Aan de slag bij Buurman: ‘Een bak maken is leuker dan er één kopen’ 

Lekker klussen, en dan ook nog met ‘gered’ hout. De eigenwijze bouwmarkt Buurman heeft de materialen, en ook de cursus als je het nog niet zelf kunt. Een middagje tussen het zaagsel, om een moestuinbak te maken. Eén van de deelnemers: ‘Ik zag het niet zo voor me, maar ik ben heel blij met het resultaat.’ Deze reportage uit Genoeg magazine lees je nu terug op de site!

Tekst: Marion Rhoen | Beeld: Buurman/Marion Rhoen

Houtworkshop

Welkom bij de workshop ‘Moestuinbak maken’ van Buurman Rotterdam. Martje van de Ven en Gabie Donkers (allebei 38) hebben geen last van alle tumult die in de werkplaats hoorbaar is. Ze dragen zelfs geen oorkappen om zich ertegen te beschermen. Geconcentreerd voeren de vriendinnen overleg over de poten van Gabies moestuinbak. Hoe zullen ze die precies bevestigen? Eronder, of langs de zijkant? Een werkbeschrijving hebben ze niet. Alle zeven timmerlui die hier zo verdiept zijn in hun werk, hebben een eigen bak ontworpen. 

Behalve de cursus is op deze zonnige zaterdag in mei bij Buurman dus ook de halfjaarlijkse boomzaagdag aan de gang. De hele dag komen bezoekers daar een kijkje nemen. Vrijwilligers en medewerkers van Buurman, gehuld in feloranje shirts, klossen ertussendoor op zware laarzen of werkschoenen, de oorkappen nonchalant op één oor als ze met iemand willen praten. Twee kinderen, een jaar of acht, het Buurman-shirt tot ver over de knieën, zijn met latten in de weer: iets maken voor papa, die hier vandaag aan het werk is bij de bomen. 

Steeds andere spullen

Anders dan bij de Praxis aan de overkant, weet je bij Buurman nooit precies wat er in de winkel ligt. Met elke levering komen andere spullen binnen. Daarom is de cursusmiddag in het magazijn begonnen. Daar heeft workshopleider Tristan Poelman laten zien wat er allemaal is op dit moment. Daarna hebben de zeven deelnemers (één man, zes vrouwen) kennis gemaakt met de afkortzaag, om planken op maat te maken. Plank eronder, een grote hendel naar beneden duwen waar de ronddraaiende zaag aan zit, en SNERP! Met een oorverdovend gejank gaat de plank in tweeën. 

Merel Nolet (26) heeft een mooi verweerde, enigszins kromgetrokken plank gekozen als zijkant en op haar werkbank gelegd. Maar Poelman vindt de bolling te heftig. ‘Zo krijg je straks te veel speling’, waarschuwt hij. Dus weer een loopje naar de voorraad, waar Nolet een nieuwe plank kiest. Tijdens het aftekenen van de juiste lengte zegt ze: ‘Mijn moeder heeft ook een moestuinbak, uit de winkel. Maar een bak maken is leuker dan er een kopen. Je doet iets met je handen. En dat je recyclet is ook mooi.’ Om daarna snel met haar plank naar de afkortzaag te verdwijnen, want die is even vrij. 

In de houtwerkplaats van Buurman
Foto: Buurman/Marion Rhoen

Creatieve behoefte 

Nolet is online marketeer, net als Gabie Donkers. Martje van de Ven is financieel projectleider. ‘Iets uit je handen zien komen wat je voor ogen hebt, dat geeft voldoening’, zegt Van de Ven. Ze heeft in Rotterdam een huis van honderd jaar oud gekocht, ‘en daar wil je dan van alles mee.’ Zo is ze aan het klussen geraakt. Donkers  doen. Het zijn wel vaak webdesigners, architecten, ontwerpers: mensen met een creatieve behoefte.’ Misschien hebben we dat directe, tastbare resultaat van onze acties wel nodig om tevreden te zijn over wat we doen. Dat is althans de overtuiging van een politiek filosoof en schrijver als Matthew Crawford. Deze Amerikaan zag het nut niet van zijn baan bij een denktank, nu maakt hij onderdelen-op-maat voor motorfietsen. 

Die behoefte aan tastbaar resultaat van wat je doet (en die niet bevredigd lijkt te worden achter een bureau met een computer), verklaart mogelijk de groeiende populariteit van Fablabs en makerspaces. Het aantal werkplaatsen met digitale machines die voor iedereen te gebruiken zijn, groeit gestaag: sinds het eerste FabLab in 2007 zijn deuren opende in Amsterdam, zijn er in het hele land 55 bij gekomen. Het aantal makerspaces staat nu op 20. Buurman op zijn beurt zag het aantal cursisten stijgen van vijf per week in 2015 (er werd toen één cursus gegeven) naar ongeveer veertig (op vier cursusavonden). Ook opende de Utrechtse Buurman zijn deuren.

Van stam tot plank 

Terwijl binnen de cursisten passen en meten met hun materialen en op hun beurt wachten voor de afkortzaag, janken buiten op de parkeerplaats de twee lintzagen op wielen. Die moeten vandaag een stuk of dertig boomstammen verwerken. Als een reusachtige kaasschaaf snijden ze de stammen tot planken. Zo’n verse plank voelt vochtig aan; het hout oogt een beetje kwetsbaar nu het binnenste van de bomen zo open en bloot ligt. Overal ruik je die kruidige geur van het hout.

Resultaat van de workshop

Het loopt inmiddels tegen vieren. Nog een uur te gaan en dan is de workshop afgelopen. Ligt iedereen een beetje op schema? Workshopleider Tristan Poelman: ‘Het is altijd even spannend. Maar ik ga niemand naar huis sturen met een halve bak. Vaak plakken we er een half uurtje aan.’

Vooral bij het ontwerpen heeft hij veel geholpen, ‘die voelt zich op haar beurt soms nuttiger als ze klust of naait dan in haar werk, zegt ze. Vrijwel alle deelnemers aan de workshops hebben kantoorbanen, zegt architect Laura Rosen Jakobson, medeinitiatiefnemer van Buurman. ‘Maar ze willen ook iets met hun handen fase is het belangrijkst. Nu is iedereen lekker zelf aan de gang.’ Hij heeft er een loungemuziekje bij opgezet. Gabie Donkers heeft alles op maat gezaagd, op de poten na. Nu is ze bezig de houten schroten vast te schroeven. ‘Het is spannend of het allemaal gaat passen. Maar ach, het is een moestuinbak, ik ga niet voor de schoonheidsprijs. Ik heb hem al kleiner gemaakt dan ik wilde, anders past hij straks niet in de auto.’

In de houtwerkplaats van Buurman
Foto: Buurman/Marion Rhoen

Buurman: bijzondere bouwmarkt

Buurman is een bijzondere bouwmarkt annex cursuslocatie. Hier wordt uitsluitend gewerkt met bouwafval. Al is ‘afval’ eigenlijk geen goed woord. De balken in diverse diktes en lengtes, houten platen van onder meer multi- en betonplex, kozijnen, deuren, verf, elektra: het is prima spul, soms met een kleine beschadiging. Het was alleen over na een bouwproject. Standaard wordt voor een project 10 procent extra materiaal besteld, zegt workshopleider Tristan Poelman. ‘Dan is het meteen voorhanden, mocht er meer materiaal nodig zijn.’ 

Goed materiaal verdient beter 

Het meeste restmateriaal van de bouw in Nederland komt in vermalen vorm onder wegen terecht, als fundering. Dat is ‘laagwaardige recycling’, maar goed materiaal verdient beter. In 2015 startten Bas van den Berg, Lenard Vunderink en Laura Rosen Jakobson Buurman. Vunderink en Rosen Jakobson zijn architect, Van den Berg studeerde business management en heeft grote belangstelling voor duurzaamheid. Bouwbedrijven, culturele instellingen en andere organisaties in de regio Rotterdam stellen hun restmateriaal gratis ter beschikking aan Buurman (laten ze het verwerken als afval, dan kost ze dat geld). Buurman verkoopt het materiaal en organiseert cursussen en teamuitjes. 

Werkplekken

Bij Buurman Rotterdam kun je overdag ook werkplekken huren, bijvoorbeeld als startende ondernemer. Ook is er een Buurman Utrecht. En in Noord- en Zuid-Holland zijn Buurmanmaterialen te vinden in vijf Rataplankringloopwinkels.

Deze reportage van Marion Rhoen verscheen eerder in Genoeg Magazine. Deze is iets aangepast voor publicatie online in 2024.

Léon: ‘Als mijn bedrijf niet meer nodig is, ben ik blij’

Wat Léon Polman (29) het liefst zou willen voor zijn onderneming? ‘Dat ik een persbericht kan uitsturen dat we wegens succes zijn opgeheven. Omdat al het papier wordt hergebruikt, in plaats van weggegooid.’ Met Green Side wil Léon mensen bewustmaken en aan het denken zetten. Om producten niet weg te gooien, maar te kijken naar welke waarde het nog kan hebben en wat je er wél nog mee kunt. Om dat te bereiken onderneemt hij op een duurzame manier: lokaal, sociaal en met hergebruikte materialen.

Hoe het idee ontstond

Als net afgestudeerde ruimde de toen 24-jarige Léon zijn bureau eens goed op. ‘Ik eindigde met enorme stapels oud papier,’ vertelt hij. ‘Artikelen, versies van mijn scriptie. Allemaal enkelzijdig gedrukt en dus aan één kant nog blanco.’ Hij vond het zonde om al dat papier weg te gooien en vroeg zich af of het niet ergens anders voor gebruikt kon worden. Zo ontstond het idee van gerecyclede notitieboekjes.

Thuis aan de slag

Léon: ‘Ik liet de eerste 4 boekjes maken bij een lokale printshop en nam ze vervolgens overal mee naartoe. Wie het maar wilde liet ik de boekjes bekijken, om te zien hoe mensen reageerden. En eigenlijk was iedereen meteen verwonderd en positief over de boekjes. Dat gaf mij veel vertrouwen in het product.’ Léon kon enige tijd vooruit met het oud-papier van zijn studie. ‘Ik sorteerde alles met mijn moeder en maakte de boekjes thuis met een tweedehands inbindmachine. Toen het papier op was tijdens het verwerken van een bestelling, heeft hij al zijn vrienden opgebeld voor oud papier. Zo is er zelfs een oud basisschool werkstuk over dinosauriërs in een notitieboek gekomen. Daarna ben ik gaan kijken hoe ik het oud-papier en de boekjes gestructureerd kon verzamelen en maken.’

Sociale werkplaats waar de boekjes van Green Side worden gemaakt van hergebruikt papier
Sociale werkplaats waar de boekjes worden gemaakt. Beeld: Green Side.

Sociaal ondernemen

Als student deed Léon al ervaring op met ondernemen, via een organisatie die studenten helpt met het opstarten van sociale ondernemingen. Zo organiseerde hij workshops voor statushouders op de Zuidas in Amsterdam. Léon: ‘Het was mooi om zoiets voor elkaar te krijgen en te merken dat veel mensen willen bijdragen aan een goed doel. In mijn werkende leven wilde ik daarom zelfstandig gaan ondernemen én iets bijdragen aan de wereld. Met geld als middel en niet als doel.’

Langzaam groeien

Voor Green Side werkt de jonge ondernemer inmiddels samen met verschillende sociale werkplaatsen. Al het papier voor de notitieboekjes wordt lokaal ingezameld, verwerkt en verzonden. Léon: ‘Ieder boekje wordt met de hand gemaakt, daarom groeien we ook relatief langzaam. We kunnen bestellingen niet sneller verwerken dan nu.’ Ook is het belangrijk dat mensen er met plezier aan werken, zo vertelt de ondernemer: ‘We hebben nauw contact met de werkplaatsen en er is altijd een testperiode. Als mensen het product niet leuk vinden om te maken, zoeken we een andere werkplaats om mee samen te werken.’

Inmiddels is Green Side uitgegroeid tot een onderneming van 3 personen, waaronder Léon zelf. Ook zijn er nu zo’n 8 lokale ‘ecosystemen’ neergezet, verspreid over Nederland. Waar de producten dus van begin tot einde worden gemaakt, verwerkt en gebruikt. Het inzamelen gebeurt vooral op scholen. Léon: ‘Daar wordt veel papier gebruikt, en daarnaast is het geen privacygevoelige informatie. Dat zou op een kantoor bijvoorbeeld lastiger zijn. En natuurlijk staat het ook leuk: een oude tekening in je notitieboekje.’

Notitieboekje van Green Side met aan één kant bedrukt (oud)papier
Binnenkant van een notitieboekje, met aan één zijde bedrukt papier. Beeld: Samuel Wagner.

Impact

Het doel van de boekjes is zeker om bij te dragen aan minder papierverspilling. Maar Léon ziet de grootste impact van zijn bedrijf vooral in de bewustwording bij klanten. ‘Aan ons product kun je meteen zien dat het hergebruikt is, dat het gerecycled is. Daarmee zetten we mensen aan het denken. Dat je eigenlijk alles nog kunt hergebruiken. En dat je goed nadenkt voordat je iets zomaar als afval weggooit.’

Andere ondernemers en initiatieven weten Green Side ook steeds beter te vinden. Zo is er inmiddels een samenwerking met Frans de Plakker, waarbij posters worden hergebruikt als enveloppen.

Léon doet ook nog een oproep:

‘Wil je bijdragen aan dit initiatief? Bijvoorbeeld door papier in te zamelen of door een lokaal ‘ecosysteem’ uit te rollen? Dan kun je Léon altijd een mail sturen. info@green-side.nl en wie weet ben jij binnenkort ook duurzaam ondernemer!

Zo kan het ook: zomervakantie op een seizoenplaats in de natuur

Een mooie, lange reis maken? Heerlijk om wat van de wereld te zien en je onder te dompelen in andere culturen. Toch ben ik me, net als veel anderen, steeds meer bewust van de schadelijke effecten van vliegen en verre reizen op het milieu. Gelukkig ontdek ik ook steeds meer hoe mooi en ontspannen een vakantie dicht bij huis kan zijn. Deze zomer doe ik het helemaal anders: we vieren vakantie op een seizoenplek in onze woonplaats. Krijg je de kriebels bij het idee? Dat had ik van tevoren ook, maar het liep uit op een ware verrassing.

Spontaan plan

Een leerplichtig kind in huis, dat is sinds kort onze realiteit. En van vakanties in het hoogseizoen word ik nog niet erg enthousiast. Dus waar veel mensen al in januari hun zomervakantie lijken te boeken, blijft het bij ons lang stil. De seizoenplaats is dan ook een last-minute plan. Ooit zag ik zo’n vakantie voorbijkomen op het account ‘Een beetje hippie’ van opvoedcoach Anouk. Dat is misschien wel leuk voor later, dacht ik toen nog…

Eerder dan gedacht boekten we dus zelf ook zo’n seizoenplaats. Achteraf begrijp ik dat we mazzel hebben gehad, want kennelijk boeken de meeste mensen hun seizoenplaats zelfs al een jaar vooruit. Serieus: een jáár? Door het natte voorjaar zijn er waarschijnlijk mensen geweest die toch liever de zon gingen opzoeken. En zo komen wij heel spontaan op één van de mooiste plekjes van de camping terecht. Het kan dus toch: kort van tevoren je zomervakantie regelen. En eerlijk gezegd denk ik dat wij een stuk goedkoper uit zijn dan de meeste mensen die in de zomer naar het buitenland vertrekken.

Caravan delen

De caravan delen we met familie. Handig: wij gebruiken hem in de schoolvakanties en zij daarbuiten. Dat scheelt een hoop geld en het is toch ook zonde dat zo’n huisje op wielen anders voor de helft van het jaar niet wordt gebruikt. Extra handig was het dat de familie ons kon helpen bij het optuigen van ons zomerverblijf. Want dat is nog best een klus! Gelukkig mag hij dan wel minimaal zeven weken blijven staan.

Tip: Op zoek naar een huisje op wielen? Caravans zijn vaak een stuk goedkoper dan campers. Er kan ook minder aan stukgaan, omdat het geen voertuig is met alle bijkomende techniek. En misschien kun je een caravan delen met vrienden of bekenden? Dit kan handig zijn en bovendien deel je dan alle kosten. Natuurlijk moet je wel een auto met trekhaak hebben of lenen om dat huisje op wielen te verplaatsen. Je kunt natuurlijk ook met een tent op een seizoenplaats staan. Met een grote, comfortabele (ingerichte) tent kan dat voelen als een luxe vakantie.

Dichtbij en in de natuur

De eerste keer dat ik ‘op vakantie’ ga in ons mini-huisje, ben ik verbaasd over het directe ontspannen gevoel. Ik fiets er in vijftien minuten naartoe, via het bos, en hoef niks meer te doen na aankomst. Hoogstens wat boodschappen in de koelkast leggen en de ramen openen voor frisse lucht. Dan ga ik op expeditie in de omgeving. Vanaf de camping zijn meerdere uitgangen die direct het bos in leiden. Ik wandel door het bos en langs de heide en ontdek meerdere mountainbikepaden in de omgeving. Ik ben direct overtuigd van deze vakantie dicht bij huis. Vanaf dan spring ik ieder vrij moment op de fiets, onderweg naar ons onderkomen in de natuur. Soms om te wandelen op blote voeten, mountainbiken en lezen. En soms om helemaal niks te doen. Echt vakantievieren dus.

Lekker sfeertje

Je vraagt je misschien af hoe de sfeer verder is, op zo’n camping met seizoen-gasten? Toegegeven: er zitten wat opvallende types tussen. Mensen die er duidelijk al járen komen en waarvan de caravan met alle toebehoren inmiddels de omvang heeft van een halve villa. Maar, zo laat ik me vertellen door de buren uit Amsterdam, er vindt ook verjonging plaats. Alleen al bij ons op het veldje zijn er meerdere gezinnen met jonge kinderen. Misschien doe ik wel onbewust mee aan een nieuwe trend? Wie zal het zeggen. Waarschijnlijk vinden de andere gasten ons juist opvallend, met ons kleine voortentje (zónder luifel ervoor, stijlbreuk op het veldje!) en onze gekke gewoonten (lopen ze nou op blote voeten?).

Op de seizoenplaats hangt een prima sfeertje
Op onze seizoenplaats hangt een prima sfeertje. Foto: Neil Kelly via Pexels.

In ieder geval kom je op de camping prima weg met af en toe een vriendelijke ‘Goedemorgen’ en ‘Lekker weertje hè’. En verder kies je natuurlijk zelf met wie je wel of niet optrekt. In de tweede week word ik uitgenodigd op de borrel bij één van de andere gezinnen, en daar ga ik graag op in. Zij geven me allerlei handige tips voor het campingleven en – ook heel fijn – onze kinderen spelen leuk met elkaar. Dat is nog eens een multifunctionele campingborrel, als je het mij vraagt.

Voordelen

Need I say more? Voor wie twijfelt of zo’n seizoenplaats in de buurt iets voor je is, hier nog even de voordelen op een rijtje:

  • Extra lange vakantie: je kunt vaak voor minimaal zeven weken op een hoogseizoensplek staan, maar je kunt natuurlijk ook voor langere perioden kiezen. Zo heb je extra lang dat ontspannen vakantiegevoel.
  • Voordelig: het is vaak een stuk voordeliger om een seizoenplek te boeken, dan een duur vakantiehuisje voor een paar weken. Ook scheelt het veel reiskosten als je gaat voor een seizoenplek in de buurt.
  • Ideaal met kinderen: voor kinderen is zo’n camping natuurlijk ideaal. Het staat er vol met gezinnen waardoor er altijd wel andere kinderen te vinden zijn. Ook zijn er faciliteiten zoals speeltuinen, een knutselclub, een restaurant en georganiseerde activiteiten.
  • Midden in de natuur: ik weet natuurlijk niet hoe jij woont, maar mijn huis bevindt zich in een woonwijk en voor een echt bosbad moet ik toch minimaal een kwartier op de fiets springen. Hoe anders is dat op de meeste campings: met een paar passen sta je middenin de natuur. Ideaal voor een wandeling, rondje mountainbiken of een picknick. Pas wel op voor de wolf. Je wilde echte natuur, toch?
  • Op afstand werken: waarschijnlijk is het onhaalbaar om in de zomer zeven weken vrij te zijn, voor mij in ieder geval wel. Maar een seizoenplaats is ook een ideale (thuis)werkplek! Werk bijvoorbeeld lekker buiten onder de voortent of parasol. Vaak bieden campings goede wifi aan – soms tegen betaling – of anders kun je zelf een hotspot maken.
  • Je bent er zo: kies je zoals ik voor een seizoenplaats dicht bij huis, dan kun je er makkelijk op de fiets naartoe. Zo is de drempel om te gaan extra laag en kun je op ieder vrij moment genieten van deze plek.
  • Direct ontspanning: en misschien wel het fijnste is de ontspanning die er direct is zodra je (weer) aankomt. Het wordt een tijdelijk vakantiehuisje waar je even helemaal niets hoeft.

Lees ook deze berichten

Ouder-kind training: verbinden met elkaar en met de natuur

Op een bewolkte zaterdag in juli neem ik samen met mijn kind (5) deel aan een ouder-kind training van Wildgroei. Melle Tukker geeft deze trainingen op een fijne buitenlocatie centraal in Nederland. Bedoeling is dat ouder en kind op zo’n dag verbinden met zichzelf, met elkaar en met de natuur. Want dat doen we volgens Melle te weinig, terwijl het zo goed voor ons is om veel buiten te zijn zonder afleiding. Hier lees je het verslag van deze bijzondere dag!

Slecht weer bestaat niet

Stiekem had ik een bericht verwacht dat de training vanwege de voorspelde regen niet door zou gaan. Maar de afmelding blijft uit, de regenlaarzen en jassen gaan aan, en hup daar gaan we. Rond tien uur komen we aan op de locatie die Melle van tevoren heeft doorgegeven. Melle vertelt ons: ‘In Scandinavië zeggen ze dat slecht weer niet bestaat, alleen slechte kleding. En daar ben ik het mee eens. De training gaat eigenlijk altijd door, tenzij het gevaarlijk wordt door bijvoorbeeld onweer of storm.’

En hoewel het gedurende de dag regelmatig even regent, houdt ons dat inderdaad nergens in tegen. Wij kijken terug op een gevoelsmatig zonnige dag, waarop de meeste volwassen deelnemers zelfs de hele dag op blote voeten lopen. Dat is meteen het eerste mooie inzicht van deze training: je kunt gewoon lekker naar buiten gaan als het regent of koud is, zelfs op blote voeten. Eenmaal buiten maakt dat helemaal niks meer uit.

Niet veel nodig

Waar de ouders in het begin nog wat afwachtend om zich heen staan te kijken, beginnen de kinderen direct samen te spelen. Met hun regenlaarzen stampen ze door de plassen en zoeken ze mooie stenen. Melle voorziet de deelnemers tijdens deze dag in alles wat nodig is: er is steeds genoeg te drinken, vers fruit en een lekkere lunch. Alles is plantaardig. Dus na een lekkere kop koffie voor de ouders, is de dag dan echt voor iedereen begonnen.

Tekst gaat verder onder de foto’s.

Vuur maken, deelnemers in het weiland, kind zelf aan de slag met een zaag.

De ouder-kind dagen begint Melle vaak met touwtrekken. De ouders tegen elkaar of alle kinderen samen tegen één ouder: het levert leuke wedstrijden op, iedereen warmt op en wordt er enthousiast van. Ook wordt er meteen veel gelachen. Melle benadrukt: ‘Zo simpel kan het dus zijn. Een paar mensen, een stuk touw en wat stokken in het gras.’ Later op de dag, als er even wat rustige momenten zijn, grijpen de kinderen af en toe nog naar het touw en ontstaan er spontane wedstrijden. Dus inderdaad: je hebt echt niet veel nodig om het samen leuk te hebben.

Kind loslaten

Als ouder word je tijdens deze buitendag dubbel uitgedaagd. Het eerste verzoek is om je kind zoveel mogelijk los te laten. Melle let op of er geen gevaarlijke dingen gebeuren. Als groot fan van het boek Jagen, verzamelen, opvoeden van Michaeleen Doucleff heb ik minder moeite met deze stap. Mijn kind kan ik redelijk vrijlaten, denk ik, ook als hij met het zakmes en de zaag aan de slag gaat tijdens deze dag. Een andere ouder bekent: ‘Ik ben erg van de controle, maar ik ga het proberen vandaag!’ Het lukt iedereen uiteindelijk opvallend goed, er is weinig controle gedurende de dag en de kinderen lopen en spelen vrij rond. Het voelt een beetje zoals het leven misschien wel hoort te zijn: op een ontspannen manier samen buiten zijn, zonder stress en met veel lol.

Touwtrekken, samen aan de slag met het mes, buiten lunchen.

En dan komt de tweede uitdaging: het kind in jezelf mag ook naar boven komen op deze dag! Je mag als ouder gaan spelen, samen met je kind en de andere aanwezigen. Dat kan best lastig zijn, zeker als je – zoals ik – ook nog een beetje aan het werk bent. De ouders komen dan ook iets moeilijker los. En toch zijn er momenten tussendoor, spontane en vrije momenten, waarop er echt gespeeld wordt. Waarop de ouders even losgaan op de slackline, of met de zelfgemaakte pijl-en-boog.

Tip: Meer lezen over Wildgroei en het buitenwerk van Melle? Lees dan dit interview!

Zelf merk ik op een moment dat ik moeilijk kan ‘delen’ met mijn kind. Ik wil óók even schieten met de pijl-en-boog! Dat vind ik opvallend: meestal ligt de nadruk op dingen overbrengen van ouder op kind, zoals samen delen. Nu was het andersom en voelde ik me even het ‘koppige’ kind dat niet wilde delen. Een leuke uitdaging dus, je eigen innerlijke kind loslaten tijdens zo’n begeleide training met je kind.

Op blote voeten verder

Aan het einde van de dag ben ik voldaan na de hele dag buiten te zijn geweest. Toch zijn mijn kind en ik ook moe. Waar zou dat aan liggen? Was ik te veel bezig met werk, mijn kind, of met de andere deelnemers? Had ik misschien toch op blote voeten moeten gaan, zodat ik wat meer uit mijn hoofd was gekomen? Sinds deze training heb ik inmiddels meerdere ‘blote voeten-wandelingen’ gemaakt en ik kan volmondig zeggen: dat werkt écht goed om meer in je lichaam te komen. Het voelt in het begin een beetje onwennig maar eenmaal in het bos krijg ik zelfs leuke opmerkingen van andere wandelaars: ‘Oh blote voeten, lekker!’ Dat motiveert toch ook weer om dit vaker te doen.

In ieder geval waren we echt een hele dag samen in verbinding en hebben we veel nieuwe dingen geleerd. Deze zomer gaan wij zeker veel naar buiten, of het nou regent of niet. Of mijn kind daarbij ook op blote voeten gaat weet ik niet, want die krijg ik nog niet zo makkelijk uit zijn schoenen. Wat hij vooral meeneemt van deze dag? ‘De pijl-en-boog en het zakmes mama, dat was het leukste cadeau!’

Benieuwd geworden naar de ouder-kind training van Wildgroei? Kijk op de website voor meer informatie: https://wildgroei.org/

Genoeg nieuws

Een biologische mini-moestuin? Daar kan Kim je alles over vertellen!

Wij gingen langs in de moestuin van Kim, oftewel Moesmeisje. Kim is een nieuwe redacteur voor Genoeg Magazine en zij gaat allerlei leuke en handige tips met je delen voor het onderhouden van een super moestuin! Bij Kim bloeit en zoemt het in ieder geval volop en er wordt lekker veel geoogst. In dit artikel lees je alvast wat meer over Kim en haar moestuin. En om je een voorproefje te geven van haar nieuwe rubriek deelt ze ook wat handige tips!

Hoe zorg jij voor een milieuvriendelijke moestuin?

‘In mijn moestuin is alles biologisch, dat is hier ook de richtlijn. Dus ik gebruik biologische zaden. Verder spit ik niet, dus ik woel de grond niet om zodat alle diertjes lekker kunnen blijven zitten. Ook gebruik ik organisch materiaal, zoals compost en gewied onkruid dat ik laat liggen om de bodem te voeden. En ik gebruik zeker geen ‘gif’ zoals bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest. Wat ik daarnaast ook heel belangrijk vind is om ook aan de insecten te denken. Bijen heb je nodig om je gewassen te bevruchten, dus ik plant veel bloemen en kruiden voor de insecten.’

Bijtje op een bloem in de moestuin van Kim in Utrecht.

Hoe staat jouw moestuin erbij deze zomer?

‘Door alle bloemen en zo’n 30 soorten groenten en kruiden zoemt en bloeit het nu volop in mijn moestuin. Nu in het hoogseizoen kom ik hier drie keer per week. Het liefst zou ik iedere dag komen, maar daar heb ik helaas geen tijd voor! En ik neem iedere keer weer van alles mee, zo oogst ik nu erg veel courgettes. Dus zelfs op 15 vierkante meter kun je héél veel zaaien en oogsten. Wel hebben we dit jaar heel veel last van slakken… Het zijn er nog nooit zoveel geweest als dit jaar. Mensen doen van alles om van de slakken af te komen, ook heel dieronvriendelijke methoden zoals verdrinken en doormidden knippen. Zelf kan ik dat niet! Ik raap ze op en zet ze weer uit in een plantsoen waar geen (moes)tuinen zijn.’

Benieuwd waarom je slakken beter niet met havermout kunt bestrijden? Een reel van Kim daarover kun je via haar Instagram terugkijken.

Hoe is jouw account –Moesmeisje heeft nu 16K volgers– zo’n succes geworden denk je?

‘Bij mij gaat eigenlijk alles spontaan en organisch, want ik ben geen planner. Ik had mijn moestuintje en heb toen spontaan een Instagram-account aangemaakt om daarover te kunnen delen. Samen met mijn vriend bedacht ik de naam, Moesmeisje, dat klinkt grappig en is makkelijk te onthouden. In corona-tijd merkte ik dat ik ineens ook veel meer bezoekers op mijn site kreeg. Tuinieren was in die periode een heel fijne afleiding en het is nog populairder geworden. Toch had ik nooit verwacht dat het zo’n succes zou worden!’

Op bezoek in de biologische mini-moestuin van Kim in Utrecht.

Inmiddels is het leven weer druk en werkt iedereen weer. Wordt zo’n moestuin dan geen last?

‘Voor mij is de moestuin nooit een moetje. Ik heb ADHD weet ik sinds kort, en ik heb de tuin echt nodig om te ontspannen en even niet duizend gedachten tegelijk te hebben. Dus voor mij is de moestuin nog steeds heel fijn om tot rust te komen. Ik denk ook dat het steeds populairder wordt omdat mensen zich ervan bewust worden dat de landbouw zoals we die nu bedrijven, echt niet goed is voor de aarde, bodem en dieren. Met zoveel kunstmest en ‘gif’ zoals bestrijdingsmiddelen. In je eigen moestuin kun je dat anders doen.’

Je bent geen planner zei je net. Hoe doe je dat in de moestuin?

‘Voor de moestuin heb ik wel een moestuinplan! Dit jaar probeer ik dat voor het eerst wat meer los te laten maar in het begin hield ik me daar strak aan. Na zoveel jaren weet ik inmiddels ook wel wat ik wanneer moet zaaien en oogsten. Maar nog steeds heb ik een uitgeprint A4’tje met wat ik welke maand moet zaaien. Als je dertig groenten kweekt is dat overzicht toch wel heel handig.’

Jij komt tot rust in je moestuin. Wat brengt het tuinieren jou verder?

‘Ik zeg altijd: een moestuin is één grote cursus in omgaan met teleurstellingen. Zoals met de slakken dit jaar. Het is voor mij ook slikken dat ik acht keer iets zaai en het dan wéér helemaal weg is. Maar ik vind dat een mooie metafoor voor het leven: niks is te plannen, dus ook je moestuin niet. Mensen doen net of het leven maakbaar en te plannen is, maar dat is natuurlijk niet zo.’

Wat raad je mensen aan die willen beginnen met een moestuin?

‘Mijn belangrijkste tip is: wees niet te perfectionistisch. Verwacht niet dat alles in één keer goed gaat en probeer juist te genieten van het proces. Dat is voor veel mensen moeilijk want je gaat toch tuinieren voor een goede oogst. En als dat dan niet lukt… Maar dat hoort er echt bij met een moestuin. Van een moestuin leer je omgaan met teleurstellingen en dat niet alles gaat zoals jij wilt. Het maakt je nederig en dat is denk ik niet verkeerd in het leven.’

Wat zijn volgens jou top-gewassen in de moestuin, ook als je wat minder ruimte hebt?

‘Als je net begint en je hebt wat minder ruimte, dan zijn groenten die weer aangroeien heel handig. Zoals pluksla. Normale kropsla trek je eruit en dan is het weg, pluksla knip je net boven de grond af en dan groeit het weer aan. Dat kan dus ook met raapsteel, rucola, winterpostelein en snijbiet. Die zijn allemaal heel handig. Je zaait één rijtje en daar kun je maanden van oogsten. Van palmkool kun je zelfs twee jaar lang oogsten.’

Moestuin tips van Kim op een rijtje:

  • Ga je net beginnen met moestuinieren? Wees dan niet te perfectionistisch, verwacht niet dat alles goed zal gaan en probeer te genieten van het proces.
  • Milieuvriendelijk tuinieren doe je met: biologische zaden en planten, organisch materiaal, en veel bloemen en kruiden voor de insecten. En natuurlijk zonder gif.
  • Last van slakken? De meest diervriendelijke methode is rapen en uitzetten in een gemeenteplantsoen.
  • Maak een moestuinplan, zeker in het begin. Zo weet je wat je iedere maand kunt zaaien, uitplanten en oogsten.
  • Minder ruimte? Denk aan gewassen die weer aangroeien, zoals pluksla, raapsteel, rucola, snijbiet en winterpostelein.
  • Lekker koken met oogst uit de moestuin? Kijk dan eens bij de recepten van Kim!