Dit kun je doen om de vlinders een handje te helpen

Dat het niet goed gaat met de natuur en biodiversiteit in Nederland, was al langer bekend. En dat is nu ook terug te zien in het aantal vlinders. Begin augustus vond de jaarlijkse Vlindertelling plaats en nog nooit werden er zo weinig vlinders geteld in ons land.

Natuurliefhebbers door het hele land gingen afgelopen weekend in de tuin zitten om een kwartier lang te zoeken naar vlinders. De deelnemers zagen er gemiddeld slechts vijf, tegen acht vorig jaar en zelfs zestien gemiddeld in de beginjaren van de telling.

Gelukkig kan iedereen met een tuin of dakterras zelf een steentje bijdragen om de biodiversiteit en vlinderpopulatie te helpen. Hieronder geven we een aantal tips om je tuin vlindervriendelijk te maken!

Waar koop je je planten?

Hoe meer planten, hoe beter, toch? Dat zou je denken, maar dan ligt het er wel aan waar je die planten koopt. Planten uit de meeste tuincentra zijn namelijk vaak flink besproeid met pesticiden, waardoor ze slecht zijn voor insecten. Daarom wordt aangeraden om zoveel mogelijk planten te kopen die biologisch geteeld zijn. Google op ‘biologisch geteelde planten’ en je vindt genoeg aanbieders die planten voor in de tuin verkopen, die niet met schadelijke stoffen zijn bespoten. Biologisch geteelde planten zijn vaak nog wel wat duurder, omdat de vraag lager is. Als de vraag groeit, zal ook het aanbod steeds verder groeien en de prijs dalen.

Tip: In dit artikel lees je 8 praktiche tips voor een duurzame tuin.

Snoeien

Een strak gesnoeide tuin ziet er natuurlijk mooi uit, maar is niet zo fijn voor vlinders en andere insecten. Insecten hebben namelijk plekken nodig om te schuilen en dat doen ze vaak in de takken en bladeren van planten. Daarom is het slim om minder te maaien en gefaseerd te snoeien, hierdoor blijven er genoeg takken en bladeren over voor de insecten om te gebruiken.

Een Dagpauwoog-vlinder. Foto: Pexels

Maak jij je tuin ‘klaar voor de winter’? Dan is het goed om je tuinafval niet meteen weg te doen. In de takken en bladeren zitten namelijk vaak nog eitjes van rupsen en andere insecten verstopt. Wanneer je je groenafval nog een tijdje laat liggen, krijgen deze nog de kans om uit te komen. Hiermee bevorder je het aantal rupsen en daarmee ook het aantal vlinders.

Kruidentuin

Een kruidentuin is een ideale plek voor vlinders en bijen. Deze insecten zijn gek op bloeiende kruidenhoekjes met rozemarijn, lavendel, kattenkruid, marjolein, tijm, of venkel. In deze planten zijn namelijk veel nectar te vinden.

Bekijk deze lijst met meer planten waar vlinders van houden.

Liever een brandnetel dan een hortensia

Veel mensen denken dat de hortensia de ideale plant is voor vlinders. Toch is dat zeker niet zo. De grote bloemen van een hortensia zijn zo ver doorgekweekt dat ze geen stuifmeel of nectar meer bevatten. Hoewel het mooie planten zijn, zijn ze waardeloos voor de biodiversiteit.

Rupsen eten het liefst planten die oorspronkelijk voorkomen in Nederland. Eenmaal uit hun cocon maakt het niet meer zoveel uit waar de vlinder zijn nectar vandaan haalt. De brandnetel is veruit de beste voedselplant voor veel soorten rupsen, mocht je in de tuin ergens een rommelhoekje hebben, laat er vooral een paar brandnetels groeien. Of zet een pot met een brandnetel ergens verstopt in een hoekje van je tuin neer, de rupsen en daarmee later de vlinders zullen je dankbaar zijn.

Bronnen: Vlinderstichting, Natuurmonumtenten, NOS.

Nieuws

Duurzame boeren ontvangen vanaf volgend jaar meer geld van supermarkten

Supermarkten gaan boeren die melk, groenten en fruit duurzaam produceren meer betalen vanaf 2025. Deze afspraken zijn gemaakt tussen een aantal grote supermarktketens en het keurmerk On the way to PlanetProof. Dit keurmerk strijdt al sinds 2017 voor een eerlijkere compensatie voor duurzame telers. Het gaat in totaal om zo’n 3.000 boeren die volgens de eisen van het keurmerk produceren.

Betalingsregeling

Producten die op duurzame wijze worden geteeld volgens de eisen van het PlanetProof keurmerk ontvangen vanaf nu dus een betere compensatie. Dit houdt in dat de onkosten die boeren maken om duurzaam te zijn, bijvoorbeeld door het gebruiken van mechanische onkruidbestrijding in plaats van chemische, worden vergoed. Voorheen waren deze kosten voor de boer voor eigen rekening, waardoor de kosten vaak hoger opliepen en het minder aantrekkelijk was om duurzame oplossingen te gebruiken. Volgens Stefanie de Kool, van Stichting Milieukeur, beheerder van het keurmerk PlanetProof worden de compensaties die de boeren moeten krijgen voor hun duurzame oplossingen onafhankelijk vastgesteld en worden deze op transparante wijze aan de boer betaald.

Tip: meer lezen over boeren die het anders aanpakken? Lees dan dit interview met boerin Mieke.

Lange weg

Het keurmerk bestaat al sinds 2017 maar het is dus nu pas gelukt om deze eerlijke betalingsregeling van de grond te krijgen. Volgens De Kool komt dit vanwege de mededingingswetgeving. Dit maakte het eerder lastiger om bepaalde prijsafspraken te maken tussen de boeren en de supermarkten, maar omdat deze wet door de Europese Unie onlangs werd aangepast en daarmee versoepeld, werden deze afspraken ineens wel mogelijk.

Hoewel bijna alle grote supermarkten meedoen met de afspraken en het keurmerk, ontbreekt de grootste supermarkt van Nederland. Albert Heijn heeft zijn eigen keurmerk en doet daarom niet meer met On the way to PlanetProof. Volgens Frits Kremer, voorzitter van Kennisnetwerk FoodNet, is dat een flink gemis. In gesprek met NPO Radio 1 vertelt hij dat het keurmerk en de prijsafspraken een mooie vooruitgang zijn, maar dat het ontbreken van Albert Heijn nog een flinke kanttekening is. Hij hoopt dat beide keurmerken samen kunnen integreren waardoor er één duidelijk keurmerk komt, zodat het makkelijker en duidelijker wordt voor de consument. 

Kosten voor de consument

De prijsafspraken betekenen dat de supermarkten in veel gevallen meer gaan betalen voor hun duurzame producten, betekent dit voor de consument dan ook hogere prijzen? Volgens De Kool is er door de supermarkten niet duidelijk gecommuniceerd hoe zij deze prijsstijgingen gaan oppakken, maar ook al zouden de supermarkten deze doorberekenen aan de consument, dan zou de prijsstijging niet hoger zijn dan 2 of 3 procent. Als zo’n prijsstijging er komt, is het nog de vraag of de consument bereid is om dit te betalen in ruil voor duurzaam geteelde producten en een eerlijke vergoeding voor de boer.

Verandering

Het keurmerk zet met deze stap hopelijk een mooie verandering in gang. Er was voorheen nauwelijks een verdienmodel voor boeren die duurzaam willen telen. De prijsafspraken laten zien dat duurzaamheid ook winstgevend kan zijn en hopelijk worden hiermee meer boeren gestimuleerd om de stap naar duurzaamheid te maken.

Bronnen: Radio 1, Een Vandaag.

Foto: Nederlands boerenbedrijf in Breskens. Foto: Tom De Decker via Pexels.

Meer nieuws

Een biologische mini-moestuin? Daar kan Kim je alles over vertellen!

Wij gingen langs in de moestuin van Kim, oftewel Moesmeisje. Kim is een nieuwe redacteur voor Genoeg Magazine en zij gaat allerlei leuke en handige tips met je delen voor het onderhouden van een super moestuin! Bij Kim bloeit en zoemt het in ieder geval volop en er wordt lekker veel geoogst. In dit artikel lees je alvast wat meer over Kim en haar moestuin. En om je een voorproefje te geven van haar nieuwe rubriek deelt ze ook wat handige tips!

Hoe zorg jij voor een milieuvriendelijke moestuin?

‘In mijn moestuin is alles biologisch, dat is hier ook de richtlijn. Dus ik gebruik biologische zaden. Verder spit ik niet, dus ik woel de grond niet om zodat alle diertjes lekker kunnen blijven zitten. Ook gebruik ik organisch materiaal, zoals compost en gewied onkruid dat ik laat liggen om de bodem te voeden. En ik gebruik zeker geen ‘gif’ zoals bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest. Wat ik daarnaast ook heel belangrijk vind is om ook aan de insecten te denken. Bijen heb je nodig om je gewassen te bevruchten, dus ik plant veel bloemen en kruiden voor de insecten.’

Bijtje op een bloem in de moestuin van Kim in Utrecht.

Hoe staat jouw moestuin erbij deze zomer?

‘Door alle bloemen en zo’n 30 soorten groenten en kruiden zoemt en bloeit het nu volop in mijn moestuin. Nu in het hoogseizoen kom ik hier drie keer per week. Het liefst zou ik iedere dag komen, maar daar heb ik helaas geen tijd voor! En ik neem iedere keer weer van alles mee, zo oogst ik nu erg veel courgettes. Dus zelfs op 15 vierkante meter kun je héél veel zaaien en oogsten. Wel hebben we dit jaar heel veel last van slakken… Het zijn er nog nooit zoveel geweest als dit jaar. Mensen doen van alles om van de slakken af te komen, ook heel dieronvriendelijke methoden zoals verdrinken en doormidden knippen. Zelf kan ik dat niet! Ik raap ze op en zet ze weer uit in een plantsoen waar geen (moes)tuinen zijn.’

Benieuwd waarom je slakken beter niet met havermout kunt bestrijden? Een reel van Kim daarover kun je via haar Instagram terugkijken.

Hoe is jouw account –Moesmeisje heeft nu 16K volgers– zo’n succes geworden denk je?

‘Bij mij gaat eigenlijk alles spontaan en organisch, want ik ben geen planner. Ik had mijn moestuintje en heb toen spontaan een Instagram-account aangemaakt om daarover te kunnen delen. Samen met mijn vriend bedacht ik de naam, Moesmeisje, dat klinkt grappig en is makkelijk te onthouden. In corona-tijd merkte ik dat ik ineens ook veel meer bezoekers op mijn site kreeg. Tuinieren was in die periode een heel fijne afleiding en het is nog populairder geworden. Toch had ik nooit verwacht dat het zo’n succes zou worden!’

Op bezoek in de biologische mini-moestuin van Kim in Utrecht.

Inmiddels is het leven weer druk en werkt iedereen weer. Wordt zo’n moestuin dan geen last?

‘Voor mij is de moestuin nooit een moetje. Ik heb ADHD weet ik sinds kort, en ik heb de tuin echt nodig om te ontspannen en even niet duizend gedachten tegelijk te hebben. Dus voor mij is de moestuin nog steeds heel fijn om tot rust te komen. Ik denk ook dat het steeds populairder wordt omdat mensen zich ervan bewust worden dat de landbouw zoals we die nu bedrijven, echt niet goed is voor de aarde, bodem en dieren. Met zoveel kunstmest en ‘gif’ zoals bestrijdingsmiddelen. In je eigen moestuin kun je dat anders doen.’

Je bent geen planner zei je net. Hoe doe je dat in de moestuin?

‘Voor de moestuin heb ik wel een moestuinplan! Dit jaar probeer ik dat voor het eerst wat meer los te laten maar in het begin hield ik me daar strak aan. Na zoveel jaren weet ik inmiddels ook wel wat ik wanneer moet zaaien en oogsten. Maar nog steeds heb ik een uitgeprint A4’tje met wat ik welke maand moet zaaien. Als je dertig groenten kweekt is dat overzicht toch wel heel handig.’

Jij komt tot rust in je moestuin. Wat brengt het tuinieren jou verder?

‘Ik zeg altijd: een moestuin is één grote cursus in omgaan met teleurstellingen. Zoals met de slakken dit jaar. Het is voor mij ook slikken dat ik acht keer iets zaai en het dan wéér helemaal weg is. Maar ik vind dat een mooie metafoor voor het leven: niks is te plannen, dus ook je moestuin niet. Mensen doen net of het leven maakbaar en te plannen is, maar dat is natuurlijk niet zo.’

Wat raad je mensen aan die willen beginnen met een moestuin?

‘Mijn belangrijkste tip is: wees niet te perfectionistisch. Verwacht niet dat alles in één keer goed gaat en probeer juist te genieten van het proces. Dat is voor veel mensen moeilijk want je gaat toch tuinieren voor een goede oogst. En als dat dan niet lukt… Maar dat hoort er echt bij met een moestuin. Van een moestuin leer je omgaan met teleurstellingen en dat niet alles gaat zoals jij wilt. Het maakt je nederig en dat is denk ik niet verkeerd in het leven.’

Wat zijn volgens jou top-gewassen in de moestuin, ook als je wat minder ruimte hebt?

‘Als je net begint en je hebt wat minder ruimte, dan zijn groenten die weer aangroeien heel handig. Zoals pluksla. Normale kropsla trek je eruit en dan is het weg, pluksla knip je net boven de grond af en dan groeit het weer aan. Dat kan dus ook met raapsteel, rucola, winterpostelein en snijbiet. Die zijn allemaal heel handig. Je zaait één rijtje en daar kun je maanden van oogsten. Van palmkool kun je zelfs twee jaar lang oogsten.’

Moestuin tips van Kim op een rijtje:

  • Ga je net beginnen met moestuinieren? Wees dan niet te perfectionistisch, verwacht niet dat alles goed zal gaan en probeer te genieten van het proces.
  • Milieuvriendelijk tuinieren doe je met: biologische zaden en planten, organisch materiaal, en veel bloemen en kruiden voor de insecten. En natuurlijk zonder gif.
  • Last van slakken? De meest diervriendelijke methode is rapen en uitzetten in een gemeenteplantsoen.
  • Maak een moestuinplan, zeker in het begin. Zo weet je wat je iedere maand kunt zaaien, uitplanten en oogsten.
  • Minder ruimte? Denk aan gewassen die weer aangroeien, zoals pluksla, raapsteel, rucola, snijbiet en winterpostelein.
  • Lekker koken met oogst uit de moestuin? Kijk dan eens bij de recepten van Kim!

Deze bio boerderij houdt de kalfjes bij de koe

Voor Mieke en Gerard is op een biologische en diervriendelijke manier ‘boeren’ de meest logische manier. Op hun boerderij doen ze er alles aan om de dieren zoveel mogelijk hun natuurlijke gang te laten gaan. Zo wordt er geen gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen, krijgen de dieren biologisch voer, en blijven de kalfjes langer bij de koe. Dit kost veel energie maar toch houden ze hun visie scherp: ‘Ons doel is om zo dicht mogelijk bij de natuur van het dier te blijven.’

Mieke en Gerard woonden tot 2019 in Drenthe. Daarna verhuisden ze naar Warmond, waar Mieke oorspronkelijk vandaan komt. In Drenthe hadden zij al een biologische boerderij en in Warmond hebben zij dit doorgezet. Nu heeft het stel een veelzijdige biologische melkveehouderij met koeien, schapen, varkens en geiten. ‘Voor ons is het de meest logische stap om het zo door te zetten,’ vertelt Mieke.

Natuur van het dier

Het streven naar een zo veel mogelijk biologische manier van werken is het belangrijkste doel. Om dit te bereiken heeft het stel verschillende stappen gezet. Zo vertelt Mieke: ‘We gebruiken geen kunstmest, geen bestrijdingsmiddelen en we geven de dieren biologisch voer. Daarnaast mogen de koeien de horens houden. Bij andere boerderijen worden vaak de horens van de koe weggehaald, omdat koeien elkaar anders kunnen verwonden. We hebben daardoor de stal moeten aanpassen zodat er meer ruimte is voor de dieren. Ik begrijp dat sommigen er daarom voor kiezen om de horens weg te halen, omdat een grotere stal weer een investering is. Maar wij vinden juist dat we het systeem aan de koe moeten aanpassen en niet de koe aan het systeem. We willen zo dicht mogelijk bij de natuur van het dier blijven’.

Kalfjes bij de koe. Foto: Boerderij Boterhuys

Kalfjes bij de koe

Eén van andere biologische stappen die Mieke en Gerard op de boerderij hebben gemaakt, is dat ze sinds 2022 kalfjes langer bij de koe houden. Bij reguliere boerderijen gaan de kalfjes meteen weg, terwijl bij Mieke en Gerard alle kalfjes drie maanden bij de eigen moeder-koe blijven. Waarom hebben ze deze stap gemaakt? Mieke: ‘Voor de koe is het meest natuurlijk als het kalfje erbij mag blijven. Wij vroegen ons af ‘waarom halen we ze weg?’ Dat is puur omdat het systeem in Nederland en in de wereld zo is gemaakt, het is economisch gezien de beste keuze. Maar er wordt niet gekeken naar het dier. Wij wisten dat als we onze visie wilden behouden, dat we dit ook moesten aanpassen.’

Voor- en nadelen

De kalfjes bij de koe houden is een enorme verandering, maar het heeft ook veel voordelen. Zo hebben de kalfjes onder meer een verhogende weerstand, zijn ze minder snel ziek en vertonen ze meer sociaal gedrag. Verder brengt de vroege scheiding van kalf en koe veel stress met zich mee, door de kalfjes langer bij de koe te houden neemt deze stress ook af.

Welke veranderingen heeft Mieke gemerkt toen zij ervoor kozen om de kalfjes bij de koe te houden? ‘Het duurt langer voordat kalfjes aan mensen wennen, omdat ze langer bij de koe blijven. De nieuwe koeien zijn daardoor niet meer zo afhankelijk van mensen als de vorige generatie koeien, omdat ze niet door de mens gevoed zijn. Het kost daarom veel inzet om de kalfjes te laten wennen aan mensen. De kalfjes die langer bij de koe blijven groeien wel sneller. Dat is een pluspunt, maar ze drinken ook meer melk waardoor we minder melkproductie hebben. Maar heel belangrijk voor ons: ik denk wel dat onze koeien er blijer van worden!’ 

Energie en inzet

Volgens Mieke gaat het biologisch boeren goed maar economisch gezien is het niet de beste keuze. ‘Het kost veel energie en inzet om er een goed bedrijf van te maken. Als je economisch kijkt, zijn we eigenlijk knettergek bezig’, vertelt ze met een lach.

Vooral de stap van de kalfjes langer bij de koe houden is een grote verandering geweest waardoor zij het systeem moesten aanpassen. ‘De kalfjes bij de koe houden, is een uitdaging omdat je je niet meer aan het standaard systeem houdt. De vaars-en stierkalveren blijven bijvoorbeeld de hele zoogperiode bij ons. Na drie maanden kunnen zij niet meer naar de normale of biologische kalveropfokbedrijven. Daarom moesten wij op zoek naar nieuwe kalvenfokkers om onze stierkalveren kwijt te kunnen. Dan zie dat als je een deel van het systeem wilt aanpassen, je eigenlijk alles moet aanpassen.’

Biologische producten van de boerderij

Het stel verkoopt ook verschillende producten van eigen boerderij. Van yoghurt en ijs tot vla en melk. Een deel verkopen zij in hun eigen winkel en het andere deel bij vijftien andere winkels en dit aantal is groeiend. Toch merkt Mieke ook hierbij de impact van de kalfjes langer bij de koe houden. ‘De kalfjes drinken een derde van de melkproductie op. Hierdoor houden we zelf maar een klein beetje over. Je mist daardoor veel inkomsten omdat we niet aan het aantal liters kunnen voldoen. Daarom proberen we zo veel mogelijk melk zelf te verwerken, zodat we dit systeem kunnen volhouden.’

Mieke en Gerard. Foto: Boerderij Boterhuys

Tip: wil jij melk van een boerderij die kalfjes bij de koe houdt? Kijk dan eens naar deze website!

Toekomst

Voor nu blijven Mieke en Gerard hun visie volhouden. Mieke: ‘Ons streven blijft om zo dicht mogelijk bij het natuurlijke gedrag van het dier te blijven. We kunnen bijvoorbeeld nog de stal aanpassen zodat de koeien in de winter niet op beton hoeven te lopen. Ik denk dat we de grootste stappen al hebben gezet, maar er kan altijd nog meer veranderen’.