Een duurzame kledingkast: is het mogelijk?

We kunnen er echt niet meer omheen: de kledingindustrie is ontzettend vervuilend. Er wordt enorm veel geproduceerd en een groot deel belandt – gedragen of niet – bij het afval. Zonde natuurlijk, er kan om te beginnen veel meer gerecycled worden. Sinds juli 2023 zijn kledingwinkels verantwoordelijk voor de inzameling van oud textiel, waardoor recyclen makkelijker moet worden. Wat kun je verder doen om je kledingkast zo duurzaam mogelijk te maken?

Helemaal niks kopen?

Natuurlijk is de meest duurzame optie om zo min mogelijk te kopen. Kort gezegd: níet kopen is duurzamer dan wel kopen. Niet meer meedoen met de snelle mode, de zogenaamde (ultra) fast fashion, scheelt al heel veel. Dit zijn immers vaak items die korte tijd in de mode zijn en na een paar keer dragen al worden weggegooid, niet meer mooi zijn, of achter in een kast belanden. Niet zo duurzaam natuurlijk.

Maar zelfs met tijdloze items hebben we allemaal af en toe iets nieuws nodig. Oude kleding past niet meer, het is versleten, of je wilt je garderobe aanvullen met een nieuw item. Hoe kun je dit duurzaam doen? Het volgende stappenplan helpt je op weg om minder te kopen én meer te recyclen.

Kast opruimen

Je kast goed opruimen is een goede eerste stap. Haal alle kleding eruit en bekijk of pas ieder item kritisch: draag ik dit graag en vaak? Hoeveel heb ik hiervan nodig (heb je bijvoorbeeld écht 10 dikke truien nodig)? Als je dit kritisch doet, zul je zien dat je van ieder kledingstuk een stapel met favorieten overhoudt.

Je kledingkast opruimen

Lijstje maken

Met een opgeruimde kast weet je precies wat je hebt, en dus ook welke items je eventueel nog nodig hebt. Maak hier een lijstje van en houd je eraan. Allereerst kun je oude kleding en schoenen natuurlijk laten repareren of dit zelf doen. Ook kun je denken aan tweedehands kopen, ruilen of lenen. Zo kun je ruilen met vrienden, naar een tweedehands- of kringloopwinkel, kopen via Vinted, of naar een kleding bibliotheek bij jou in de buurt. Op deze manier aan je ‘nieuwe’ kleding komen scheelt ook nog eens veel geld.

Duurzaam kopen

Wil je iets nieuw kopen? Ga dan voor duurzame merken en producten. Online zijn verschillende overzichten te vinden van duurzame merken. Zoals Project CeCe. Let bijvoorbeeld op de grondstoffen die zijn gebruikt, of een product lokaal is geproduceerd en of het diervriendelijk is. Echt duurzame merken zijn vaak transparant over het hele proces.

Deze merken zijn vaak iets prijziger dan de fast fashion ketens. Bedenk wel dat de kledingstukken ook beter gemaakt zijn en dus langer meegaan. En als je ervoor zorgt dat je alleen het echt nodige koopt, heb je wellicht iets meer uit te geven aan een paar goede, duurzame items.

Tweedehands kleding

No buy challenge

Als het goed is heb je hierna een kast met alleen maar goede, passende items die je regelmatig draagt. Nu is het natuurlijk de kunst om het daarbij te houden, in ieder geval zo lang mogelijk. Daag jezelf eens uit en doe mee aan een no buy challenge, waarbij je een half jaar of langer helemaal niks nieuws koop. Velen gingen je al voor, dus er zijn veel styling en andere tips te vinden voor een shopvrij jaar. Door deze challenge word je extra creatief met wat er al in je kast hangt én het bespaart je veel geld.

Oude kleding recyclen

En als laatste natuurlijk: recycle je oude kleding. Dit kan op heel veel verschillende manieren. Gooi oude kleding in ieder geval niet weg, ook niet als het kapot is. Je kunt kleding die nog goed is weggeven of naar een kringloopwinkel brengen. Ook kun je het verkopen via bijvoorbeeld Marktplaats of Vinted, dan houd je er nog iets aan over.

Kleding die kapot is kun je naar een inzamelpunt brengen, de grondstoffen kunnen dan gerecycled worden. Zoals eerder genoemd zijn kledingwinkels en -merken hiervoor verantwoordelijk sinds juli 2023, dus als het goed is kun je op veel meer plekken dan voorheen terecht met je oude kleding. Ook is het de bedoeling dat met deze nieuwe regels in de toekomst meer gerecyclede kleding in de winkels te vinden is. Dit wordt vezel-tot-vezel genoemd: van oude kleding weer nieuwe kleding maken.

Meer nieuws op Genoeg

Vakantietips: dit doen Genoeg-lezers in de zomer

Wil je wat inspiratie voor de zomermaanden? In de vorige nieuwsbrief riepen we lezers op om hun vakantietips door te sturen. Er kwamen leuke tips voorbij, zoals anderen helpen en je stad eens met andere ogen bekijken. En opdat we leren van andermans successen, delen we deze tips graag met je!

Kijk met andere ogen

Marijke geeft de volgende tip voor de zomer: ‘Bekijk je dorp, wijk, of stad eens met andere ogen. Loop vanuit je huis en neem een willekeurige route, of ga bijvoorbeeld bij elke hoek links of juist rechtsaf. Bekijk de huizen alsof je ze voor het eerst ziet, kijk naar bomen en planten. Zie je een mooi exemplaar waarvan je de naam niet weet? Maak een foto en zoek thuis op wat het is.

‘Bekijk de straatnaambordjes, waarnaar is deze straat vernoemd? Groet de mensen die je tegenkomt of maak even een praatje. Hoor je vogels? Probeer te ontdekken welke vogel het is. Zo kom je erachter dat er dicht bij huis veel te ontdekken valt. En voor het echte vakantiegevoel: trakteer jezelf op een ijsje of een kop koffie met iets lekkers erbij. En dan lekker in de zon of op je favoriete plekje verder genieten!’

Wandelen en opruimen

Thea heeft ook nog een mooie tip: ‘Wij gaan veel wandelen met de rugzak op. Daarin zit water in een thermosfles, oploskoffie, brood en los beleg. Dat brood haal ik ‘s morgens vroeg bij de super, die brood-van-gisteren verkoopt. Niks mis mee. We lunchen op de mooiste plekjes en we nemen uiteraard ons eigen afval mee terug. En ook alle blikjes en plastic flesjes die we onderweg vinden.

‘Thuis sorteren we het afval, de statiegeldflesjes en -blikjes brengen we naar de winkel. Het geld is bestemd voor een ijsje bij de Italiaanse ijssalon als beloning. Natuur blij, wij blij. Onderweg fotografeer ik of maak ik snelle schetsen van mooie plekjes. Zo kan ik op regenachtige dagen verder tekenen of schilderen. De auto blijft bij al deze activiteiten staan. De boodschappen doen we slow: op de fiets naar de groenteboer en daar besluiten we wat we eten. Tijd zat om lekker vers van het seizoen te koken. Genieten!’

Ook Arina voert deze tip uit, op heel bijzonder wijze: ‘Op mijn vrije dagen sta ik om 5 uur op en fiets dan in 3, 4 uur het eiland Ameland rond. Ik zoek in de afvalbakken naar statiegeldflesjes en -blikjes. Op een goede dag kun je zo wel voor 20 euro aan statiegeld ophalen. Het is ‘s morgens nog lekker rustig en je ziet bijzondere dieren en dingen voorbijkomen. Zo ben ik gezond bezig op mijn fiets in de buitenlucht én haal ik gelijk een zakcentje op.’

Werken en oppassen

Elise doet weer heel andere dingen in de zomer: ‘Ik werk in de zorg dus dat betekent in de zomer hard aan de slag. Mijn vakantie heb ik dan al gehad. Soms zijn er gaten in het rooster, dus als het kan draai ik een extra dienst. Ook ruil ik soms van dienst met een collega die daardoor een dag eerder op vakantie kan.

‘We zorgen ook voor de hond van iemand die erg ziek is geweest en nog regelmatig op controle moet. Dat is niet zoveel extra werk want onze hond moet toch uitgelaten worden. Het helpen van anderen zit voor mij in kleine dingen. Dingen die net het verschil maken en daardoor veel voor iemand betekenen.’

Bedankt aan de lezers voor deze bijzondere en vaak ook duurzame tips!

Geïnspireerd?

Wil je ook aan de slag als bijvoorbeeld hondenoppas, huizenoppas of door opruimacties te doen? Kijk eens naar deze initiatieven, waar je je vaak gratis kunt aanmelden:

Op pad met leuke vakantie vriendendiensten

Zomervakantie in eigen land? Er zijn veel initiatieven om vakanties en korte tripjes leuk en betaalbaar te houden. Vaak is dit op basis van vriendendiensten: je geeft én ontvangt iets van een nieuwe of bestaande vriend. We geven een kleine greep uit het aanbod.

Vrienden op de fiets

Tijdens meerdaagse wandel- en fietstochten logeer je bij één van de 6.000 gastadressen van Vrienden op de Fiets voor € 25,- per nacht, inclusief ontbijt. Het lidmaatschap kost € 8 per jaar.

Connecting Friends: platform voor gastvrije reizigers 

Voor € 6 per jaar kun je lid worden van Connecting Friends. Hiermee kun je afspraken maken met andere leden voor een ontmoeting, een uitstapje, een maaltijd, een overnachting en nog veel meer. Dit alles op basis van uitwisseling en met gesloten beurzen. De missie van Connecting Friends: ‘Ontmoetingen met onbekenden leiden tot waardevolle ervaringen voor jou en voor anderen. Hiermee maken we de wereld elke keer een klein beetje mooier.’

Woningruilen

Je woning ruilen is een leuke en goedkope manier van vakantie vieren. Dat kan via verschillende organisaties, zoals Home Exchange en Huizenruil. Je meldt jezelf en je huis aan en kunt daarna zoeken naar woningen in Nederland of andere landen.

Wil je liever niet lidworden van een platform? Denk ook eens aan woningruilen met vrienden en familie. Of pas zelf op het huis van iemand die je kent, zonder dat je jouw huis hiervoor terugruilt. Zo lever je toch een vriendendienst en heb je een vakantie-in-eigen-land inéén.

8 tips voor het verduurzamen van je tuin

Misschien bestaat jouw tuin al grotendeels uit groen, of kijk je juist nog uit op een kale tegeltuin. In beide gevallen zijn er veel manieren waarop je je tuin (verder) kunt verduurzamen. Om zo de natuur te ondersteunen en zelf ook meer uit je tuin te halen. Zeker als je niet op vakantie gaat of al terug bent, is dit hét moment om aan de slag te gaan met deze tips voor zowel beginners als gevorderden.

Tip 1: meer groen, minder tegels

De belangrijkste en vaak ook de eerste stap voor het verduurzamen van je tuin is te kiezen voor meer groen. En meer groen betekent vaak minder tegels. Zo gaan gemeenten tijdens het NK Tegelwippen met elkaar de strijd aan om zoveel mogelijk tegels te ‘wippen’ en te vervangen door groen. Dit maakt onze leefomgeving klimaatbestendiger, fijner voor insecten en dieren, en meteen een stuk mooier.

Je kunt zelf meedoen en tegels in je tuin vervangen door groen, of tegels van je gemeente hiervoor opgeven. De tegels kun je tweedehands of gratis aanbieden, of in je tuin opstapelen als een insectenmuurtje. Sommige gemeenten halen tegels gratis op tijdens de duur van het evenement. Maar zelfs als je geen tegels wilt of kunt verwijderen, kun je zorgen voor meer groen. Denk aan planten in potten of bakken op je terras, geveltuin of balkon.

Tip 2: begin een moestuin(tje)

Zelf een moestuin beginnen? Het is misschien wel makkelijker dan je denkt. Natuurlijk kun je aan de slag met zelfgemaakte moesbakken en een uitgebreide oogst. Maar je kunt ook simpel beginnen en gewoon een paar groente- en fruitplanten plaatsen in lege stukken aarde. Of vervang een dode plant door bijvoorbeeld een frambozenstruik, courgetteplant, tijmplant of een bessenstruik. Het zorgt voor extra groen in je tuin en je plukt er al snel letterlijk de vruchten van.

Heb je geen lege plekken over maar wel een (klein) terras? Moestuinplanten doen het vaak ook goed in wat grotere potten. Framboos kan bijvoorbeeld ook gaan ‘woekeren’ in een wat grotere pot, zodat je nog meer frambozen kunt oogsten. Ook bessenstruiken zoals aalbes en blauwe bes doen het goed in potten. Kijk wel of de plant op de juiste plek staat. Meestal is beschut en zonnig nodig voor moestuinplanten. Heb je minder te besteden? Aardewerk potten zijn vaak het best betaalbaar. Bij kringloopcentra zijn vaak ook (aardewerk) plantenpotten te vinden.

Tip 3: open de tuindeuren

Is jouw tuin bereikbaar voor bijvoorbeeld egels en kikkers? Vaak zijn tuinen hermetisch afgesloten met hekken, schuttingen of muren. Hierdoor kunnen vliegende en kruipende insecten wel naar binnen maar iets grotere dieren niet. Open voor hen de deuren door je schutting te vervangen door struiken. Of maak een klein gat onderin je schutting of hek, de zogenaamde egelsnelweg. Zo kunnen deze dieren ook genieten van jouw tuin, of deze gebruiken op hun doortocht naar je buren met een vijver.

Tip 4: maak er een rommeltje van

Ja je leest het goed: een rommelige tuin is goed voor de natuur. Denk aan het laten liggen van bladeren in de herfst. Kleine dieren vinden hier een schuilplek voor de winter. Als je veel bladeren hebt of je vindt het te rommelig, kun je de dode bladeren bijeen harken en in een hoekje van de tuin leggen. Zo vormen ze weer voeding voor de aarde en dus voor je tuin.

Maar ook minder vaak maaien – en dus een natuurlijker gazon – is goed voor de natuur. Bloemen en hoger gras trekken namelijk insecten en vogels aan. Daarnaast heeft langer gras minder water nodig en droogt de aarde zo minder snel uit. En laten we eerlijk zijn: minder maaien scheelt ook een hoop tijd. Dus houd je deze zomer eens in en maai pas op zijn vroegst weer in september. Je zult zien dat er snel meer natuur in je tuin tot leven komt.

Tip 5: (her)gebruik afval

Je kunt afval vaak goed hergebruiken in je tuin. Zo zijn insecten en kleine dieren heel blij met wat los opgestapelde tegels, takken of tuinafval. Een kapotte plantenpot kun je in de bosjes neerleggen, binnen no time is deze overgroeid en het is een mooi holletje voor dieren. En ga je een stukje tuin aanpakken of veranderen? Vaak hoef je oude planten niet weg te doen. Je kunt planten bijvoorbeeld ergens anders plaatsen, of (gratis) aanbieden. Een dode boom kan als brandhout worden gebruikt of aangeboden, of van de takken maak je een insectenhotel.

Tip 6: meer regenwater, minder sproeien

Maak je al nuttig gebruik van het regenwater in jouw tuin? Bij grote regenval kan de tuin of het riool het regenwater niet altijd verwerken. Door hier zelf een opvangsysteem voor te maken, kun je het water opslaan en weer gebruiken op drogere dagen. Zo kun je de regenpijp afkoppelen en een regenton gebruiken. Of als je veel ruimte hebt een regenwatervijver – ook wel een wadi – aanleggen.

Deze zomer is er al veel regen gevallen maar dat is niet ieder jaar het geval. Langere periodes van droogte en hitte komen vaker voor. Toch is het niet nodig om iedere dag of zeer regelmatig te sproeien als het droog is. Veel planten kunnen wel tegen wat droogte. Je tuin ziet er misschien tijdelijk iets minder verzorgd uit maar zal ook weer herstellen van de droogte. Op deze manier bespaar je water én tijd. Eventueel opgevangen regenwater kun je in zo’n periode natuurlijk ook gebruiken voor planten die minder goed tegen droogte kunnen.

Tip 7: zorg voor schaduw

Het creëren van schaduw is een simpele maatregel met veel voordelen. met genoeg schaduw in je tuin zal de bodem minder snel uitdrogen. Planten en grassen blijven zo langer gezond. Bij regen wordt het water bovendien beter opgenomen in de aarde. Je tuin wordt er duurzamer van én je hebt zelf minder last van de hitte op warme dagen.

Schaduw kun je natuurlijk creëren door het planten van bomen en struiken. Minder snoeien en maaien helpt ook. En wat dacht je van een laagje compost, of het laten groeien van een bodembedekker?

Tip 8: help schimmels en paddenstoelen

Wist je dat paddenstoelen en schimmels in je tuin een heel goed teken is? Het zijn echte opruimers: ze zorgen voor de afbraak van organische materialen, zoals bladeren, hout en dode organismen. Dit materiaal zetten ze weer om in voedsel voor de bodem en de wortels van bomen. Je kunt paddenstoelen en schimmels niet planten maar je kunt ze wél uitnodigen in je tuin. Dat doe je zo:

  • Laat oude en dode bomen gewoon staan. Eventueel kun je de boom afzagen, maar laat de stronk en wortels intact. Je kunt ook de boomstronk laten liggen.
  • Laat dode bladeren liggen, veeg ze eventueel op één hoop in een hoek van de tuin. Je kunt er ook wat snoeihout bij leggen.
  • Plant één of meerdere bomen die samenleven met zwammen, zoals een eik, beuk of berk.
  • Maak een pad of terras van houtsnippers in plaats van tegels. Dit is organisch materiaal en dus trekt het eerder paddenstoelen en schimmels aan.

Bloembollen voor de buurt

Hoe maak je van een wijk een thuis? In de kwetsbare Rotterdamse wijk Carnisse doen ze dat onder andere met een jaarlijkse ‘bollenplantdag.’ Op deze dag komt iedereen samen om de wijk in bloei te zetten.

Tekst: Chantal van der Leest | Beeld: Roos van der Sanden

‘Voor de mensen die nog nooit een bol hebben geplant, dit is een bloembol. Hier zitten worteltjes, die kant moet dus naar beneden.’ Karen Welp van Buurtklimaatje houdt een tulpenbol omhoog voor een zaal vol buurtbewoners, sociaal ondernemers, ambtenaren en vertegenwoordigers van scholen en instituten uit de Rotterdamse wijk Carnisse. Veel van hen knikken driftig. Zij hebben al vaker meegeholpen met de bollenplantdag en weten precies wat hen te wachten staat.

Laag cijfer

Carnisse, dat vooral bestaat uit lage portiekflats, is een kwetsbare wijk. Het gevoel van onveiligheid is er groot en veel bewoners geven hun leven en woonbeleving een laag cijfer. Burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft het daarom tot prioriteit gemaakt om de wijk te verbeteren; zelf is hij er regelmatig te vinden. Sinds 2020 zijn er veel projecten opgestart om de wijk weer kracht en trots te geven. Deze ‘Grote Carnisser Bollenplantdag’ is daar één van. Iedereen helpt vandaag mee om de wijk wat mooier te kleuren.

Zo gauw de koffie en gebakjes met tulpenplaatjes op zijn, komt de groep van een kleine honderd mensen in beweging. Iedereen grijpt een schepje, handschoenen en linnen tas met bloembollen mee en waaiert uit over de wijk. Onder leiding van acht zogeheten buurtambassadeurs gaan ze bollen planten op aangewezen plekken, zoals boomspiegels: de kale grond onder de bomen in een straat. Extra opdracht: samen een paar regels verzinnen voor een nieuw lijflied voor Carnisse.

Vier bouwstenen

Karen Welp van Buurtklimaatje organiseert deze bollenplantdag samen met stadspsycholoog Sander van der Ham. Als ‘buurtmakers’ helpen ze mensen om hun straten leuker te maken. Dit gebeurt op meerdere plekken in Nederland, al is de grootschaligheid waarop het in Carnisse gebeurt wel bijzonder. Het buurtmaken is geënt op het opbouwwerk uit de jaren zeventig waarbij professionals bewoners hielpen met thema’s als wonen, leefomgeving, veiligheid en gezondheidszorg, legt Sander uit. Hij en Karen helpen mensen van hun wijk een thuis te maken. 

‘We hebben gemerkt dat er vier bouwstenen zijn die hierbij helpen’, zegt Sander. ‘En op deze bollenplantdag komen die allemaal samen.’ Bouwsteen één is controle. Sander: ‘We laten mensen zien hoe ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun wijk. Dit is ook jouw plek, het is geen anonieme plek.’ Bij bouwsteen twee gaat het om samenwerking. ‘We brengen alle netwerkjes uit de wijk samen. Terwijl je lekker bezig bent, leer je elkaar kennen.’ Dat is niet alleen leuk, maar ook heel gezond, weet Sander. ‘Je krijgt het gevoel dat je ergens bij hoort. En hoe groter en diverser je netwerk is, hoe beter mensen zich zelfstandig en met anderen kunnen redden.’ De derde bouwsteen heeft te maken met routines en rituelen. ‘Mensen ontwikkelen rituelen en routines op plekken waar zij zich thuis voelen. De bollenplantdag is ondertussen een terugkerend feest. Mensen gaan erop rekenen.’ De vierde bouwsteen is de organisatie. Sander: ‘Een thuisgevoel moet je ook onderhouden en dat vraagt aandacht en investeringen van alle partijen. Daarom zijn we vandaag ook niet alleen met bewoners aan het werk, maar met allerlei partijen uit de buurt.’

Ze zien zichzelf als participerende professionals in de wijk. Sander: ‘We zijn nieuwsgierig naar wat iemand nodig heeft om goed te kunnen wonen in de buurt en hoe we daaraan kunnen bijdragen.’ Wie vaker in Carnisse komt, ziet het duo regelmatig samen met buurtbewoners geveltuinen aanleggen, broodjes bakken in de buurtoven, met tafels sjouwen en grasmaaien. ‘Sommige mensen vragen waar we wonen in de wijk. Maar we wonen hier niet’, grinnikt hij.

Burgemeester

De planters steken ondertussen flink de handen uit de mouwen. ‘Kan ik niet gewoon alle tegels eruit trekken?’, grapt Hans Lussenburg. Hij wijst naar de brede stoepen in de straten. De vijftiger met armen vol tatoeages werkt als schilder en is niet vies van een beetje fysiek werk. Vanochtend heeft hij al geholpen de 45.000 bollen te verdelen over iets meer dan honderd linnen tasjes.

Op het ‘Feest met de Burgemeester’, de grote opening van de nieuwe wijkaanpak, in 2020 liep hij Karen en Sander tegen het lijf. Sindsdien is hij samen met zijn vrouw veel meer gaan doen voor de wijk. ‘Dan gaan we even kijken in andere straten als ze geveltuinen aan het aanleggen zijn – en vaak blijft het dan niet bij kijken.’ Trots laat hij op zijn telefoon foto’s zien van zichzelf met burgemeester Ahmed Aboutaleb: twee mannen van middelbare leeftijd die een gemoedelijk gesprekje hebben. Aboutaleb houdt sinds 2020 regelmatig kantoor in Carnisse, om benaderbaar te zijn en snel stappen te kunnen zetten. ‘Je kan gewoon met die man praten’, zegt Hans met lichte verbazing in zijn stem. ‘Ik vertelde dat we plantenbakken hebben tegen het parkeren op de stoep. Dat vond-ie een goed idee.’

Keukenhofje

Aicha Tarrahi legt ondertussen samen met Kees den Bok grote ronde bloembedden aan. Aicha wordt daarbij veel begroet en aangesproken. Als wijknetwerker kent ze iedereen en brengt ze mensen met elkaar in contact. Zonder haar zou het thuisgevoel al snel weer verdampen, maar dankzij haar inspanningen blijven instanties en bewoners met elkaar werken aan mooie initiatieven.
Nu zit ze gehurkt gaten te scheppen. Met zwarte tuinhandschoenen om haar gelakte nagels niet te beschadigen. Kees, docent en projectleider op het Hoornbeeck college, vult en dicht de gaten. ‘Ik maak hier een Keukenhofje van’, straalt hij. Na een hersenbloeding realiseerde hij zich dat een hand op je schouder minstens zo belangrijk is als professionele hulp. Hij zorgt daarom dat buurtbewoners van Carnisse vanuit het project ‘Hoornbeeck Helpt’ gratis ondersteuning kunnen krijgen van zijn mbo-studenten. ‘Ze helpen in de huishouding, doen een boodschapje en bieden een luisterend oor.’ Zo draagt de school een steentje bij aan de leefbaarheid en krijgen de studenten een bijzondere en praktische leerervaring. ‘We waren laatst op bezoek bij een man bij wie al vier jaar niemand op bezoek was geweest. Daar schrik ik wel van.’

Fietswrak

Een paar straten verderop draagt buurtbewoner Priscilla Holleman met luide stem haar team taken op. ‘Hier in deze boomspiegel kunnen nog wel bloembollen. En ook in die straat daar, in de middenberm.’ Met flinke pas beent ze door de straat. Ze is een van de acht bloembollenambassadeurs en die rol neemt ze serieus. De ambassadeurs zorgen ervoor dat de bollenplantdag elk jaar doorgaat.

Haar team schiet aardig op, heel wat tassen zijn al leeg. Met lichtblauwe lintjes rondom de bomen geeft Priscilla aan waar al bollen zijn geplant. Ondertussen kijkt ze of er nergens rommel ligt. De wijk netjes houden, ziet ze ook als haar taak. ‘Ik heb een ondergrondse container van de gemeente geadopteerd’, zegt ze terwijl ze een dikke sleutel laat zien. ‘Ik kijk regelmatig of die niet verstopt zit en er geen rotzooi bij ligt.’ Bij een fietswrak in een perkje trekt ze haar telefoon uit haar broekzak en maakt een foto. ‘Die plaats ik in een speciale app van de gemeente. Vaak komen ze al dezelfde dag om het op te ruimen.’

Ontmoeting

Ans Lemmen, oud-wijkbewoonster, is onlangs verhuisd naar Schiedam en vandaag speciaal voor de gezelligheid van de bollenplantdag teruggekomen, vertelt ze. Zeven jaar geleden heeft ze de Groene Oase helpen opzetten, een gezamenlijke tuin voor de bewoners uit de wijk. Maar over het voortbestaan ervan is ze somber. ‘Er komt nieuwbouw op die plek.’
Samen met haar oud-buren Ronald en Inge bikt ze kleine kuiltjes in de boomspiegels die vol blijken te zitten met wortels. Een voorbijganger met een hondje blijft even kijken en trekt het beestje snel weg voordat het er gaat plassen. ‘Ja, we hebben wel water nodig, maar niet dat’, lacht Inge. Ze is blij dat ze wat kan doen om de rechte, grijze straten wat op te vrolijken. ‘Dit zijn heel droeve straten. Tegenwoordig hebben we plantenbakken aan de straatlantaarns en er staat een ruimtemaker voor mijn deur. Dat maakt het al een stuk gezelliger.’ Een ruimtemaker is een verplaatsbare bak met daarop zitplekken en plantenbakken, die precies op een aantal parkeerplaatsen past. Zo komt er meer ruimte voor ontmoeting in de straat en dat is hard nodig, vinden ze alle drie. ‘We zijn allemaal schakeltjes. We hebben elkaar nodig’, zegt Roland. Ans knikt: ‘Naar elkaar omzien is belangrijk.’

Website

Ondertussen raken de bloembollen langzaam op en is het lunchtijd geworden. Tijd om terug te keren naar het buurtcentrum waar de dag startte. Daar is de stemming feestelijk. Er is brood en soep. Er zijn ballonnen en iedereen krijgt een voetbalsjaal met daarop ‘Carnisse’. Als iedereen een zitplek heeft gevonden, vraagt Eva-Mirre Dam, projectmanager van de gemeente, nog even de aandacht: de website Wij(k) Carnisse is klaar en wordt vandaag officieel gelanceerd. Vanaf nu zijn daar alle initiatieven in de wijk terug te vinden. Het nieuws wordt verwelkomd met een groot applaus; veel bewoners hadden bij de gemeente aangegeven dat ze behoefte hadden aan zo’n platform. In de tussentijd is het grote Carnisselied in elkaar gedraaid met inbreng van de plantteams. A4’tjes met tekst worden rondgedeeld en al gauw zingt iedereen mee op de vertrouwde melodie van het Feyenoordlied:

‘Hand in hand Carnissenaren,

Hand in hand voor Carnisse één

Wij planten bollen in de aarde

Wij Carnisse één

Geen woorden maar zaden

Wij Carnisse één.’