Aandeelhoudersactivisme: ‘Verander de wereld, koop Shell’

Follow This werd begin 2015 opgericht door Mark van Baal. Het bedrijf wil Shell ertoe bewegen zich aan het Klimaatakkoord van Parijs te committeren. Dat doet Follow This door mensen via de website één Shell-aandeel te laten kopen. Op die manier heeft ze inmiddels al bijna 5000 ‘groene aandeelhouders’ samengebracht. In dit interview uit Genoeg Magazine spreken we uitgebreid met Mark van Baal over zijn bedrijf én ambities!

Door: Anne Pek

Hij is niet bang is om uitgelachen te worden. Waarschijnlijk is dat zijn grootste kracht, zegt Mark van Baal halverwege het gesprek. Of nee, nuanceert hij meteen: ‘Misschien is het eerder zo dat ik een plaat voor mijn kop heb. Ik werd bijvoorbeeld ooit ontzettend agressief geïnterviewd door een bekende journalist, maar dat realiseerde ik me pas toen ik het interview terughoorde. Ook kreeg ik in het begin van Follow This vaak te horen: “Je wilt Shell veranderen? Een nobel streven.” Pas later begreep ik dat ze eigenlijk zeiden: Jongen, dat gaat je nooit lukken.’

Klimaatdoelen

Gelukkig hielp die plaat voor zijn hoofd hem dus onverstoorbaar door te gaan. En zie: het lukte hem wél. Shell begint te veranderen. In 2018 formuleerde de multinational als eerste en tot nu toe enige oliemaatschappij concrete klimaatdoelen. ‘En dat was heus niet doordat de bedrijfstop zo gevoelig was voor onze morele argumenten – “de wereld gaat kapot als we fossiele energie blijven gebruiken”. Het was doordat we een aantal grootaandeelhouders zover kregen dat ze onze resolutie steunden. Dát kon Shell niet negeren.’

Het motto van Van Baal – ‘Change the system by entering it’ – lijkt daarmee bewaarheid te worden: om gehoor te vinden bij Shell moet je niet boos op de voordeur bonzen, maar via het aandeelhouderspoortje naar binnen glippen. ‘Shell is zo machtig dat het echt niet luistert naar verontruste burgers en ook niet naar overheden. De enigen naar wie dit bedrijf luistert, zijn de beleggers.’

Verschil maken

Sinds 2015 draait het leven van Mark van Baal volledig om het Shell-aandeelhouderschap. Terwijl hij helemaal geen financial is. Hij is werktuigbouwkundig ingenieur, hij werd opgeleid in Delft. Waar hij trouwens de collegebanken deelde met een aantal latere Shell-medewerkers – in zijn ervaring ‘slimme, fatsoenlijke mensen die heus het beste met de wereld voorhebben’. Daarom kiest hij in de actiemails die nieuwe Follow This-aandeelhouders automatisch aan Shell kunnen sturen, ook bewust voor een positieve toon: ‘We geloven dat Shell de wereld kan veranderen, onze steun heb je.’ En nee, dat is geen tactisch slijmen, Van Baal gelooft er echt in. ‘Ze hebben de brains, ze hebben de billions. Als ze die inzetten voor hernieuwbare energie, kunnen ze echt het verschil maken.’

Carrièreswitch

Zelf ging Van Baal na zijn afstuderen niet bij Shell werken. Hij werd salesmanager en reisde de wereld rond om koelsystemen te verkopen. Leuk werk, mooi inkomen. Maar hij merkte dat hij dit werk toch niet tot zijn pensioen wilde doen. Daarom volgde hij in de avonduren een opleiding tot journalist. In 2006, hij was inmiddels 36, zegde hij zijn baan op en begon hij te schrijven voor diverse technische bladen. Heel fijn werk: ‘Je denkt “daar zou ik wel wat meer van willen weten”, en dan kun je daar betaald onderzoek naar doen.’ Een vaste baan zat er echter niet in, want zo’n beginneling in dienst nemen vonden veel bladen te riskant. Zijn inkomen daalde dus behoorlijk. Maar in de jaren ervoor had hij veel geld opzijgezet, waardoor het mogelijk was. Als freelancejournalist wist hij uiteindelijk trouwens best nog een behoorlijk inkomen bijeen te schrijven. En doordat de spaarzaamheid bleef, kon hij zich in 2015 die tweede carrièreswitch veroorloven. ‘Het was me duidelijk dat Follow This alleen kans van slagen had als ik me er volledig op kon focussen. Ik moest dus minstens een jaar zonder inkomen kunnen. Maar dat was mogelijk. Overigens ook doordat mijn vrouw toen nog een vaste baan had.’

Foto: Anke Teunissen

Een missie

In 2006 zag van Baal de documentaire An Inconvenient Truth, hierdoor begon zijn missie. ‘Voor mij was dat een enorme eye-opener. Ik was al twaalf jaar ingenieur, ik had geleerd machines te maken die CO2 de lucht in pompen, maar ik had nooit nagedacht over de gevolgen daarvan! Dat verweet ik mezelf, en ik verweet het Delft, want ik had echt al eerder kunnen weten dat het klimaat verandert door al die uitstoot. Maar vanaf het moment dát ik het wist, wist ik ook: hier moet ik iets aan doen.’

De energietransitie was daarmee het belangrijkste thema in zijn journalistieke werk. Talloze keren riep hij de vaderlandse olie-industrie erinop om meer in duurzame energie te investeren. En al was dat voor hem echt een morele kwestie, hij droeg er zorg voor dat hij ook met gedegen financiële argumenten kwam. ‘Want ik had al snel door dat ze het klimaat in de oliebranche nog steeds zagen – en zien – als een soort van corvee. Iets waar je heus wel wat voor wilt doen, maar alleen zolang het de winst niet in gevaar brengt.’

Dus schreef Van Baal dingen als: Shell, je moet een energiemaatschappij worden, want de makkelijk winbare olie- en gasreserves raken op! Als je jezelf puur als oliemaatschappij blijft definiëren ben je ten dode opgeschreven! En daar zullen je grootaandeelhouders ook niet blij mee zijn! Maar zelfs daarmee vond hij geen gehoor. En ondertussen werden de klimaatvooruitzichten steeds grimmiger. Zodat Van Baal eind 2014 besloot het stuur opnieuw om te gooien en zelf zo’n grootaandeelhouder te worden.

Follow This

Follow This heeft naam gemaakt. Follow This-supporters hebben voor vijf miljoen euro Shell-aandelen gekocht. Dit aandelenpakket geeft de vereniging het recht om op de jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen resoluties in te dienen. Ook lobbyt Van Baal intensief onder andere grootaandeelhouders – zoals de Nederlandse pensioenfondsen, goed voor een kwart van de Shell-aandelen – om ze over te halen deze Follow This-resoluties te ondersteunen en zelf ook met Shell in gesprek te gaan over klimaatdoelen. Van Baals aandeelhoudersactivisme begint inmiddels effect te sorteren; Shell beweegt voorzichtig in groene richting. Sinds 2019 focust Follow This zich daarom op BP, Chevron en Equinor.

Eigen visie

Een groepje sponsors zorgt ervoor dat Van Baal zijn werk zonder geldzorgen kan voortzetten. Toch heeft hij het bord voor zijn kop soms nog hard nodig. ‘Want als je eenmaal in het systeem zit, moet je er wel voor zorgen dat je geen polderaar wordt. Je moet je eigen missie en visie wel steeds duidelijk voor ogen houden.’ Gelukkig vindt hij ook geregeld gelegenheid om te spreken voor een publiek dat ‘dezelfde mindset’ heeft: ‘Mensen die ook geloven dat je de wereld kunt veranderen, en zich daarbij niet afvragen of dat misschien tegen hun belangen in gaat. Zulke bijeenkomsten geven weer energie.’

Wat gaat Van Baal doen als hij zijn doel heeft bereikt en Big Oil de overstap naar hernieuwbare energie heeft gemaakt? O, zegt hij, hij kan altijd terug naar de journalistiek. ‘Hoewel…’ vervolgt hij, en zijn toon wordt haast dromerig; ‘Ik denk wel eens: straks hebben we ons helemaal vergist en is niet de klimaatverandering, maar de bijensterfte het grootste probleem van dit moment.’ Kortom, Mark van Baal is nog lang niet klaar met actievoeren.

Dit artikel van Anne Pek verscheen eerder in Genoeg Magazine. Deze versie is iets ingekort voor online gebruik. Foto’s: Anke Teunissen.

Gelukkig zijn de spaarzamen: een ode aan de vrek

Niemand wil een ‘vrek’ zijn. Maar wat is er mis met spaarzaamheid en zuinig zijn op je spullen? Niets, betoogt Genoeg-redacteur Anne Pek. Sterker nog: het kan zelfs bijdragen aan je welzijn.

Geuzennaam

Als vrek te boek staan: alleen mensen die niet geven om een sociaal leven, halen daar hun schouders bij op. Alle anderen worden toch liever gezien als gul en vrijgevig, want dat zijn eigenschappen waarvoor mensen elkaar waarderen. Niet zo vreemd: de bereidheid met anderen te delen is de lijm die de maatschappij bijeenhoudt. Een samenleving van louter vrekken ís geen samenleving.

Die negatieve bijklank verklaart waarschijnlijk ook waarom de lancering van de voorloper van de Genoeg dertig jaar geleden zoveel aandacht trok. De oprichters hadden hun blad namelijk de Vrekkenkrant gedoopt en daar doken de media in 1992 massaal bovenop. Dat de titel met een knipoog was gekozen, had duidelijk niet iedereen begrepen. Zo suggereerde een tijdschrift dat de makers van de krant hun theezakjes na gebruik aan de waslijn hingen voor een tweede ronde. Ondertoon: bij zulke krenten ga je niet voor je plezier op visite.

Dit terwijl het echtpaar in kwestie – Rob van Eeden en Hanneke van Veen – zich tegenover anderen allesbehalve krenterig gedroeg. Ze staken veel tijd in allerlei idealistische activiteiten en schonken een flink deel van hun inkomen aan goede doelen. Maar inderdaad: dat ze zich dat konden veroorloven, kwam doordat ze voor zichzelf heel weinig uitgaven.

Hun spaarmethode was namelijk: schroef je alledaagse consumptie terug tot het punt dat het oncomfortabel begint te worden. Wat bijvoorbeeld betekende dat ze hun tanden poetsten met gehalveerde doses tandpasta, bij thuiskomst hun (tweedehands) jassen verwisselden voor een woonmantel, kort & koud douchten en pindakaas-potten tot het laatste likje leegden met een flessenschraper. Maar theezakjes voor hergebruik drogen? Nee. Losse thee liet zich immers veel zuiniger doseren.

Zo hield het spaarzame duo bakkenvol geld over, waardoor het minder kon gaan werken en meer aan anderen kon geven. Niet alleen in geld, maar ook in tijd en aandacht. Dat is meteen een van de grote inzichten die de hele internationale voluntary simplicity-beweging waarvan de Vrekkenkrant en Genoeg deel uitmaken, heeft opgeleverd: dat je door een zuiniger leefstijl op immaterieel gebied juist guller kunt zijn dan mensen die op grote voet leven. En andersom: dat gierigheid zich ook kan uiten in geen tijd en aandacht vrijmaken voor anderen, omdat dat botst met het streven naar materieel gewin.

Kennelijk werd het Van Eeden en Van Veen zelf ook al snel duidelijk dat het woord ‘vrek’ niet echt paste bij hun idealistische onderneming. In 1994 brachten ze hun krant onder in de stichting Zuinigheid met Stijl. En in 1997, dit jaar dus een kwart eeuw geleden, ging het blad in een andere vorm en onder een andere eigenaar door onder de naam Genoeg, ‘voor iedereen die meer wil doen met minder’.

Laatste mode

Zuinig leven en gul geven kunnen dus prima samengaan, en spaarzaamheid staat niet per se gelijk aan ziekelijke schraapzucht. Dat is niet iets wat alleen in kringen van consuminderaars bekend is. Het komt bijvoorbeeld ook naar voren uit een discussie op de webpagina Goeievraag.nl. Daar werd een paar jaar geleden de vraag gepost of er verschil was tussen gierigheid en zuinigheid. Anders dan de journalisten die in 1992 de spot dreven met de voorganger van de Genoeg, bleken de bezoekers van deze site dat goed aan te voelen.

Zoals een van hen het verwoordde: ‘Als je zuinig bent, kun je goed met je geld omgaan en weet je te sparen voor zaken die er (voor jou) echt toe doen, zonder een ander tekort te doen. Als je gierig bent, heb je in principe wel wat te besteden, maar ben je te beroerd om dit te delen met een ander – maar niet te beroerd om wel wat van een ander aan te nemen.’

Ook uit onderzoek is gebleken dat spaarzaamheid niet per se betekent dat je anderen niets gunt. Volgens onderzoeksbureau Motivaction, dat vier financiële types onderscheidt, gaan beide trekjes zelfs opvallend vaak samen bij een van die vier types: de Regelaar.* Deze gaat op geldgebied heel planmatig te werk en leeft vaak sober, maar geeft tegelijkertijd van alle types het meest aan goede doelen. Regelaars zijn dus zuinig als het gaat om persoonlijke uitgaven, en in de kroeg zijn het waarschijnlijk niet de gasten die de meeste rondjes geven (of aannemen!). Maar als het om donaties aan ideële organisaties gaat, zijn ze allesbehalve schraperig.

Dit in tegenstelling tot een type als de Trendsetter. Mensen die tot deze groep behoren, laten het graag breed hangen – ze hebben altijd de laatste mode en het nieuwste mobieltje –, maar ze staan niet bepaald te trappelen om een rondje te geven in de kroeg of te doneren aan een goed doel. Hun gulheid komt dus vooral henzelf ten goede. Tenzij het bijdraagt aan hun imago; dan zijn ze nog wel bereid tot gulle donaties, want status is voor hen belangrijk.

Een mooi voorbeeld van zo’n donatie is de nieuwe vleugel van museum Singer Laren, waarin sinds voorjaar 2022 de privé-kunstcollectie van miljardair Els Blokker-Verwer wordt getoond. De weduwe van Jaap Blokker schonk in 2017 al haar 117 schilderijen aan het museum en leverde tevens een flinke financiële bijdrage aan de nieuwbouw. De opening daarvan was een society event van jewelste: prinses Beatrix kwam de vleugel openen en Els Blokker werd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau benoemd. Alles even prachtig, maar wie de bedrijfsreviews op vacaturesite Indeed kijkt, ontkomt niet aan de indruk dat het fortuin van de Blokkers gegrondvest is op uitermate schraperig werkgeverschap.

Stress en schaamte

Oké dan: misschien zijn mensen die met geld smijten dus niet per definitie genereus, en mensen die zuinig leven dus niet per definitie gierigaards. Maar ook als spaarzame types net zo vaak of misschien zelfs wel meer bijdragen aan het welzijn van anderen: van al die beperkingen moeten ze in ieder geval zélf toch wel ongelukkig worden?

Ook dat blijkt bij nadere beschouwing niet het geval. Tenminste, niet bij álle spaarzame mensen, want bij een deel van hen spelen negatieve gevoelens natuurlijk wel een rol. Dat geldt in de eerste plaats voor mensen die getroffen zijn door absolute armoede. Hun spaarzaamheid is geen vrije keuze, maar is ze opgelegd door de omstandigheden. Daardoor gaan financiële handelingen bij hen vrijwel altijd gepaard met stress en vaak ook schaamte.

Daarnaast zijn er echter ook mensen die tot spaarzaamheid worden gedreven door het feit dat ze het ronduit onaangenaam vinden om geld uit te geven. Oók als ze daar ruim voldoende van bezitten. Amerikaanse onderzoekers kwamen in 2008 tot de conclusie dat sommigen daar namelijk letterlijk píjn bij ervaren! Ook in dat geval heeft spaarzaamheid dus een negatieve drijfveer. Tightwads noemen de onderzoekers deze groep. In goed Nederlands: vrekken.

Waarom staat gedrag dat niet alleen goed is voor milieu en klimaat maar ook nog eens bijdraagt aan je welzijn en financiële onafhankelijkheid, niet veel hoger aangeschreven?

Bij een andere groep spaarzame types bleken negatieve drijfveren echter nauwelijks een rol te spelen, en positieve des te meer. Volgens de onderzoekers leverde spaarzaam gedrag hen vooral een goed gevoel op. Frugal noemen de onderzoekers deze mensen. In het Nederlands wordt dat doorgaans vertaald als sober.

In 2015 bogen Spaanse onderzoekers zich over dit sobere mensentype en wisten ze de vinger te leggen op de precieze bron van dat interne jubeltje. Het bleek te gaan om de sensatie van resourcefulness. In het Nederlands wil dat zo veel zeggen als jezelf ervaren als vindingrijk. Mensen die ‘resourceful’ zijn, weten dat ze zelfredzaam zijn en daardoor lastige situaties aankunnen. Wat natuurlijk een heel prettig besef is. Het draagt bij aan zelfvertrouwen en stressbestendigheid. En bingo: een flink deel van de genoegers heeft dat dus om de haverklap.

Nette mensen

Al met al is het best vreemd dat spaarzaam zijn in onze samenleving zo’n slechte naam heeft. Waarom staat gedrag dat niet alleen goed is voor milieu en klimaat maar ook nog eens bijdraagt aan je welzijn en financiële onafhankelijkheid, niet veel hoger aangeschreven?

Dit is des te vreemder als je weet dat een sobere, ingetogen levensstijl in Nederland een eeuw geleden juist als uitermate beschaafd gold. Verkwistend gedrag was iets voor parvenu’s; ‘nette mensen’ waren zuinig op hun spullen. In haar boek Leven op stand (1998) beschrijft historica Ileen Montijn hoe het ook in de hogere kringen begin twintigste eeuw heel normaal was om versleten lakens in de lengte door te knippen en met de buitenranden weer aan elkaar te zetten, en bij de lunch ‘schoteltjes’ te serveren waarin etensresten creatief waren verwerkt. Aan dat laatste danken we gerechten als de kroket en ‘filosoof’, een ovenschotel waarin vleesrestjes worden opgebakken onder een laag overgebleven aardappels.

Vrouw op de bank met een warme deken

Zuinig stoken gold toen ook als heel gewoon: zelfs in de Amsterdamse grachtengordel waren de woonkamers niet warmer dan een graad of 18. Aan de jeugdherinneringen van een vrouw uit een illustere Amsterdamse juweliersfamilie ontleent Montijn de anekdote dat de kinderen hun voeten ’s winters warm hielden in een voetenzak die was gevuld met oude kranten. Moeder had voor elk kind een eigen zak genaaid. Zoiets zie je hedendaagse grachtengordelouders niet snel doen.

Wanneer zijn we de gedachte kwijtgeraakt dat zuinigheid een deugd was? Wanneer zijn we gevallen voor de gedachte dat veel geld verdienen én uitgeven zo’n beetje het centrale kenmerk van succes is?

In 2012 publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek een onderzoek dat daar een idee van geeft. De auteurs constateerden dat Nederlanders in de voorgaande vier decennia waren opgeschoven ‘van economische burgerlijkheid (Plicht) naar consumptief hedonisme (Plezier)’. Volgens hen was het aantal mensen in Nederland dat er ‘sterk hedonistische waarden’ op nahoudt, toegenomen van ongeveer 50 procent in 1980 tot 79 procent in 2011. Nog tot eind jaren zeventig had de helft van de bevolking je dus begripvol toegeknikt als je vertelde dat je al vijf jaar dezelfde winterjas droeg en de thermostaat op 18 had staan.

Tip: Sober leven was een eeuw geleden nog heel gewoon, ook in de hogere kringen. Benieuwd naar enkele voorbeelden van spaarzaam gedrag, dat we zonder veel moeite weer kunnen oppikken? Die lees je in dit artikel met praktische tips!

Dit is een ingekorte versie van het artikel door Anne Pek dat eerder in Genoeg Magazine verscheen.

Afbeeldingen bij bericht: via Pexels.

Tijd voor een gewoontecheck

Eén op de drie goede voornemens houdt tenminste een half jaar stand. Dat concludeerde de Groningse psycholoog Jannet de Jonge begin deze eeuw uit onderzoek onder 92 mensen met goede voornemens

‘Heb jij nog goede voornemens?’ Ja, het is er weer het moment voor. Vaak wordt daar wat lacherig over gedaan, en het is inderdaad een feit dat de meeste plannen eind januari alweer zijn verdampt. Toch is het niet raar dat mensen geneigd zijn rond de feestdagen goede voornemens te maken. Net als in de zomervakantie zijn we dan namelijk vaak nét wat relaxter, en daardoor beter in staat ons leven van een afstandje te beschouwen. In drukke tijden lukt dat zelden. Stress maakt namelijk kortzichtig; het zorgt ervoor dat we kiezen voor bekende oplossingen en snelle beloningen. Dat de langetermijneffecten daarvan soms ongunstig zijn, realiseren we ons pas als we op een ontspannen moment het grotere geheel bezien.

Het is dus heel zinnig om de (relatieve) rust rond de jaarwisseling te gebruiken om je routines onder de loep te nemen en nieuwe gewoontes in de steigers te zetten. Denk aan twee keer per dag groente eten, om de dag sporten, een wekelijkse bijpraat-date met je partner. Allemaal dingen die bijdragen aan een gezonder en gelukkiger leven.

Maar vaststellen wat je wilt gaan doen, is makkelijker dan dat daadwerkelijk in praktijk brengen. Dat komt vooral doordat goede voornemens niet alleen gaan over gedrag dat je wilt toevoegen, maar vaak ook over wat je daarvoor moet laten. Neem de wens meer te bewegen. Die botst geregeld met de behoefte snel – met auto of OV – naar je werk te gaan en ’s avonds bij te komen op de bank. En het voornemen minder te drinken wringt vaak met de behoefte aan instant ontspanning en gezelligheid.

Anders gezegd: veel goede voornemens gaan niet zozeer over nieuwe gewoontes toevoegen als wel over bestaande gewoontes veranderen. Maar gewoontegedrag kan heel hardnekkig zijn. Volgens Amerikaans onderzoekers lukt veranderen vaak pas nadat je hebt vastgesteld welke zogeheten ‘gewoontelus’ er aan je gedrag ten grondslag ligt. Ze doelen dan op de drie elementen die samen dat gedrag bepalen: het startsignaal, het gedrag zelf en de beloning.

Neem een gewoonte die veel mensen maar al te goed kennen: snacken. Vaak is het startsignaal daarvoor verveling of een concentratiedip. En het tussendoortje dat ze dan nemen lijkt de beloning. Maar is dat wel echt zo? In zijn boek Macht der gewoonte (Uitgeverij Ambo, 2012)laat New York Times-journalist Charles Duhigg zien dat dat vaak anders ligt door zijn eigen snoeplust minutieus te analyseren.

Duhigg kreeg iedere werkdag tegen vieren de onbedwingbare neiging naar de kantine te lopen om daar chocoladekoek te kopen en even met de kassajuf te babbelen. Werkte een van thuis meegebrachte appel of donut achter zijn bureau ook? Nee, de onrust bleef. Een korte wandeling had evenmin effect. Het enige wat de onrust wel verhielp, was een praatje met collega’s. Toen hij dat had achterhaald, wist hij waar het zijn ‘vieruurtjeslus’ om te doen was – niet om zoetigheid, maar om afleiding – en ook hoe hij die gewoonte duurzaam gezonder kon maken: door bij onrust (het oude startsignaal) naar een bevriende collega te wandelen (het nieuwe gedrag) voor een verstrooiende babbel (de beloning). Zo kreeg zijn gewoontelus een minder dikmakend effect.

Zo wordt gezond gedrag makkelijker

Wil je meer verantwoord gedrag toevoegen aan je leven? Probeer dan om te beginnen of je bestaande, ongezonde ‘gewoontelussen’ kunt aanpassen. Ga je op je werk bijvoorbeeld geregeld naar het rookhok, onderzoek dan eens wat dat gedrag voor jou belonend maakt. Dat je er even alleen bent of juist collega’s spreekt? Dat je op die manier buiten komt? Ga vervolgens eens na of die beloning ook uit ander gedrag – even mediteren, een potje tafelvoetbal, een wandeling – kan komen.

Andere manieren om gezonde gewoontes te bevorderen:

  • Verwoord je plannen zo concreet mogelijk. Zeg niet: ik ga hardlopen, zeg: ik ga iedere dinsdagavond direct na het werk een halfuur hardlopen. Zijn je plannen nogal veelomvattend, deel ze dan op in subdoelen. Wil je bijvoorbeeld volledig veganistisch gaan eten, dan kun je je voornemen iedere week een nieuw recept, een nieuw product en een nieuwe bereidingswijze uit te proberen, zodat je na zeven weken zeven recepten in de vingers hebt.
  • Maak gezond gedrag makkelijk. Als je bij lekkere trek vooraan in de koelkast geschrapte worteltjes en hummus vindt, is de kans groter dat je de kaas laat staan. En als je sporttas bij de voordeur ligt, vergroot je de kans dat je na het werk nog naar yoga of krachttraining gaat. Zorg er omgekeerd voor dat ongewenst gedrag ongemakkelijk wordt: parkeer je auto drie straten verderop, koop piepkleine wijnglaasjes, doe alle aanstekers de deur uit.
  • Verzin belonende combinaties. Koppel verantwoord gedrag waar je minder zin in hebt aan dingen waar je wél graag tijd voor maakt. Denk aan podcasts luisteren in de sportschool, vakliteratuur doornemen in de sauna of wandelen met vrienden die je te weinig ziet. Zo sla je twee vliegen in een klap.
  • Oefen uitstelgedrag. Een verbod werkt vaak contraproductief. Zeg dus niet tegen jezelf dat je nooit meer chocolade mag eten. Zeg bij enorme trek wel tegen jezelf: zo meteen mag ik chocolade – maar eerst eet ik een appel/ ga ik sporten/ maak ik dit klusje af. Dikke kans dat je een uur later niet eens meer aan chocolade denkt.
  • Formuleer als-dan-regels. In lastige situaties verval je makkelijk weer in ‘oud gedrag’. Bedenk dus even wanneer het voor jou moeilijk kan worden en wat je op zo’n moment gaat doen. Giet dat voornemen in een duidelijke regel die je bij wijze van spreken uit het hoofd kunt opdreunen. Bijvoorbeeld: ‘Als ik die wandeling met vrienden weer wil afzeggen vanwege de drukte, dan pak ik mijn agenda en kijk ik welke klus ik kan uitstellen.’
  • Monitor jezelf. Schrijf na het sporten op hoeveel kilometer je hebt hardgelopen of hoe de trikonasana je ditmaal afging; houd je gewicht bij; check iedere dag de stappenteller op je telefoon. Zo maak je vooruitgang – hoe traag ook – zichtbaar. Houd verder bij hoe je je voelt als je het gewenste nieuwe gedrag hebt vertoond. Zo kun je bij een terugval nalezen waarom deze gedragsverandering toch de moeite waard is.

Workshop Gezond eten: ja, lekker!

Wil je het nieuwe jaar gezond beginnen? Een gezonder voedingspatroon kan je beslist veel opleveren. In deze workshop vertelt wetenschapsjournalist en gewichtsconsulent Anne Pek hoe zo’n voedingspatroon er volgens recent onderzoek uitziet. Vervolgens ga je met de andere deelnemers uitzoeken hoe je die kennis in jouw eigen leven kunt toepassen. Daarbij is er veel aandacht voor eten dat smáákt, want genieten hoort ook bij gezondheid. Na afloop heb je niet alleen veel nieuwe eetvoornemens, maar ken je ook psychologische trucs die je zullen helpen die voornemens in de praktijk te brengen.

De kunst van het ongelukkig zijn

Wat is geluk? Dat het leven je cadeautjes geeft – je wint de Staatsloterij, je maakt promotie – of dat je lekker in je vel zit? Dat zijn twee verschillende dingen, die niet noodzakelijkerwijs samenhangen. De Vlaamse psychiater Dirk De Wachter ziet zelfs nogal wat mensen die objectief gezien alles mee hebben en toch lijden aan het leven. Continue reading “De kunst van het ongelukkig zijn”

Meer uit minder

Het gaat helemaal niet zo slecht met de wereld als we denken. Sinds de Industriële Revolutie met haar kolendampen en afvalhopen over ons heen rolde, werd het milieu veel schoner en de levensverwachting van de mens veel hoger. Inmiddels zijn we zelfs aan het ‘dematerialiseren’: ons verbruik van energie en grondstoffen dáált doordat veel productieprocessen verbeterd zijn. Continue reading “Meer uit minder”