DIY: een hekje van wilgentenen

Januari en februari zijn de beste maanden om wilgen te knotten. Heb je afgeknipte takken tot je beschikking? Daarvan maak je heel makkelijk zelf een hekje of een borderrand.

Dit heb je nodig

img_1248
  • Paaltjes of stevige dikke takken die als staanders kunnen dienen
  • Wilgentenen
  • (Rubberen) hamer
  • Snoeischaar
  • (Takken)zaag

Als je voor de staanders takken gebruikt, neem dan liefst takken die al wat ouder zijn. Jonge takken, en zeker wilgentakken, zullen heel makkelijk wortel gaan schieten.Voor je het weet groeien er boompjes die zich lastig laten verwijderen.

Lastig om takken te vinden? Informeer eens bij je gemeente. Plantsoenendiensten oogsten vaak grote hoeveelheden wilgentenen die bij gebrek aan een betere bestemming door de versnipperaar gaan. Verse takken zijn soepel genoeg om meteen te gebruiken, je hoeft ze niet te weken in water.

Zo maak je het hekje

schermafbeelding-2017-01-17-om-17-52-09

1. Sla de staanders stevig in de grond, 1/3 van hun lengte. De afstand en het aantal paaltjes is afhankelijk van de lengte van de wilgentakken en van hoe fijn je het vlechtwerk wilt maken. De wilgentakken moeten voor de stevigheid minstens vijf keer voor en achterlangs een paaltje worden geweven.

schermafbeelding-2017-01-17-om-17-52-23

2. Weef de takken voor- en achterlangs de paaltjes. Laat daarbij aan de zijkanten de wilgentak ongeveer 10 centimeter uitsteken. Weef de takken om en om, dat wil zeggen dat je bij de eerste tak aan de achterkant begint, bij de tweede tak aan de voorkant.

schermafbeelding-2017-01-17-om-17-51-49

3. Ga door tot je hekje de gewenste hoogte heeft. Om te voorkomen dat het weefwerk losraakt, kun je de bovenste takken vastmaken aan de staanders met een spijkertje of een touwtje. Je kunt in een paar uurtjes een klein hekje maken zoals op de foto bovenaan deze pagina, maar met veel geduld maak je een schutting. Je kunt ook een vlechtwerk maken van een centimeter of twintig hoog, bijvoorbeeld langs een bloemenperk.

schermafbeelding-2017-01-17-om-18-21-38

Zelf eenvoudig je handzaag slijpen

Waarom zou je een oude, botte handzaag wegdoen? De tanden weer scherp maken is een fluitje van een cent. Genoeg Magazine zet het voor je op een rijtje. 

Door: Joost Melten

Waarschijnlijk heeft iedereen wel ergens een oude, niet meer te gebruiken handzaag liggen. Misschien is er inmiddels een elektrische decoupeerzaag in huis, of zelfs een cirkelzaag. Toch kan een handzaag van pas komen, al was het maar
om even snel iets af te zagen. Daarvoor kun je natuurlijk een nieuwe zaag kopen, met geharde tanden die veel langer scherp blijven. En vervolgens kun je je oude zaag schenken aan Gered Gereedschap. Maar de echte consuminderaar scherpt die oude zaag lekker zelf en doneert het uitgespaarde geld aan bovengenoemde stichting, die zich inzet voor de verzending van ingezameld gereedschap naar landen waar ze dit goed kunnen gebruiken. Zelf je zaag scherpen duurt hooguit een kwartiertje.

Test

Een scherpe zaag doet bijna zelf het werk terwijl hij door het hout zakt. Als het zagen veel kracht kost en toch niet erg opschiet, zijn de tanden bot en is het tijd voor ‘scherpen’ met een vijl. Als de zaag in eerste instantie wel door het hout glijdt maar al snel klem komt te zitten in de zaagsnede, is er een probleem met de ‘zetting’. De tanden van een zaag moe- ten afwisselend een beetje naar links en rechts uitsteken, zodat de zaagsnede die ze in het hout maken wat breder is dan de dikte van het zaagblad. Zo krijgt het blad bij het zagen voldoende ruimte.

Het weer uitbuigen van de tanden heet ‘zetten’; het is veel minder vaak nodig dan scherpen. Het scherpen van botte zaag- tanden heeft alleen zin als de zaag verder in orde is. Zo moet het handvat goed vastzitten en moeten de tanden nog allemaal ongeveer even lang zijn. Zijn de tanden gehard dan heb je pech, want die zijn niet te scherpen of opnieuw te zetten (zie tips).

Aan de slag

Voor het scherpen is allereerst een driekantige vijl nodig van hard staal, ook wel zaagvijl genoemd. De ‘ijzerwinkel’ verkoopt hem voor ongeveer 6 euro. Verder een bankschroef en twee plankjes om het zaagblad trilvrij vast te kunnen zetten. Voor het eventuele zetten is een zaagzettang nodig.

Tip: Dit artikel stond eerder in Genoeg Magazine, met instructiefoto’s erbij. Wil je de .pdf hiervan downloaden? Dat kan via deze link!

Scherpen

1. Houd de zaag met het handvat naar rechts en de tanden naar boven vast. Bekijk welke tanden van je af staan en welke naar je toe. Markeer met een potlood de tandholtes waarvan de rechter- tand van je afstaat en de linker naar je toe. Je zult zien dat je zo steeds een tandholte moet overslaan.

2. Zet de zaag vast in de bank- schroef met het handvat rechts en de tanden omhoog en even- wijdig aan de vloer. Met voor
en achter een plankje dat aan de bovenrand net de tanden vrijlaat en een smal strookje van het zaagblad. Als de plankjes niet lang genoeg zijn, verplaats dan de zaag tijdens het vijlen af en toe om boven de plankjes te kunnen blijven vijlen en zo trillen te voorkomen (als de zaag trilt, kun je niet goed vijlen).

3. Plaats de punt van de vijl in de eerste gemarkeerde holte bij het zaaghandvat. Hou de vijl evenwijdig aan de vloer, met het handvat naar rechts. Kantel hem een beetje zodat hij goed in de tandholte past. Vijl met een lange beweging twee of drie keer van je af in de tandholte (niet heen en weer raggen!), waarbij je vooral tegen de (voor)kant van de rechter tand drukt. Dat is de kant die straks door het hout moet zagen. Bovendien druk je zo in de richting die de tand al heeft, namelijk van je af. Werk vervolgens alle gemarkeerde tandholtes af. Hou daarbij de vijl steeds zo veel mogelijk in dezelfde positie en beweeg hem in elke holte even vaak. Zo voorkom je dat de tan- den gaan variëren in lengte.

4. Maak de zaag los en zet hem opnieuw vast met het handvat naar links. Kantel de vijl weer, en wijs nu met het handvat naar links, dus weer naar het handvat van de zaag. Hou ook nu de vijl evenwijdig aan de vloer en bewerk de overgebleven tandhol- tes. Nu buigen steeds de linker tanden van je af en daar moet je nu het meest op drukken.

5. Test of de zaag nu goed zaagt. Zo niet, herhaal dan punt 2, 3 en 4.

Zetten

Pas na diverse malen scherpen kan het nodig zijn de tanden opnieuw te zetten. De volgorde wordt dan: eerst zetten, dan scherpen. Dat lukt niet uit de losse hand met een combinatietangetje, maar wel met een zaagzettang. Die is in te stellen op de afmeting van de tanden en de gewenste zetting. De goedkoopste kost 14 euro bij de firma Baptist in Arnhem of (plus verzendkosten) via hun website. Gewone ijzer- winkels hebben geen zettangen op voorraad, maar kunnen een geavanceerde versie bestellen die ruim 50 euro kost. Vraag dus eerst in je omgeving of iemand een zaagzettang heeft. Of laat het zetten machinaal doen (zie tips).

Dit artikel van Joost Melten verscheen eerder in Genoeg magazine. Afbeelding bij bericht: FFD Restorations via Pexels.

Handig: zelf je huis isoleren

Zelf je huis isoleren is niet moeilijk en levert geld en warmte op. Bijvoorbeeld het aanbrengen van buis-isolatie om de verwarmingsbuizen, het gebruik van radiatorfolie en het dichten van hinderlijke naden en kieren. Allemaal maatregelen die zo veel gas besparen dat je de materiaalkosten er al binnen één stookseizoen uit kunt hebben.

Isolatieklus 1: Radiatorfolie aanbrengen

Achter elke radiator kun je warmte-reflecterende folie aanbrengen. Een rol van 600 bij 50 centimeter kost ongeveer 8 euro. Volgens de consumentenorganisaties Consumentenbond en Milieu Centraal bespaart dat bij een niet-geïsoleerde gevel 10 m3 gas per m2 folie per jaar, met een terugverdientijd van één jaar. Bij een geïsoleerde gevel is dat toch nog ongeveer 3 m3 gas, evenveel als bij een meter buisisolatie in een onverwarmde ruimte. Er zijn twee opties:

Dunne folie aan de achterkant van de radiator:

  • Materiaalkosten: ca 15 euro
  • Aanbrengen: eenvoudig

Dit relatief nieuwe, flinterdunne radiatorfolie plak je tegen de achterkant van de radiator waardoor het uit het zicht blijft. Volgens de fabrikant reduceert deze HR-radiatorfolie de warmtestraling met 96 procent. Hoe je het aanbrengt, zie je hier.

Gangbare radiatorfolie op de muur achter de radiator:

  • Materiaalkosten: ca 20 euro
  • Aanbrengen: relatief eenvoudig

Deze folie is verkrijgbaar bij de bouwmarkt, bestaat uit een laagje schuim van ongeveer twee millimeter dik met daarop een laagje reflecterend materiaal. Je plakt het met behulp van aluminiumtape tegen de muur aan. Klik hier voor een handleiding.

Isolatieklus 2: Verwarmingsbuizen isoleren

Als je een eigen cv-ketel hebt of een aansluiting op stadsverwarming, kun je flink energie besparen door het isoleren van warme buizen in ruimtes die zelden of nooit verwarmd hoeven te worden. Bijvoorbeeld in de kruipruimte, de meterkast (bij stadsverwarming), de logeerkamer of de ruimte waarin de cv-ketel staat.

Hoe ga je te werk?

Voor het isoleren van buizen verkoopt de bouwmarkt buisvormig isolatiemateriaal in rechte stukken van een meter lang. Meet van tevoren de dikte op van de buizen die je wilt isoleren, zodat de holte van het buisvormige schuim goed past. Begin met isoleren altijd op een recht stuk, en laat de verschillende delen goed op elkaar aansluiten. Dicht de naden af met buis-isolatie-tape of met geschikte lijm (sommige lijm lost kunststof op). Je kunt ook kiezen voor buisisolatie met een sluitsysteem. Dit is iets duurder, maar werkt makkelijker.

Een bocht
Een bocht is te isoleren door met een scherp mes inkepingen te snijden en de buis om de bocht heen te vouwen. De inkepingen moeten wel aan de binnenkant van de bocht zitten.

Een hoekverbinding
Een hoekverbinding is te maken door twee isolatiebuizen schuin af te snijden en deze tegen elkaar aan te plakken.

Een T-verbinding
Een T-verbinding is te isoleren door in de ene isolatiebuis een v te snijden en in de andere een punt.

Isolatieklus 3: Kieren dichten

Isoleren gaat natuurlijk niet alleen om besparing van energie, maar ook om verbetering van comfort. Het dichten van hinderlijk tochtende naden en kieren scoort goed op beide onderdelen. Naden en kieren kun je dichten met zelfklevend tochtband of, dat is duurzamer, tochtprofielen. Je zet ze met kleine spijkertjes of schroefjes vast op de plaats waar het raam of de deur het kozijn zou moeten raken. Ze hebben iets meer ruimte nodig dan het tochtband en passen niet in hele smalle kieren, maar ze gaan wel langer mee.

Ventilatie

Het is voor je gezondheid belangrijk dat er voldoende ventilatie plaatsvindt. Ventilatie beperkt namelijk het vochtgehalte en de concentratie schadelijke stoffen binnenshuis. In goed geïsoleerde huizen gaat die luchtverversing niet vanzelf: je moet dus actief ventileren.


Dit is een verkorte versie van een artikel van Joost Melten in Genoeg nummer 72