Tijd voor een gewoontecheck

Eén op de drie goede voornemens houdt tenminste een half jaar stand. Dat concludeerde de Groningse psycholoog Jannet de Jonge begin deze eeuw uit onderzoek onder 92 mensen met goede voornemens

‘Heb jij nog goede voornemens?’ Ja, het is er weer het moment voor. Vaak wordt daar wat lacherig over gedaan, en het is inderdaad een feit dat de meeste plannen eind januari alweer zijn verdampt. Toch is het niet raar dat mensen geneigd zijn rond de feestdagen goede voornemens te maken. Net als in de zomervakantie zijn we dan namelijk vaak nét wat relaxter, en daardoor beter in staat ons leven van een afstandje te beschouwen. In drukke tijden lukt dat zelden. Stress maakt namelijk kortzichtig; het zorgt ervoor dat we kiezen voor bekende oplossingen en snelle beloningen. Dat de langetermijneffecten daarvan soms ongunstig zijn, realiseren we ons pas als we op een ontspannen moment het grotere geheel bezien.

Het is dus heel zinnig om de (relatieve) rust rond de jaarwisseling te gebruiken om je routines onder de loep te nemen en nieuwe gewoontes in de steigers te zetten. Denk aan twee keer per dag groente eten, om de dag sporten, een wekelijkse bijpraat-date met je partner. Allemaal dingen die bijdragen aan een gezonder en gelukkiger leven.

Maar vaststellen wat je wilt gaan doen, is makkelijker dan dat daadwerkelijk in praktijk brengen. Dat komt vooral doordat goede voornemens niet alleen gaan over gedrag dat je wilt toevoegen, maar vaak ook over wat je daarvoor moet laten. Neem de wens meer te bewegen. Die botst geregeld met de behoefte snel – met auto of OV – naar je werk te gaan en ’s avonds bij te komen op de bank. En het voornemen minder te drinken wringt vaak met de behoefte aan instant ontspanning en gezelligheid.

Anders gezegd: veel goede voornemens gaan niet zozeer over nieuwe gewoontes toevoegen als wel over bestaande gewoontes veranderen. Maar gewoontegedrag kan heel hardnekkig zijn. Volgens Amerikaans onderzoekers lukt veranderen vaak pas nadat je hebt vastgesteld welke zogeheten ‘gewoontelus’ er aan je gedrag ten grondslag ligt. Ze doelen dan op de drie elementen die samen dat gedrag bepalen: het startsignaal, het gedrag zelf en de beloning.

Neem een gewoonte die veel mensen maar al te goed kennen: snacken. Vaak is het startsignaal daarvoor verveling of een concentratiedip. En het tussendoortje dat ze dan nemen lijkt de beloning. Maar is dat wel echt zo? In zijn boek Macht der gewoonte (Uitgeverij Ambo, 2012)laat New York Times-journalist Charles Duhigg zien dat dat vaak anders ligt door zijn eigen snoeplust minutieus te analyseren.

Duhigg kreeg iedere werkdag tegen vieren de onbedwingbare neiging naar de kantine te lopen om daar chocoladekoek te kopen en even met de kassajuf te babbelen. Werkte een van thuis meegebrachte appel of donut achter zijn bureau ook? Nee, de onrust bleef. Een korte wandeling had evenmin effect. Het enige wat de onrust wel verhielp, was een praatje met collega’s. Toen hij dat had achterhaald, wist hij waar het zijn ‘vieruurtjeslus’ om te doen was – niet om zoetigheid, maar om afleiding – en ook hoe hij die gewoonte duurzaam gezonder kon maken: door bij onrust (het oude startsignaal) naar een bevriende collega te wandelen (het nieuwe gedrag) voor een verstrooiende babbel (de beloning). Zo kreeg zijn gewoontelus een minder dikmakend effect.

Zo wordt gezond gedrag makkelijker

Wil je meer verantwoord gedrag toevoegen aan je leven? Probeer dan om te beginnen of je bestaande, ongezonde ‘gewoontelussen’ kunt aanpassen. Ga je op je werk bijvoorbeeld geregeld naar het rookhok, onderzoek dan eens wat dat gedrag voor jou belonend maakt. Dat je er even alleen bent of juist collega’s spreekt? Dat je op die manier buiten komt? Ga vervolgens eens na of die beloning ook uit ander gedrag – even mediteren, een potje tafelvoetbal, een wandeling – kan komen.

Andere manieren om gezonde gewoontes te bevorderen:

  • Verwoord je plannen zo concreet mogelijk. Zeg niet: ik ga hardlopen, zeg: ik ga iedere dinsdagavond direct na het werk een halfuur hardlopen. Zijn je plannen nogal veelomvattend, deel ze dan op in subdoelen. Wil je bijvoorbeeld volledig veganistisch gaan eten, dan kun je je voornemen iedere week een nieuw recept, een nieuw product en een nieuwe bereidingswijze uit te proberen, zodat je na zeven weken zeven recepten in de vingers hebt.
  • Maak gezond gedrag makkelijk. Als je bij lekkere trek vooraan in de koelkast geschrapte worteltjes en hummus vindt, is de kans groter dat je de kaas laat staan. En als je sporttas bij de voordeur ligt, vergroot je de kans dat je na het werk nog naar yoga of krachttraining gaat. Zorg er omgekeerd voor dat ongewenst gedrag ongemakkelijk wordt: parkeer je auto drie straten verderop, koop piepkleine wijnglaasjes, doe alle aanstekers de deur uit.
  • Verzin belonende combinaties. Koppel verantwoord gedrag waar je minder zin in hebt aan dingen waar je wél graag tijd voor maakt. Denk aan podcasts luisteren in de sportschool, vakliteratuur doornemen in de sauna of wandelen met vrienden die je te weinig ziet. Zo sla je twee vliegen in een klap.
  • Oefen uitstelgedrag. Een verbod werkt vaak contraproductief. Zeg dus niet tegen jezelf dat je nooit meer chocolade mag eten. Zeg bij enorme trek wel tegen jezelf: zo meteen mag ik chocolade – maar eerst eet ik een appel/ ga ik sporten/ maak ik dit klusje af. Dikke kans dat je een uur later niet eens meer aan chocolade denkt.
  • Formuleer als-dan-regels. In lastige situaties verval je makkelijk weer in ‘oud gedrag’. Bedenk dus even wanneer het voor jou moeilijk kan worden en wat je op zo’n moment gaat doen. Giet dat voornemen in een duidelijke regel die je bij wijze van spreken uit het hoofd kunt opdreunen. Bijvoorbeeld: ‘Als ik die wandeling met vrienden weer wil afzeggen vanwege de drukte, dan pak ik mijn agenda en kijk ik welke klus ik kan uitstellen.’
  • Monitor jezelf. Schrijf na het sporten op hoeveel kilometer je hebt hardgelopen of hoe de trikonasana je ditmaal afging; houd je gewicht bij; check iedere dag de stappenteller op je telefoon. Zo maak je vooruitgang – hoe traag ook – zichtbaar. Houd verder bij hoe je je voelt als je het gewenste nieuwe gedrag hebt vertoond. Zo kun je bij een terugval nalezen waarom deze gedragsverandering toch de moeite waard is.

Workshop Gezond eten: ja, lekker!

Wil je het nieuwe jaar gezond beginnen? Een gezonder voedingspatroon kan je beslist veel opleveren. In deze workshop vertelt wetenschapsjournalist en gewichtsconsulent Anne Pek hoe zo’n voedingspatroon er volgens recent onderzoek uitziet. Vervolgens ga je met de andere deelnemers uitzoeken hoe je die kennis in jouw eigen leven kunt toepassen. Daarbij is er veel aandacht voor eten dat smáákt, want genieten hoort ook bij gezondheid. Na afloop heb je niet alleen veel nieuwe eetvoornemens, maar ken je ook psychologische trucs die je zullen helpen die voornemens in de praktijk te brengen.

Top 5 leukste vegan steden in Nederland

Eet jij het liefst helemaal vegan? Vegan eten is tegenwoordig op veel plekken te vinden en ook nog eens ontzettend lekker. Toch is het bij restaurants nog lang niet altijd vanzelfsprekend dat er ook een vegan optie op het menu staat. En zeker als je in een andere stad rondloopt, is het toch handig om te weten waar je het lekkerste veganistische maaltje kunt scoren. Daarom hebben we de top 5 leukste vegan steden op een rij gezet. En wil jij dubbel duurzaam bezig zijn? Dan ga je natuurlijk met het ov naar deze leuke steden toe!

1. Groningen

De mooie studentenstad Groningen heeft inmiddels een flink vega(n) aanbod, met meer dan 100 vegan-vriendelijke restaurants. Vegans en vegetariërs kunnen in Groningen dus genieten van het culinaire lekkers dat deze stad te bieden heeft. Bovendien is het een mooie stad om doorheen te wandelen, met een compact centrum, de Grote Markt en de bijzondere Martinitoren. En houd jij van leuke tweedehands of vintage winkeltjes? Ook daar heeft Groningen er veel van!

2. Leiden

Ga jij binnenkort naar Leiden? Dit is de Stad van Ontdekkingen én heeft altijd goed gescoord op vega(n) mogelijkheden. Kortom: een goede keuze! Je vindt er niet alleen mooie musea, gezellige hofjes en een mooi Singelpark om doorheen te wandelen. Ook wat betreft lekker en vega(n) eten zit je hier goed, met vegan opties voor lekkers bij de koffie, lunch, een leuk kattencafé en zelfs heerlijke streetfood.

3. Maastricht    

Nog zo’n mooie en gezellige Nederlandse stad: Maastricht! Doordat deze stad iets verderweg ligt – voor de meesten van ons – lijkt het na een bezoekje net alsof je even op vakantie bent geweest. En deze compacte stad aan de Maas heeft ook veel te bieden als je graag vegan of vegetarisch eet! Maastricht heeft opties van trendy vegan eetcafés tot traditionele restaurants die smaakvolle plantaardige gerechten serveren. En houd jij van een beetje wandelen en cultuur opsnuiven? Je kunt de oude stadsmuur van Maastricht met bijbehorende torens beklimmen, met mooi uitzicht over de stad en het park.

4. Amsterdam  

Je vermoedt het misschien al: Amsterdam hoort eigenlijk op plek één in deze lijst. Maar we willen niet in clichés vervallen, want staat deze prachtige stad niet altijd op die plek? Gelukkig is het wel meer dan terecht! In Amsterdam vind je alles, van het drukke centrum met voor ieder wat wils, tot meer rustige buitenwijken, singels, grachten en een mooi park. Ook wat betreft eten wint Amsterdam met het indrukwekkende vega(n) aanbod van 68 vegan en 57 vega-restaurants. Zo heb je tijdens je bezoekje aan onze hoofdstad meer dan genoeg keuze aan lekker, plant-based eten.

5. Nijmegen

Historische stad Nijmegen doet ook mee met hip en trendy, en dus ook met de vegan trend. Dat is dan ook te merken aan de restaurants in de stad. Gelukkig maar! Want ook in deze stad is het mooi wandelen en heerlijk rondkijken bij vintage en tweedehands winkels. Vanaf het station loop je zo het centrum in. En krijg je onderweg trek? Dan geniet je in één van de restaurants en tentjes met volledig of deels vega(n) aanbod. Wie het eerst bij de trein is!

Afbeeldingen via pexels.

Hazelnoten rapen en verwerken

Hazelnoten groeien al duizenden jaren in de Lage Landen. Maar de meeste hazelnoten voor onze chocopasta’s en koekjes komen uit Turkije. Het zijn veelzijdige, smakelijke en hele voedzame smaakbommetjes, die je ook zelf kunt rapen en verwerken!

Hazelnoten in de winkel zijn niet goedkoop. Heel jammer, want het zijn zulke lekkere voedzame snacks, smaakmakers, leveranciers voor taarten, koeken, vullingen, salades, vegetarische en zelfs veganistische maaltijden. In de winkel heel duur, maar buiten groeien ze gratis en voor niks! In gemeenteplantsoenen, bosjes, kreupelhout, struikgewassen en onder grote loofbomen in het bos. Of heel duur of gratis: hoe kan dat? Omdat het een boel werk is om die hazelnoten te rapen en te kraken.

Zorg bij het plukken en rapen altijd dat je genoeg overlaat voor de natuur en de lokale natuur niet beschadigt.

Inheemse notenplant

De hazelaar is de enige inheemse notenplant bij ons en voelt zich hier al duizenden jaren thuis. Het is meer een struik dan een boom, die wel zes meter hoog kan worden, met veel rechte takken en flinke, ronde tot ovale wat behaarde bladeren met een puntje. De vorming van de nootjes neemt al met al meer dan een jaar in beslag. In de zomer krijgt de struik groene mannelijke katjes, die in de winter bruin worden en dan in januari beginnen te lengen en geel gaan bloeien. Kort daarna komen de onopvallende vrouwelijke bloemetjes, met kleine karmijnrode stampertjes. Na de bevruchting én als er geen late nachtvorst is, groeien daaruit de hazelnoten. Met twee, drie of vier zitten de harde ronde of ovale bolsters dan in een franjeachtig omhulsel, een soort helmpje. Vanaf eind augustus, begin september zijn ze rijp en vallen ze uit de helmpjes op de grond.

Drogen

Vanaf dan zijn ze in principe te eten, zoals onze steentijdvoorouders al wisten. Maar ze zijn lekkerder als ze een tijdje worden gedroogd: op een droge, luchtige plaats. Eenmaal gedroogd, kunnen ze gekraakt worden. Het bruine vliesje rondom de noten, kun je eten. Door ze te roosteren (zie tips), worden de hazelnoten nog lekkerder en kun je bovendien het wat bittere velletje er makkelijk afwrijven.

Je vraagt je wel af: als die hazelnoot hier van nature voorkomt, waarom importeren we ze dan massaal uit Turkije? Omdat we er een heleboel nodig hebben, vooral voor de chocolade- en koekjesindustrie. Na enige speurwerk, blijken er wel een paar professionele Nederlandse hazelnotentelers telers te zijn. Die hebben de afgelopen jaren goede zaken gedaan, met die hoge prijzen. Misschien een idee voor varkens- en kippenboeren, die heel veel beesten op een klein stukje grond houden en toch soms bijna niks verdienen? De voedingswaarde van hazelnoten is namelijk hoger dan van vet varkensvlees. En hazelnoten bevatten per gewicht vijftig procent meer eiwit, zeven keer zoveel vetten en vijf keer zoveel koolhydraten als kippeneieren. Bovendien ook nog eens vele malen natuur-, milieu- en diervriendelijker. En dan zijn er ook nog andere nuttige dingen met hazelaarstruiken te doen. Van het soepele hout zijn manden te vlechten en wandelstokken, speren en pijlen te maken, evenals de basis van wanden voor lemen muren.

Zelf kweken

Wie de beschikking heeft over een stuk(je) grond, kan ook zelf hazelaars aanplanten: er zijn verschillende rassen te koop (waarbij onder andere de groottes van struiken en de noten variëren) en zijn niet moeilijk om te kweken. Zijn ze eenmaal productief (dat duurt wel zo’n vier jaar) en je hebt een flinke oogst, dan kun je een handige notenraper aanschaffen om het verzamelen te vergemakkelijken.

In de keuken kun je met hazelnoten heel veel kanten op. Gehakt door of over salades, in gebak, brood, door ragout, in hazelnotenschuim, muesli, crunch, hazelnotenburgers, in likeur, door de pasta, rijstschotels, gemalen als meel voor gebak en brood en dan ook nog als olie. Hazelnotenolie is een ware delicatesse, ook nogal prijzig in de winkel. Maar wie zelf uit het wild of eigen tuin flinke porties hazelnoten heeft, kan er ook zelf olie van persen (Zie Piteba.com die behalve oliepersen ook notenkrakers verkoopt) of naar een olieperser brengen (mobipers.nl of Kleinemuyl.nl): je brengt je gekraakte noten, krijgt er gratis olie voor terug, de perser houdt in ruil een deel van de hazelnotenolie. Ook voor walnoten trouwens.

Recept

Koolsalade met hazelnoten

  • ½ kleine witte of spits kool
  • flinke handvol hazelnoten (zonder schaal)
  • 5 gedroogde vijgen
  • 1 handsinaasappel
  • 8 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels witte wijnazijn
  • 1 theelepel mosterd
  • 1 eetlepel appeldiksap
  • ½ theelepel gemalen komijn (djintan)
  • ½ theelepel kerrie
  • paar druppels worcestersaus
  • gemalen peper

Schaaf de kool in flinterdunne stukjes. Hak de hazelnoten grof en rooster ze. Snijd de vijgen en sinaasappel in stukjes en meng dat met de hazelnoten door de kool. Klop van de overige ingrediënten een dressing en doe die door het koolmengsel. Zet het geheel een uurtje weg, voordat je het gaat eten.

Tips

Hazelnoten roosteren

Hazelnoten krijgen meer smaak als ze worden geroosterd. Spreid ze op een bakplaat (noten niet op elkaar) en zet ze zo’n vijf minuten in een op 180 graden voorverwarmde oven. Roer de noten na vijf minuten om. Na nog eens vier of vijf minuten zijn ze goed. Houdt ze goed in de gaten: beter te kort dan te lang geroosterd (want dan worden ze zwart en bitter). Heb je hazelnoten gebruikt met een velletje, dan kun je dat nu verwijderen door ze op een theedoek te leggen en de noten flink te wrijven. Laat ze afkoelen. Roosteren in een droge koekenpan kan ook.

Hazelnootschuimpjes

Een manier om overgebleven eiwitten een mooie bestemming te geven. Rooster 200 gram grof gehakte hazelnoten. Houdt twee eetlepels achter en maal de rest fijn in keukenmachine of notenmolentje. Klop 6 eiwitten stijf en er geleidelijk 300 gram witte basterdsuiker en een eetlepel maïzena door. Schep de fijngemalen hazelnoten er door. Maak er hoopjes van op een bakplaat, strooi daar de resterende hazelnoten over en zet twee à drie uur in een op 100 graden voorverwarmde oven.

Hazelnotenmeel

Hazelnoten zijn glutenvrij en passen dus in een dieet voor mensen met een overgevoeligheid voor gluten -allergie. Er is hazelnotenmeel in de handel om mee te bakken. Maar het uiteraard ook zelf maken met behulp van een keukenmachine of notenmolentje.

Dit artikel van Michiel Bussink stond eerder in Genoeg 110.

Afbeeldingen bij artikel: Unsplash.


Eten uit de buurtEten uit de buurt
Michiel Bussink vertelt je alles over lokaal voedsel in zijn boek Eten uit de buurt. Haal alles uit je voedselcirkel.
Dit boek is in de Genoeg shop voor € 9,95 te bestellen.

Over de datum: fruit

Gevaarlijk fruitbederf is goed te zien en te ruiken. Vooral verstandig bewaren is belangrijk. Houd appels, peren, bananen en perziken uit de buurt van ander fruit. Ze versnellen de rijping ervan.

Door: Martin van der Gaag

Soorten fruit

Vers fruit is een lekker en gezond tussendoortje. Het bevat veel water en dus weinig energie, maar ons lichaam haalt er makkelijk wat suikers en vitaminen uit. Fruit koop je vers, gedroogd, geconfijt, als jam (zie Genoeg 94), in blik (Genoeg 91) of in potten. Hier bespreken we vers fruit. Tomaten, courgettes, aubergines en peulvruchten zijn botanisch gezien ook fruit, maar noemen we groenten. Het bederf verloopt bij allemaal hetzelfde: hoe steviger de vrucht en hoe dikker de schil, hoe minder snel het fruit bederft.

Te gebruiken tot

Voorgesneden fruitstukjes hebben een Te Gebruiken Tot (TGT)-datum op de verpakking. Mits gekoeld bewaard (4-7°C) zijn ze tot dan veilig. Op die nattige stukjes kunnen veel bacteriën groeien – en ze kunnen gevaarlijk bederven. Eet ze niet na de TGT en gebruik ze liever meteen na aankoop. Op ongesneden fruit hoeft geen houdbaarheidsaanduiding te staan. Je kunt gevaarlijk bederf daarvan namelijk goed herkennen. Vers fruit geurt weinig of aangenaam zoet. Rotting, schimmel of vieze geur betekenen allemaal: niet opeten.

Rottende fruitdelen zitten vol bacteriën en moet je weggooien. Uit hard fruit zoals appels of peren kun je die veilig wegsnijden. Rotte plekken voorkom je door fruit droog te bewaren én voorzichtig te behandelen. Door stoten kan fruit kneuzen, en de (wegsnijdbare) beurse plekken gaan sneller rotten. Beschimmeld fruit is foute boel: weggooien. Schimmels groeien snel door de hele vrucht, dus alleen de plek met zichtbaar schimmelpluis ruim wegsnijden, helpt niet. Rotting en schimmel steken bovendien ander fruit aan, dus verwijder het tijdig.

Sommige harde fruitsoorten, zoals bananen en sinaasappels, kunnen alleen last hebben van lelijke plekjes op de schil en prima eetbaar zijn. Snijd minder mooi fruit dus eerst open, schil het eventueel en zoek naar verkleuring. Snijd dat weg. De rest is eetbaar. Klassiek is de bruin geworden banaan: hij oogt onsmakelijk, maar is niet ongezond en kan heel lekker zijn. Bijna alle fruit kan bovendien rimpelig uitdrogen, ook dat is gewoon eetbaar.

Fruitmand
Bananen kun je beter apart bewaren, ze versnellen de rijping van ander fruit. Foto: PhotoMIX Company via Pexels.

Hoe te bewaren

Alle fruit kun je (lang) invriezen. Zonder vriezer bewaar je het standaard koel, droog en donker, met tussenruimte en niet in plastic. Bijvoorbeeld in manden of kratten in een koele kelder of schuur. De koelkast hoeft niet altijd (appels, onrijp fruit), maar vooral zachte fruitsoorten zoals aardbeien, bessen, bramen en frambozen blijven (beschermd in papier) daarin wel veel langer houdbaar. Exotisch fruit (bananen, mango’s, ananas) gaat juist achteruit in de koelkast: bewaar dat op kamertemperatuur. Fruit mét kroontje of steeltje is bovendien langer houdbaar dan zonder. Appels, bananen, peren en perziken produceren ethyleengas, dat rijping bevordert. Leg hen dus uit de buurt van andere vruchten (en vazen met bloemen). Wil je dit fruit juist sneller laten rijpen, zoals groene bananen? Stop ze dan in een papieren zak, zo rijpen ze sneller.

Fruitrestjes zonder schimmel over? Die kunnen gepureerd met gist wijn worden. In de winter lusten merels graag fruitrestjes, in alle andere jaargetijden de kippen. Is het fruit te ver heen? Dan kan het naar de composthoop.

Dit artikel van Martin van der Gaag verscheen eerder in Genoeg Magazine. Een vraag of tip voor Over de datum? Stuur hem naar overdedatum@genoeg.nl.