Het Redactioneel in deze editie van Genoeg Magazine, door hoofdredacteur Frieda Pruim:
Ga je nog wat leuks doen?’, vroeg een collega. We hadden een lang weekend voor de boeg, en zij ging naar het buitenland. Ik had geen grootse plannen. Een week eerder was ik een paar dagen op retraite geweest op een mooie plek in Drenthe. We waren met een groep, maar spraken niet met elkaar, en zetten onze smartphones uit. Ik had genoten van deze prikkelarme dagen. Wat zie je veel als je in stilte van bos en hei geniet, en wat smaakt eten heerlijk als je er niet doorheen praat! Daar had ik me weer eens gerealiseerd dat het voor je geluksgevoel niet zoveel uitmaakt wát je doet. Het zit ’m meer in de aandacht die je eraan schenkt. Dat probeerde ik toe te passen in mijn lange weekend.
Tijdens een wandeling praatte ik bij met een vriendin, en onderweg genoot ik van de uitbottende natuur. Mijn vriend en ik breidden ons geveltuintje uit en zaaiden daarin korenbloemen, klaprozen en kamille. Terwijl we daarmee bezig waren, raakten we aan de praat met mensen van een paar straten verderop die we nog nooit eerder gezien hadden. Onze buren begonnen ook in hun geveltuintje te wroeten en nodigden ons uit om een keer te komen eten. Toen het ging regenen, maakten we een hele voorraad falafelballetjes en champignon-notenballetjes voor in de vriezer. Daarna kroop ik met een boek op de bank. Een vriend kookte voor ons uit eigen tuin, met heerlijke brandnetelsoep als voorgerecht. Dit leven met genoeg beviel me uitstekend. Ook de Groningse striptekenares Barbara Stok leeft op die manier. Vanaf dit nummer deelt ze daarvan steeds iets met ons in een stripcolumn. Onder de alledaagse scènes die ze tekent, liggen vaak levensvragen zoals: Wat maakt een mens gelukkig? Wat is vrijheid? Wat is genoeg? In dit nummer maken we kennis met haar. ‘Terug naar minder?’, zegt zij. ‘Nee, we gaan vooruit naar minder.’
Misschien bestaat jouw tuin al grotendeels uit groen, of kijk je juist nog uit op een kale tegeltuin. In beide gevallen zijn er veel manieren waarop je je tuin (verder) kunt verduurzamen. Om zo de natuur te ondersteunen en zelf ook meer uit je tuin te halen. Zeker als je niet op vakantie gaat of al terug bent, is dit hét moment om aan de slag te gaan met deze tips voor zowel beginners als gevorderden.
Tip 1: meer groen, minder tegels
De belangrijkste en vaak ook de eerste stap voor het verduurzamen van je tuin is te kiezen voor meer groen. En meer groen betekent vaak minder tegels. Zo gaan gemeenten tijdens het NK Tegelwippen met elkaar de strijd aan om zoveel mogelijk tegels te ‘wippen’ en te vervangen door groen. Dit maakt onze leefomgeving klimaatbestendiger, fijner voor insecten en dieren, en meteen een stuk mooier.
Je kunt zelf meedoen en tegels in je tuin vervangen door groen, of tegels van je gemeente hiervoor opgeven. De tegels kun je tweedehands of gratis aanbieden, of in je tuin opstapelen als een insectenmuurtje. Sommige gemeenten halen tegels gratis op tijdens de duur van het evenement. Maar zelfs als je geen tegels wilt of kunt verwijderen, kun je zorgen voor meer groen. Denk aan planten in potten of bakken op je terras, geveltuin of balkon.
Tip 2: begin een moestuin(tje)
Zelf een moestuin beginnen? Het is misschien wel makkelijker dan je denkt. Natuurlijk kun je aan de slag met zelfgemaakte moesbakken en een uitgebreide oogst. Maar je kunt ook simpel beginnen en gewoon een paar groente- en fruitplanten plaatsen in lege stukken aarde. Of vervang een dode plant door bijvoorbeeld een frambozenstruik, courgetteplant, tijmplant of een bessenstruik. Het zorgt voor extra groen in je tuin en je plukt er al snel letterlijk de vruchten van.
Heb je geen lege plekken over maar wel een (klein) terras? Moestuinplanten doen het vaak ook goed in wat grotere potten. Framboos kan bijvoorbeeld ook gaan ‘woekeren’ in een wat grotere pot, zodat je nog meer frambozen kunt oogsten. Ook bessenstruiken zoals aalbes en blauwe bes doen het goed in potten. Kijk wel of de plant op de juiste plek staat. Meestal is beschut en zonnig nodig voor moestuinplanten. Heb je minder te besteden? Aardewerk potten zijn vaak het best betaalbaar. Bij kringloopcentra zijn vaak ook (aardewerk) plantenpotten te vinden.
Tip 3: open de tuindeuren
Is jouw tuin bereikbaar voor bijvoorbeeld egels en kikkers? Vaak zijn tuinen hermetisch afgesloten met hekken, schuttingen of muren. Hierdoor kunnen vliegende en kruipende insecten wel naar binnen maar iets grotere dieren niet. Open voor hen de deuren door je schutting te vervangen door struiken. Of maak een klein gat onderin je schutting of hek, de zogenaamde egelsnelweg. Zo kunnen deze dieren ook genieten van jouw tuin, of deze gebruiken op hun doortocht naar je buren met een vijver.
Tip 4: maak er een rommeltje van
Ja je leest het goed: een rommelige tuin is goed voor de natuur. Denk aan het laten liggen van bladeren in de herfst. Kleine dieren vinden hier een schuilplek voor de winter. Als je veel bladeren hebt of je vindt het te rommelig, kun je de dode bladeren bijeen harken en in een hoekje van de tuin leggen. Zo vormen ze weer voeding voor de aarde en dus voor je tuin.
Maar ook minder vaak maaien – en dus een natuurlijker gazon – is goed voor de natuur. Bloemen en hoger gras trekken namelijk insecten en vogels aan. Daarnaast heeft langer gras minder water nodig en droogt de aarde zo minder snel uit. En laten we eerlijk zijn: minder maaien scheelt ook een hoop tijd. Dus houd je deze zomer eens in en maai pas op zijn vroegst weer in september. Je zult zien dat er snel meer natuur in je tuin tot leven komt.
Tip 5: (her)gebruik afval
Je kunt afval vaak goed hergebruiken in je tuin. Zo zijn insecten en kleine dieren heel blij met wat los opgestapelde tegels, takken of tuinafval. Een kapotte plantenpot kun je in de bosjes neerleggen, binnen no time is deze overgroeid en het is een mooi holletje voor dieren. En ga je een stukje tuin aanpakken of veranderen? Vaak hoef je oude planten niet weg te doen. Je kunt planten bijvoorbeeld ergens anders plaatsen, of (gratis) aanbieden. Een dode boom kan als brandhout worden gebruikt of aangeboden, of van de takken maak je een insectenhotel.
Tip 6: meer regenwater, minder sproeien
Maak je al nuttig gebruik van het regenwater in jouw tuin? Bij grote regenval kan de tuin of het riool het regenwater niet altijd verwerken. Door hier zelf een opvangsysteem voor te maken, kun je het water opslaan en weer gebruiken op drogere dagen. Zo kun je de regenpijp afkoppelen en een regenton gebruiken. Of als je veel ruimte hebt een regenwatervijver – ook wel een wadi – aanleggen.
Deze zomer is er al veel regen gevallen maar dat is niet ieder jaar het geval. Langere periodes van droogte en hitte komen vaker voor. Toch is het niet nodig om iedere dag of zeer regelmatig te sproeien als het droog is. Veel planten kunnen wel tegen wat droogte. Je tuin ziet er misschien tijdelijk iets minder verzorgd uit maar zal ook weer herstellen van de droogte. Op deze manier bespaar je water én tijd. Eventueel opgevangen regenwater kun je in zo’n periode natuurlijk ook gebruiken voor planten die minder goed tegen droogte kunnen.
Tip 7: zorg voor schaduw
Het creëren van schaduw is een simpele maatregel met veel voordelen. met genoeg schaduw in je tuin zal de bodem minder snel uitdrogen. Planten en grassen blijven zo langer gezond. Bij regen wordt het water bovendien beter opgenomen in de aarde. Je tuin wordt er duurzamer van én je hebt zelf minder last van de hitte op warme dagen.
Schaduw kun je natuurlijk creëren door het planten van bomen en struiken. Minder snoeien en maaien helpt ook. En wat dacht je van een laagje compost, of het laten groeien van een bodembedekker?
Tip 8: help schimmels en paddenstoelen
Wist je dat paddenstoelen en schimmels in je tuin een heel goed teken is? Het zijn echte opruimers: ze zorgen voor de afbraak van organische materialen, zoals bladeren, hout en dode organismen. Dit materiaal zetten ze weer om in voedsel voor de bodem en de wortels van bomen. Je kunt paddenstoelen en schimmels niet planten maar je kunt ze wél uitnodigen in je tuin. Dat doe je zo:
Laat oude en dode bomen gewoon staan. Eventueel kun je de boom afzagen, maar laat de stronk en wortels intact. Je kunt ook de boomstronk laten liggen.
Laat dode bladeren liggen, veeg ze eventueel op één hoop in een hoek van de tuin. Je kunt er ook wat snoeihout bij leggen.
Plant één of meerdere bomen die samenleven met zwammen, zoals een eik, beuk of berk.
Maak een pad of terras van houtsnippers in plaats van tegels. Dit is organisch materiaal en dus trekt het eerder paddenstoelen en schimmels aan.
Guilty pleasures. Wij hebben ze allemaal. Ook de redactie van Genoeg heeft er genoeg… Hoofdredacteur Frieda Pruim bekent dat ze is gevallen voor een vakantiehuisje en eindredacteur Anne Pek vertelt beschaamd over haar liefde voor kunstbloemen. Roos en Heleen van der Sanden kochten letterlijk een knoppenwinkel leeg… Wat is jouw Guilty pleasure?
Hoofdredacteur Frieda Pruim bij haar guilty pleasure
Onthaastingshuis
Jarenlang reisden mijn vriend en ik zomers door zuidelijke landen. Daar stonden de prachtigste pandjes te koop voor een habbekrats. Mijn fantasie sloeg weleens op hol, maar altijd won de ratio het: steeds naar dezelfde plek op vakantie, ver weg van huis, moeilijk bereikbaar met OV en veel kluswerk in plaats van ontspannen − nee, dat rondzwerven van ons was zo gek nog niet.
Ondertussen groeide mijn zzp-spaarpotje voor m’n pensioen. Dat geld stond te verstoffen op een rekening, zonder dat ik daar enig plezier van had. Zou een huisje in een landelijke uithoek van Nederland misschien betaalbaar zijn, met trein en fiets in een paar uur te bereiken? We zouden er weekends naartoe kunnen en het zou leuk zijn om het huisje te delen met familie en vrienden.
Op internet begon ik te zoeken naar huisjes in de Achterhoek, en vrijwel het eerste stond me meteen erg aan: betaalbaar, sfeervol, met veel grond en bomen er omheen én met een houtkacheltje, waar we altijd al van droomden. Ik bekeek nog tientallen huisjes, maar niks haalde het bij deze eerste vondst. Met m’n vriend stapte ik in de onthaastingsboemel naar Winterswijk om het te bekijken, ervan overtuigd dat het in het echt zou tegenvallen. Dan lieten we dit decadente gedachte-experiment meteen weer varen. Maar nee hoor, het was perfect!
Een paar weken later waren we, volkomen beduusd, ineens de eigenaar van een tweede huis. Ik vond het behoorlijk gênant, durfde het nauwelijks aan anderen te vertellen, maar tegelijk was het geweldig: een woning waar niet veel aan hoefde te gebeuren, met overgenomen meubels en verder in te richten met juweeltjes van kringloop en Marktplaats, met een royale tuin die we in de stad niet hebben en de prachtigste natuur om de hoek.
‘Shit, wat hebben we gedaan’, dacht ik even toen we een jaar later allebei minder gingen verdienen. Maar nu brengen we bijna al onze vakanties in Winterswijk door, besparen zo ook een heleboel geld en voelen ons de hemel te rijk.
Eindredacteur Anne Pek over haar uitspatting
Foute bloemen
Ik houd van een huis vol groen. Liefst groen met wortels, zodat het kan groeien. Ik heb al heel wat sneue planten van het grofvuil gered en onder mijn handen zien opleven. Steeds weer een bevredigende ervaring.
Helaas is onze woonkamer zo diep dat in het midden niets wil groeien – zelfs geen graslelie. De eettafel krijgt bijvoorbeeld nauwelijks daglicht. Terwijl ik ook daar graag iets groens heb staan, omdat ik er vaak zit te lezen.
Tot een paar maanden geleden kocht ik daarom vaak bloemen voor op tafel. Dramatische amarylissen, statige gladiolen, geurige chrysanten; steeds een kleurig baken op de tafelhoek.
Toch keek ik er met gemengde gevoelens naar. Want al die bloemen stonden daar wel langzaam dood te gaan. En als ze eenmaal kassiewijle waren, mochten ze niet eens op de composthoop, want snijbloemen zijn beruchte gifbommetjes. Oké, ik had biologische kunnen kopen. Maar die waren wel érg duur. Bovendien: ook bio-bloemen eindigen als bosje treurnis.
Afgelopen zomer liep ik langs de oplossing voor mijn ‘probleem’. Kunstbloemen! Ze stonden meeslepend weelderig uitgestald in een etalage in mijn buurt. In de winkel lonkte nog veel meer moois. Zo goed nagemaakt dat je moest zoeken naar lasnaden of stofstructuur.
Ja, ik wist heus wel dat kunstbloemen kitsch zijn. Plus van kunststof en dus niet echt milieuvriendelijk. En dúúr! Tenminste, deze mooie wel. Mijn man verklaarde me dus voor gek.
Toch kocht ik een forse bos nepperds. Want, zo berekende ik verliefd: aan al die evenmin milieuvriendelijke echte gaf ik op jaarbasis bijna evenveel uit. En kitsch? Dan wel kitsch op hoog niveau. Want ik stelde een boeket samen dat in het echt helemaal niet kan bestaan. Tulp naast korenbloem naast distel: zo’n bizarre seizoensmix vind je verder alleen op 17de-eeuwse bloemstillevens. Alleen al om die reden kijk ik nu al maanden met veel plezier naar mijn nepboeket.
Roos en Heleen van der Sandendelen hun guilty ‘Treasure’ met de hele familie
Knopencollectie
Laatst was ik met mijn kleindochter Sofie van zeven in de fourniturenzaak. Ze koos er knopen bij een zelfgebreid vest. Bij de kassa is het schrikken: Sofie heeft een dure smaak. Dan zegt de verkoopster: neem anders het hele buisje voor 5 euro, we hebben opheffingsuitverkoop. Nou, natuurlijk! Ook Sophies moeder Roos scoort nog een buisje.
’s Avonds, terwijl ik de knopen aan het vest naai, mijmer ik: wat zou de fourniturenwinkel met het restant doen? De fervente knutselaar in mij weet: met knopen kun je eindeloos veel doen. Wat heerlijk als je zo’n verzameling binnen handbereik zou hebben, nooit grijp je meer mis, of je nu naait of knutselt. Los daarvan zijn knopen gewoon heel mooi, met hun verschillende kleuren en vormen.
Een klein stemmetje werpt tegen: niet zo hebberig, je kunt ze nooit allemaal opmaken. Ik wuif het weg. Het is ook hartstikke leuk om knopen weg te geven. Dus als ik nou eens…
De volgende morgen belt dochter Roos. Sinds ze als meisje af en toe een knoop uit oma’s knopenpot mocht kiezen, voelt ze een diepe liefde voor deze fournituren. ‘Zeg mam, ik dacht vannacht: wat zouden ze met die resterende knopen doen? Als we nou eens…?’ Simultanico’s noemen we onszelf op zo’n moment. Hup, de stoute schoenen aan. We bellen de fourniturenzaak en onderhandelen als echte kooplui. Voor 250 euro kunnen we de hele voorraad ophalen. Twintigduizend knopen, hebben we berekend. Één eurocent per stuk. Met de auto tot de nok toe volgeladen brengen we onze schat naar huis.
Een cent per knoop is niks. Die favoriet van Sophie kostte ruim zes euro. Per stuk! Dus ja, we voelen ons spekkoper.
Weinig gewone stervelingen begrijpen onze vreugde: ‘Wat gaan jullie daarmee doen?’ ‘Nou gewoon…’ We hebben geen concreet idee. Maar we zijn er flink mee in de weer, alle drie. We sorteren de buisjes op kleur en de buit wordt over twee huizen verdeeld.
Inmiddels weten vrienden en kennissen ons te vinden. Sofie voorziet hen professioneel van de gewenste waar: een knoopje als een zonnetje? Wacht, ik ga even kijken. En groen met een beetje goud? Ja die hebben we, momentje.
Onbetaalbaar!
Heleen Litmaath:
Kleuranaliste
In mijn studentenkleerkast, een jaar of dertig geleden, was het een vrolijke janboel aan kleuren en stijlen. Warme aardetinten vond ik het mooist. Toen mocht ik met mijn moeder mee naar een kleurenanaliste. Een deftige mevrouw, Ida geheten, hield me allerlei lapjes voor. Haar oordeel: geen herfsttype, zoals ik hoopte, maar een wintertype.
Jak! Dat had het lelijkste kleurengamma dat er was. Harde, koele tinten: cyclaamroze, kobaltblauw, dieprood, geen zweem van zonnig oranjebruin. Het enige voordeel was dat alleen dit type echt zwart en echt wit had. En zilver, geen goud.
Mijn nieuwsgierigheid was echter wel gewekt. Ik had de oehs en de ahs gehoord toen ik de juiste kleuren voor me hield en in de goede tinten werd opgemaakt. Ida was een analiste van de oude stempel, en ik mocht zo vaak terugkomen als ik wilde, om zelf te leren zien wat mensen stond. Tien, twintig keer ging ik terug, misschien wel dertig.
Sinds een aantal jaren is mijn kast volledig ‘winter’. En ik ben recht in de leer. Met een knipoog heb ik mezelf tot idaïst gedoopt. Zo flexibel als ik op andere gebieden ben, zo dogmatisch ben ik qua kleur. Of het nou schoenen zijn, een badjas, oorbellen of een onderbroek: alleen winter komt erin, ook als het cadeautjes zijn. Mijn kleding koop ik bijna altijd op Marktplaats, een sport op zich en zeker als je op basis van foto’s moet bepalen of iets winter is. Dat gaat regelmatig fout. Dan is de kledingcontainer weer blij.
Maar eens de goeie kleur, altijd de goeie kleur, dat is een groot voordeel. En alle tinten van één type zijn met elkaar te combineren. Mode heeft geen enkele invloed op me, ik doe heel lang met mijn kleding. Maar ja, je wordt wel hebberig. Want áls ik iets vind in een tint die de zware selectie doorstaat, dan is het ook: hébben!
Wat is jouw guilty pleasure? Laat het ons weten op Instagram.
De auto is het meest gebruikte vervoermiddel in Nederland. In 2019 stond de auto op de eerste plek met 46%, gevolgd door de fiets met 28%. Toch is de auto niet altijd de beste keuze. Vooral voor korte ritten is de fiets een goed alternatief. De fiets wint het ruimschoots van de auto wat betreft kosten en milieubelasting . Pak voor de korte ritten vaker de fiets in plaats van de auto en doe er je voordeel mee, ook in de winter.
Vier x voordelig fietsen
Kostenbesparing
De kosten voor het gebruik van de auto zijn fors gestegen, onder meer door de stijging van de benzineprijzen. Als je de fiets pakt, heb je deze kosten niet. Een welkome besparing in een tijd waarin rekeningen flink oplopen.
Het is wel verstandig om je fiets te laten verzekeren. Tegen geringe kosten kun je zonder zorgen je fiets gebruiken. Met een fiets verzekering loop je namelijk niet tegen onverwachte kosten aan als je bijvoorbeeld met schade of diefstal te maken krijgt.
Beter voor het milieu
Als je de fiets pakt is dit een stuk beter voor het milieu dan wanneer je de auto pakt, vooral vanwege de CO2-uitstoot van benzine- en dieselauto’s. Als je het verergeren van klimaatverandering wil beperken, kies dan voor de fiets in plaats van de auto.
Geen opstartproblemen
Autoaccu’s houden niet van kou. In de winter krijg je als automobilist vaak te maken met opstartproblemen doordat autoaccu’s niet goed functioneren bij kou. Vooral bij tempraturen onder de -5 graden stijgt het aantal accuproblemen en autoproblemen. In de winter zijn er door accuproblemen gemiddeld zo’n 3000 pechgevallen per dag. Om te voorkomen dat jij één van deze pechvogels bent en geld moet uitgeven aan pechhulp, kun je beter de fiets pakken.
Goed voor je weerstand
Het is goed voor je gezondheid om regelmatig te bewegen en te sporten. Fietsen is een goede manier om dit in de praktijk te brengen. Vooral in de winter is dit een belangrijk voordeel, want fietsen is goed voor de weerstand. Je krijgt namelijk meer zuurstof binnen en maakt vitamine D aan onder invloed van zonlicht. Hierdoor ben je minder vatbaar voor griep en andere kwaaltjes die vooral in de winter de kop opsteken.
Er zijn niet veel dingen die je nog kunt doen met je oude BH’s. Meestal hebben ze geen tweede leven. Maar deze creatieve consuminderaar bedacht een simpele handleiding hoe je eenvoudig herbruikbare theezakjes maakt van je oude BH.Continue reading “Theezakjes van je oude BH”