Verleng het leven van je tuinmeubels

In de wintermaanden, als de temperaturen flink kunnen dalen, vraagt de tuin om winter-onderhoud. Vorstgevoelige planten vragen om extra zorg, maar ook je tuinmeubels gaan langer mee als je ze goed beschermt en onderhoudt.

Heb je een bescheiden tuintafel met een paar stoeltjes, dan kun je overwegen om daar in je huis een hoekje mee te maken, of berg ze op in je schuur als je die hebt. Zo zijn je tuinmeubels optimaal beschermd en kunnen ze niet verweren door winterse weersomstandigheden.

Maar heb je van je tuin een buitenverblijf gemaakt, compleet met een flinke tuintafel met stoelen of banken? Dan is naar binnen halen van je tuinmeubels meestal geen optie. Afhankelijk van het materiaal van je tuinset is dan onderhoud en bescherming noodzakelijk voor een langer tuinmeubelleven.

Onderhoud houten tuinmeubels

  • Maak ongelakt hout schoon met een sopje van zachte zeep, en spoel na met schoon water. Maak gebruik van een zachte doek of een zachte schoonmaakborstel. Het is belangrijk dat je dit altijd met de hand doet. Een hogedrukspuit is geen goed idee. De spuit kan er namelijk voor zorgen dat er groeven in het hout komen.
  • Ook gelakt hout maak je eerst schoon met zachte zeep. Is de laklaag van je tuintafel en stoelen beschadigd? Werk de laklaag dan bij. Zorg ervoor dat je de houten meubels lakt met de geschikte oppervlaktebehandeling, bijvoorbeeld beits of houtolie. Vraag eventueel advies aan je leverancier of aan een vakman.

Onderhoud vlechtwerk tuinmeubels

Het natuurlijke materiaal rotan heeft inmiddels voor veel tuinmeubelen plaats gemaakt voor vlechtmateriaal van kunststof, ook wel Wicker genaamd.

  • Laat Wicker tuinmeubelen onafgedekt buiten staan. Dek ze niet af: in combinatie met vocht kunnen lelijke vlekken op het meubel ontstaan die moeilijk te verwijderen zijn.
  • Ook voor Wicker is het onderhoud redelijk eenvoudig. Je hebt nodig: een zachte borstel, groene zeep en een emmer met lauwwarm water
  • Maak een sopje van de groene zeep en het water en borstel zo het vuil van je tuinmeubels af. Je kunt ook een sopje maken van zelfgemaakte Sunsoda. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen. Deze kunnen het materiaal aantasten.
  • Gebruik ook voor Wicker geen hogedrukreiniger bij het schoonmaken. De waterdruk is te hoog voor dit materiaal en kan beschadigingen veroorzaken.
Beeld: Georg Eiermann via Unsplash.

 

8 tips voor het verduurzamen van je tuin

Misschien bestaat jouw tuin al grotendeels uit groen, of kijk je juist nog uit op een kale tegeltuin. In beide gevallen zijn er veel manieren waarop je je tuin (verder) kunt verduurzamen. Om zo de natuur te ondersteunen en zelf ook meer uit je tuin te halen. Zeker als je niet op vakantie gaat of al terug bent, is dit hét moment om aan de slag te gaan met deze tips voor zowel beginners als gevorderden.

Tip 1: meer groen, minder tegels

De belangrijkste en vaak ook de eerste stap voor het verduurzamen van je tuin is te kiezen voor meer groen. En meer groen betekent vaak minder tegels. Zo gaan gemeenten tijdens het NK Tegelwippen met elkaar de strijd aan om zoveel mogelijk tegels te ‘wippen’ en te vervangen door groen. Dit maakt onze leefomgeving klimaatbestendiger, fijner voor insecten en dieren, en meteen een stuk mooier.

Je kunt zelf meedoen en tegels in je tuin vervangen door groen, of tegels van je gemeente hiervoor opgeven. De tegels kun je tweedehands of gratis aanbieden, of in je tuin opstapelen als een insectenmuurtje. Sommige gemeenten halen tegels gratis op tijdens de duur van het evenement. Maar zelfs als je geen tegels wilt of kunt verwijderen, kun je zorgen voor meer groen. Denk aan planten in potten of bakken op je terras, geveltuin of balkon.

Tip 2: begin een moestuin(tje)

Zelf een moestuin beginnen? Het is misschien wel makkelijker dan je denkt. Natuurlijk kun je aan de slag met zelfgemaakte moesbakken en een uitgebreide oogst. Maar je kunt ook simpel beginnen en gewoon een paar groente- en fruitplanten plaatsen in lege stukken aarde. Of vervang een dode plant door bijvoorbeeld een frambozenstruik, courgetteplant, tijmplant of een bessenstruik. Het zorgt voor extra groen in je tuin en je plukt er al snel letterlijk de vruchten van.

Heb je geen lege plekken over maar wel een (klein) terras? Moestuinplanten doen het vaak ook goed in wat grotere potten. Framboos kan bijvoorbeeld ook gaan ‘woekeren’ in een wat grotere pot, zodat je nog meer frambozen kunt oogsten. Ook bessenstruiken zoals aalbes en blauwe bes doen het goed in potten. Kijk wel of de plant op de juiste plek staat. Meestal is beschut en zonnig nodig voor moestuinplanten. Heb je minder te besteden? Aardewerk potten zijn vaak het best betaalbaar. Bij kringloopcentra zijn vaak ook (aardewerk) plantenpotten te vinden.

Tip 3: open de tuindeuren

Is jouw tuin bereikbaar voor bijvoorbeeld egels en kikkers? Vaak zijn tuinen hermetisch afgesloten met hekken, schuttingen of muren. Hierdoor kunnen vliegende en kruipende insecten wel naar binnen maar iets grotere dieren niet. Open voor hen de deuren door je schutting te vervangen door struiken. Of maak een klein gat onderin je schutting of hek, de zogenaamde egelsnelweg. Zo kunnen deze dieren ook genieten van jouw tuin, of deze gebruiken op hun doortocht naar je buren met een vijver.

Tip 4: maak er een rommeltje van

Ja je leest het goed: een rommelige tuin is goed voor de natuur. Denk aan het laten liggen van bladeren in de herfst. Kleine dieren vinden hier een schuilplek voor de winter. Als je veel bladeren hebt of je vindt het te rommelig, kun je de dode bladeren bijeen harken en in een hoekje van de tuin leggen. Zo vormen ze weer voeding voor de aarde en dus voor je tuin.

Maar ook minder vaak maaien – en dus een natuurlijker gazon – is goed voor de natuur. Bloemen en hoger gras trekken namelijk insecten en vogels aan. Daarnaast heeft langer gras minder water nodig en droogt de aarde zo minder snel uit. En laten we eerlijk zijn: minder maaien scheelt ook een hoop tijd. Dus houd je deze zomer eens in en maai pas op zijn vroegst weer in september. Je zult zien dat er snel meer natuur in je tuin tot leven komt.

Tip 5: (her)gebruik afval

Je kunt afval vaak goed hergebruiken in je tuin. Zo zijn insecten en kleine dieren heel blij met wat los opgestapelde tegels, takken of tuinafval. Een kapotte plantenpot kun je in de bosjes neerleggen, binnen no time is deze overgroeid en het is een mooi holletje voor dieren. En ga je een stukje tuin aanpakken of veranderen? Vaak hoef je oude planten niet weg te doen. Je kunt planten bijvoorbeeld ergens anders plaatsen, of (gratis) aanbieden. Een dode boom kan als brandhout worden gebruikt of aangeboden, of van de takken maak je een insectenhotel.

Tip 6: meer regenwater, minder sproeien

Maak je al nuttig gebruik van het regenwater in jouw tuin? Bij grote regenval kan de tuin of het riool het regenwater niet altijd verwerken. Door hier zelf een opvangsysteem voor te maken, kun je het water opslaan en weer gebruiken op drogere dagen. Zo kun je de regenpijp afkoppelen en een regenton gebruiken. Of als je veel ruimte hebt een regenwatervijver – ook wel een wadi – aanleggen.

Deze zomer is er al veel regen gevallen maar dat is niet ieder jaar het geval. Langere periodes van droogte en hitte komen vaker voor. Toch is het niet nodig om iedere dag of zeer regelmatig te sproeien als het droog is. Veel planten kunnen wel tegen wat droogte. Je tuin ziet er misschien tijdelijk iets minder verzorgd uit maar zal ook weer herstellen van de droogte. Op deze manier bespaar je water én tijd. Eventueel opgevangen regenwater kun je in zo’n periode natuurlijk ook gebruiken voor planten die minder goed tegen droogte kunnen.

Tip 7: zorg voor schaduw

Het creëren van schaduw is een simpele maatregel met veel voordelen. met genoeg schaduw in je tuin zal de bodem minder snel uitdrogen. Planten en grassen blijven zo langer gezond. Bij regen wordt het water bovendien beter opgenomen in de aarde. Je tuin wordt er duurzamer van én je hebt zelf minder last van de hitte op warme dagen.

Schaduw kun je natuurlijk creëren door het planten van bomen en struiken. Minder snoeien en maaien helpt ook. En wat dacht je van een laagje compost, of het laten groeien van een bodembedekker?

Tip 8: help schimmels en paddenstoelen

Wist je dat paddenstoelen en schimmels in je tuin een heel goed teken is? Het zijn echte opruimers: ze zorgen voor de afbraak van organische materialen, zoals bladeren, hout en dode organismen. Dit materiaal zetten ze weer om in voedsel voor de bodem en de wortels van bomen. Je kunt paddenstoelen en schimmels niet planten maar je kunt ze wél uitnodigen in je tuin. Dat doe je zo:

  • Laat oude en dode bomen gewoon staan. Eventueel kun je de boom afzagen, maar laat de stronk en wortels intact. Je kunt ook de boomstronk laten liggen.
  • Laat dode bladeren liggen, veeg ze eventueel op één hoop in een hoek van de tuin. Je kunt er ook wat snoeihout bij leggen.
  • Plant één of meerdere bomen die samenleven met zwammen, zoals een eik, beuk of berk.
  • Maak een pad of terras van houtsnippers in plaats van tegels. Dit is organisch materiaal en dus trekt het eerder paddenstoelen en schimmels aan.

Vier voor de prijs van 1: Basilicum vermeerderen

Iedereen die wel eens een basilicumplantje in de supermarkt koopt weet dat je die meestal niet lang in leven houdt. Een paar dingen helpen wel om het leven van de plant nog wat te rekken: de pot met plantje op een schoteltje zetten en dan van onderaf water geven, dus op het schoteltje. En oogsten door steeds de blaadjes af te knippen boven de plek waar nieuwe blaadjes groeien.

Basilicum vermeerderen

Lezeres Miki Koster wees ons op een mooi artikel over basilicumplanten uit de supermarkt. Daarin wordt uitgelegd dat de basilicumplant uit de supermarkt niet één plant is, maar een verzameling van bij elkaar gepropte miniplantjes. Die raken snel uitgeput en hebben weinig ruimte in hun kleine supermarktpotje.

Je kunt eenvoudig de kluwen miniplantjes voorzichtig in vieren scheuren en elk deel in een aparte, ruimere pot zetten. Vier basilicumplanten voor de prijs van één, die ook nog eens langer leven!

 

Maak je eigen anti-muggenkaars

Deze kaarsen zien er niet alleen prachtig uit, ze houden ook muggen op afstand als je ‘s avonds in je achtertuin of op je balkon een glaasje wijn drinkt. Je maakt ze van citronella-olie, verse kruiden en drijfkaarsen.

Het recept voor deze kaarsen vonden we op Adventures in Making, een Amerikaans blog waar tot 2019 creatieve professionals en talentvolle hobbyisten hun ideeën deelden.

Benodigdheden

  • glazen potten
  • drijfkaarsen
  • citroenen en limoenen
  • citronella essentiële olie
  • verse kruiden
  • een stukje touw

Zo maak je het

Snijd de citroenen en limoenen in plakjes en houd ze nog even apart. Omdat ze drijven, voeg je ze pas op het laatst toe. Doe in elke pot wat verse kruiden. Je kunt nemen wat voorhanden is. In het voorbeeld zijn rozemarijn, citroentijm, lavendel en kamille gebruikt. Vul de potten voor de helft met water en voeg aan iedere pot ongeveer tien druppels citronella-olie toe. Leg de plakjes citrusfruit erop en vul de pot verder met water. Leg de kaarsen op het water en bind een stukje touw om de rand van de pot. En klaar is kees!