomer de honingoogstfeesten. Dat waren de grootste feesten van het jaar: alle neefjes, nichtjes, ooms, tantes, opa’s, oma’s en vrienden kwamen meedoen. Alle honing werd uit de raten geslingerd en stroomde in de glazen potten die we het hele jaar speciaal voor dit moment hadden opgespaard. Als kind mocht je dan ongegeneerd veel honing eten. Ik herinner me dat ik mijn vinger in die gouden stroom hield en die vervolgens aflikte. En dan moet je je voorstellen: wij kregen nooit snoep, dus die honing was voor ons intens zoet.’

Toch ging de vreugde voor Sonne steeds gepaard met een bittere nasmaak. ‘In de weken na de oogst maakten we suikerwater: dat gaven we de bijen ter vervanging van de weggenomen honing, als brandstof om de winter te overleven. Het is iets wat vrijwel alle imkers doen. We goten er kamille- en duizendbladthee bij, want dat zou goed zijn voor de spijsvertering. Maar ’s avonds lag ik vaak te huilen in bed omdat ik me niet voor kon stellen dat dit goed was. Als ik ziek was, kreeg ik immers een lepeltje honing, nooit een lepeltje suiker.’

Door de ogen van een bij

De vraag van de cursist confronteerde Sonne met deze herinnering en haar eigen geweten en zou uiteindelijke leidend worden voor haar verdere carrière. ‘Als ze honing zien, krijgen veel imkers dollartekens in hun ogen. Ze vinden dat ze die honing mogen wegnemen en zien er geen probleem in dat de bijen daardoor moeten leven op suiker. Maar als je op die manier imkert, ben je eigenlijk losgetrokken van je natuurlijke omgeving: de plek waar de bijen hun nectar uit verzamelen. Je gebruikt dit in feite als een wingewest voor honing, in plaats van als een plek waarin je investeert. Ik besloot daarom: ik ga het anders doen! Sindsdien is de honing in eerste instantie van de bijen. Pas als er overvloed is, oogst ik daar wat van.’

‘Te veel imkers – hoe goedbedoeld ook – kunnen het de wilde bijen nog lastiger maken’

‘Het bijenvolk is als een toverbron; hoe meer je eruit drinkt, hoe rijker die gaat stromen’, zo citeert Sonne de Oostenrijkse honingbijexpert Karl von Frisch. ‘Geïnspireerd door dit citaat besloot ik in plaats van me te focussen op de honing, me te verdiepen in de bijen zelf. Ik ben gaan kijken naar het landschap door de ogen van een bij. En vroeg me af: wat hebben de bijen nodig om goed te leven? Zijn er genoeg bloemen om nectar en stuifmeel te verzamelen?’

De paardenbloem is echt een topper, zegt ze. ‘Het is de nummer één onder de planten qua voedsel voor bijen en andere insecten. Maar waar vind je tegenwoordig nog een paardenbloem? In mijn jeugd zagen de weides geel van de paardenbloemen. Maar mijn kinderen groeien niet meer op met paardenbloemen. Het is in Nederland een van de meest bestreden planten. Hij wordt doodgespoten en uitgegraven uit gazons, want mensen willen dat alles strak en glad is.’

Hetzelfde geldt, zo weet ze, voor klavers en distels. ‘Er zijn in Nederland vrijwel géén kruidenrijke weides meer. Wat wij zien als weides, is niets meer dan industriële grasproductie voor ons vee. Ik noem het ook wel grasfalt: voor de bijen en andere insecten valt er níets te halen.’

Heel veel verschillende soorten

De start van Sonnes eerste imkercursussen viel echter samen met een nieuwe tijdsgeest: door het zich steeds meer opstapelende onderzoek over de benarde toestand van bestuivende insecten wilden steeds meer mensen iets doen om de bijen te helpen. ‘Mijn imkercursussen raakten overvol.’ Maar in plaats van deze mensen aan te moedigen om eigen volken honingbijen te houden, brengt Sonne ze vooral het belang van een gezonde, natuurlijke leefomgeving bij.

‘Wat niet veel mensen weten is dat er naast de honingbij nog heel veel andere bijen bestaan: in Nederland wel 360 verschillende soorten. Dit zijn allemaal wilde bijen, waarvan verreweg het grootste deel alleen leeft, bijvoorbeeld in een gaatje onder de grond of in een holle rietstengel. Deze wilde bijensoorten, maar ook andere bestuivende insecten, zoals vlinders en zweefvliegen, hebben het veel zwaarder te verduren dan honingbijen.’

Wilde bijen, verklaart Sonne, ‘moeten binnen vliegafstand van hun nest – voor sommige soorten is dat maximaal 150 meter – voldoende voedsel kunnen vinden. Maar door ons veranderende landschap worden de plekken waar wilde bijen kunnen leven steeds schaarser. En het wrange is, door de schaarste aan wilde planten concurreren ze met honingbijen om het laatste voedsel.

Honingbijen kunnen veel verder vliegen. Zij hebben een foerageergebied met een straal van wel drie kilometer. Bovendien krijgen zij hulp van hun imker: deze verkast zijn volken geregeld naar bloemrijke plekken, zoals een bloeiende lindelaan of koolzaadveld. Te veel imkers – hoe goedbedoeld ook – kunnen het de wilde bijen hierdoor dus nóg lastiger maken.’

Help de bestuivers

‘Sinds een paar jaar beseffen steeds meer mensen in Nederland dat bestuivende insecten meer bloemen nodig hebben’, vervolgt Sonne. ‘Massaal zijn er zaaiacties uitgevoerd: allemaal met van dat eenjarige, fleurige, snelle spul. Het resultaat is fantastisch. Het probleem hiermee is alleen: de wilde bijen zitten niet op dat snelle spul. Die zitten op de langzame kruiden, de meerjarige planten, de paardenbloemen, distels en klavers. Wil je de bijen helpen, dan moet je je maaier dus in je schuur laten staan.’

‘Dankzij de bijen voel ik mijn verbondenheid met de natuur’

Én, vervolgt Sonne: ‘we moeten meer ruimte bieden aan struiken, bomen en klimplanten. Kijk hier’ – ze wijst op de eik achter zich – ‘die is helemaal overgroeid door klimop. Veel mensen bekruipt dan de angst: die klimop maakt mijn boom dood. Maar de klimop gebruikt hem enkel als klimboom. Laat die klimop dus groeien! Aan het einde van de zomer vormt die het eindbal, het grootste feest voor de bestuivers. Vlinders, zweefvliegen, hommels: allemaal komen ze dan hier om te snoepen.’

Leermeesters

Het is dit soort kennis waarmee Sonne gemeenten adviseert om hun groenbeheer bij-vriendelijk te maken. ‘Ik had twee jaar geleden als doel gesteld om binnen tien jaar tienduizend hectare aan bijenoases aan te leggen. Ik heb de tijd niet genomen om het na te rekenen, maar ik geloof dat we die ambitie al ruimschoots hebben gehaald.’

Voor Sonne is dat echter geen reden om eens rustig achterover te leunen. ‘De bijen zijn zo’n grote inspiratiebron voor mij. Dankzij hen voel ik mijn verbondenheid met de natuur, voel ik mijn kracht. In die zin had de honingbijexpert Frisch gelijk. Ik lig midden in de toverbron van de bijen en ik kan niet stoppen met drinken en hun kennis doorgeven.’

Meer weten over Sonnes werk? Zie: Bee-foundation.nl en Bijenkoningin.nu.

Dit interview stond eerder in de uitgave nr 129 van Genoeg. Magazine Genoeg kun je hier bestellen. Hoofdafbeelding: Kostas Dimopoulos via pexels.

Aandeelhoudersactivisme: ‘Verander de wereld, koop Shell’

Follow This werd begin 2015 opgericht door Mark van Baal. Het bedrijf wil Shell ertoe bewegen zich aan het Klimaatakkoord van Parijs te committeren. Dat doet Follow This door mensen via de website één Shell-aandeel te laten kopen. Op die manier heeft ze inmiddels al bijna 5000 ‘groene aandeelhouders’ samengebracht. In dit interview uit Genoeg Magazine spreken we uitgebreid met Mark van Baal over zijn bedrijf én ambities!

Door: Anne Pek

Hij is niet bang is om uitgelachen te worden. Waarschijnlijk is dat zijn grootste kracht, zegt Mark van Baal halverwege het gesprek. Of nee, nuanceert hij meteen: ‘Misschien is het eerder zo dat ik een plaat voor mijn kop heb. Ik werd bijvoorbeeld ooit ontzettend agressief geïnterviewd door een bekende journalist, maar dat realiseerde ik me pas toen ik het interview terughoorde. Ook kreeg ik in het begin van Follow This vaak te horen: “Je wilt Shell veranderen? Een nobel streven.” Pas later begreep ik dat ze eigenlijk zeiden: Jongen, dat gaat je nooit lukken.’

Klimaatdoelen

Gelukkig hielp die plaat voor zijn hoofd hem dus onverstoorbaar door te gaan. En zie: het lukte hem wél. Shell begint te veranderen. In 2018 formuleerde de multinational als eerste en tot nu toe enige oliemaatschappij concrete klimaatdoelen. ‘En dat was heus niet doordat de bedrijfstop zo gevoelig was voor onze morele argumenten – “de wereld gaat kapot als we fossiele energie blijven gebruiken”. Het was doordat we een aantal grootaandeelhouders zover kregen dat ze onze resolutie steunden. Dát kon Shell niet negeren.’

Het motto van Van Baal – ‘Change the system by entering it’ – lijkt daarmee bewaarheid te worden: om gehoor te vinden bij Shell moet je niet boos op de voordeur bonzen, maar via het aandeelhouderspoortje naar binnen glippen. ‘Shell is zo machtig dat het echt niet luistert naar verontruste burgers en ook niet naar overheden. De enigen naar wie dit bedrijf luistert, zijn de beleggers.’

Verschil maken

Sinds 2015 draait het leven van Mark van Baal volledig om het Shell-aandeelhouderschap. Terwijl hij helemaal geen financial is. Hij is werktuigbouwkundig ingenieur, hij werd opgeleid in Delft. Waar hij trouwens de collegebanken deelde met een aantal latere Shell-medewerkers – in zijn ervaring ‘slimme, fatsoenlijke mensen die heus het beste met de wereld voorhebben’. Daarom kiest hij in de actiemails die nieuwe Follow This-aandeelhouders automatisch aan Shell kunnen sturen, ook bewust voor een positieve toon: ‘We geloven dat Shell de wereld kan veranderen, onze steun heb je.’ En nee, dat is geen tactisch slijmen, Van Baal gelooft er echt in. ‘Ze hebben de brains, ze hebben de billions. Als ze die inzetten voor hernieuwbare energie, kunnen ze echt het verschil maken.’

Carrièreswitch

Zelf ging Van Baal na zijn afstuderen niet bij Shell werken. Hij werd salesmanager en reisde de wereld rond om koelsystemen te verkopen. Leuk werk, mooi inkomen. Maar hij merkte dat hij dit werk toch niet tot zijn pensioen wilde doen. Daarom volgde hij in de avonduren een opleiding tot journalist. In 2006, hij was inmiddels 36, zegde hij zijn baan op en begon hij te schrijven voor diverse technische bladen. Heel fijn werk: ‘Je denkt “daar zou ik wel wat meer van willen weten”, en dan kun je daar betaald onderzoek naar doen.’ Een vaste baan zat er echter niet in, want zo’n beginneling in dienst nemen vonden veel bladen te riskant. Zijn inkomen daalde dus behoorlijk. Maar in de jaren ervoor had hij veel geld opzijgezet, waardoor het mogelijk was. Als freelancejournalist wist hij uiteindelijk trouwens best nog een behoorlijk inkomen bijeen te schrijven. En doordat de spaarzaamheid bleef, kon hij zich in 2015 die tweede carrièreswitch veroorloven. ‘Het was me duidelijk dat Follow This alleen kans van slagen had als ik me er volledig op kon focussen. Ik moest dus minstens een jaar zonder inkomen kunnen. Maar dat was mogelijk. Overigens ook doordat mijn vrouw toen nog een vaste baan had.’

Foto: Anke Teunissen

Een missie

In 2006 zag van Baal de documentaire An Inconvenient Truth, hierdoor begon zijn missie. ‘Voor mij was dat een enorme eye-opener. Ik was al twaalf jaar ingenieur, ik had geleerd machines te maken die CO2 de lucht in pompen, maar ik had nooit nagedacht over de gevolgen daarvan! Dat verweet ik mezelf, en ik verweet het Delft, want ik had echt al eerder kunnen weten dat het klimaat verandert door al die uitstoot. Maar vanaf het moment dát ik het wist, wist ik ook: hier moet ik iets aan doen.’

De energietransitie was daarmee het belangrijkste thema in zijn journalistieke werk. Talloze keren riep hij de vaderlandse olie-industrie erinop om meer in duurzame energie te investeren. En al was dat voor hem echt een morele kwestie, hij droeg er zorg voor dat hij ook met gedegen financiële argumenten kwam. ‘Want ik had al snel door dat ze het klimaat in de oliebranche nog steeds zagen – en zien – als een soort van corvee. Iets waar je heus wel wat voor wilt doen, maar alleen zolang het de winst niet in gevaar brengt.’

Dus schreef Van Baal dingen als: Shell, je moet een energiemaatschappij worden, want de makkelijk winbare olie- en gasreserves raken op! Als je jezelf puur als oliemaatschappij blijft definiëren ben je ten dode opgeschreven! En daar zullen je grootaandeelhouders ook niet blij mee zijn! Maar zelfs daarmee vond hij geen gehoor. En ondertussen werden de klimaatvooruitzichten steeds grimmiger. Zodat Van Baal eind 2014 besloot het stuur opnieuw om te gooien en zelf zo’n grootaandeelhouder te worden.

Follow This

Follow This heeft naam gemaakt. Follow This-supporters hebben voor vijf miljoen euro Shell-aandelen gekocht. Dit aandelenpakket geeft de vereniging het recht om op de jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen resoluties in te dienen. Ook lobbyt Van Baal intensief onder andere grootaandeelhouders – zoals de Nederlandse pensioenfondsen, goed voor een kwart van de Shell-aandelen – om ze over te halen deze Follow This-resoluties te ondersteunen en zelf ook met Shell in gesprek te gaan over klimaatdoelen. Van Baals aandeelhoudersactivisme begint inmiddels effect te sorteren; Shell beweegt voorzichtig in groene richting. Sinds 2019 focust Follow This zich daarom op BP, Chevron en Equinor.

Eigen visie

Een groepje sponsors zorgt ervoor dat Van Baal zijn werk zonder geldzorgen kan voortzetten. Toch heeft hij het bord voor zijn kop soms nog hard nodig. ‘Want als je eenmaal in het systeem zit, moet je er wel voor zorgen dat je geen polderaar wordt. Je moet je eigen missie en visie wel steeds duidelijk voor ogen houden.’ Gelukkig vindt hij ook geregeld gelegenheid om te spreken voor een publiek dat ‘dezelfde mindset’ heeft: ‘Mensen die ook geloven dat je de wereld kunt veranderen, en zich daarbij niet afvragen of dat misschien tegen hun belangen in gaat. Zulke bijeenkomsten geven weer energie.’

Wat gaat Van Baal doen als hij zijn doel heeft bereikt en Big Oil de overstap naar hernieuwbare energie heeft gemaakt? O, zegt hij, hij kan altijd terug naar de journalistiek. ‘Hoewel…’ vervolgt hij, en zijn toon wordt haast dromerig; ‘Ik denk wel eens: straks hebben we ons helemaal vergist en is niet de klimaatverandering, maar de bijensterfte het grootste probleem van dit moment.’ Kortom, Mark van Baal is nog lang niet klaar met actievoeren.

Dit artikel van Anne Pek verscheen eerder in Genoeg Magazine. Deze versie is iets ingekort voor online gebruik. Foto’s: Anke Teunissen.

‘Duurzame keuzes maken hoeft helemaal niet zo moeilijk te zijn’

Wilma van Stek (61) houdt zich al langere tijd bezig met het klimaat. Met het oog op de toekomst heeft ze haar levensstijl aangepast om zo te denken aan het milieu, en zij moedigt anderen aan om hetzelfde te doen! Wij spraken met haar over hoe jij zelf een duurzame levensstijl kunt toepassen.

Wilma vertelt dat velen denken dat duurzame keuzes maken ingewikkeld of duur is, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn, benadrukt ze. ‘Je levensstijl veranderen hoef je echt niet perfect te doen. Alle kleine stappen die je wél zet helpen al. Als genoeg mensen zulke stappen maken, heeft dat toch impact. Ik wil mensen laten zien dat er veel mogelijk is zonder al te veel kosten te maken. Het is belangrijk om dichtbij jezelf te blijven en in je omgeving te kijken wat je kunt veranderen en hoe je anderen daarbij kunt inspireren’.

Anderen inspireren

Via onder andere haar website helpt Wilma anderen om een meer duurzame levensstijl te kiezen. Wilma: ‘Ik schrijf blogs op mijn website en ik geef coaching en training op dit gebied. In juli breng ik een boek uit waar ik ook tips deel om je levensstijl te verduurzamen. Een boek dat mij daarvoor erg heeft geïnspireerd is onder andere Verborgen Impact van Babette Porcelijn.’

Duurzame levensstijl

Berichten over klimaatverandering, verhogende uitstoot van broeikassen en vervuiling van de natuur hebben ervoor gezorgd dat Wilma heeft gekeken hoe ze haar levensstijl kon aanpassen. ‘Ik ben vegetarisch gaan eten, doe langer met mijn spullen en ik kijk kritischer naar wat ik koop. Ik kijk of ik wel echt nieuwe spullen nodig heb. Verder heb ik mijn huis helemaal verduurzaamd. Mijn huis is geïsoleerd en ik ben van het gas af. Ik heb een warmtepomp en zonnepanelen. Dat is dan wel een grotere investering waar je voor moet sparen’, vertelt ze. Wilma is zich ervan bewust dat niet iedereen hiervoor de middelen heeft. In haar boek belicht ze daarom ook vooral aspecten in het leven die eenvoudiger of goedkoper aan te passen zijn.

Foto: Wilma van Stek

Concrete tips

Maar hoe kan je je levensstijl op een simpele en milieuvriendelijkere manier verbeteren? Hierbij een aantal concrete tips van Wilma:

  • Let op je voeding. Kies er bijvoorbeeld voor om vegetarisch te gaan eten.
  • Verminder je energieverbruik, door gebruik te maken van groene stroom zoals van zonnepanelen.
  • Kijk kritisch naar je spullen voordat je iets nieuws koopt. Veel spullen verdwijnen namelijk in de kast, zonder je er meer naar omkijkt.
  • Koop verzorgingsspullen die geen microplastic bevatten. Met de app Beat the microbead kun je de labels van producten scannen en zien of het product microplastic bevat.
  • Kijk bij het kopen van producten naar de duurzame variant of merken waarbij natuurlijke ingrediënten worden gebruikt.